Mixed Pickles BequnstiGinQ van onze aöveRteeRöeus, nouöt öe schakel in stanö Cricket. De zomer is voorbij. Voor het eerst sinds vijf jaren hebben wij weer eens een echte zomer gehad en al hadden wij ook natte en koude zondagen, het was toch vaak een feest om het cricketspel op „Goed Genoeg" te volgen. Wat heb ben de mensen die ervoor gepleit hebben om A.C.C. te doen verhuizen van het Twentsche Bank-terrein naar „Goed Genoeg" gelijk gekregen. Ik geloof eerlijk dat A.C.C. met baar actie om jeugdige leden aan te trekken niet zo veel succes gehad zou hebben als zij nog op het Twentsche Bank-terrein zou spelen. Mede dank zij de schitterende outillage van „Goed Genoeg" en de spectaculaire successen van A.F.C. is „Goed Genoeg" als het ware een magneet geworden die de jeugd van Buitenveldert aantrekt. De stroom van aanmeldingen en het prachtige kampioenschap van ons 2de cricketelftal waren de organisatorische en sportieve hoogtepunten van dit seizoen. Wat de persoonlijke sektor aangaat, was het meest verheugende dat penning meester Jaap Suyver geheel herstelde en op het gebied van de hoedenmode iets introduceerde, dat niet minder dan sensationeel genoemd kan worden. Dit herstel bracht ook met zich mede dat zijn vrouw A.C.C. ook weer met haar aanwezigheid opluisterde. Ons aller Zus is een onmisbaar accent in een boeiende club en het was weer een vreugde haar nu en dan (dat nu en dan vind ik zelf goed gevonden) te horen praten. Haar steeds enthousiaste toehoorster was Nel Sabelson, die tijdens het scoren de opmerking plaatste: „Zus, nu zit je tegen de wind in en nu hoor ik je nóg." Het was overigens niet allemaal rozegeur en maneschijn voor A.C.C. De uitwedstrijd tegen V.R.A. leerde dat de puntenjacht bij cricket bedenkelijke vormen begint aan te nemen. Ik kan mij levendig indenken dat een captain slapeloze nachten heeft als zijn ploeg in het gouden jubileumjaar dreigt te degraderen en dat temeer als die captain het mooiste gedenkboek, dat ooit in de Nederlandse cricketwereld is verschenen, op zijn naam heeft. Maar daL alles neemt niet weg dat V.R.A.—A.C.C. een bijzonder nare herinneiing heeft achtergelaten. En dat niet alleen bij A.C.C., maar toch ook daarvoor kennen wij de club te goed bij V.R.A. Teleurstellend is het ook te moeten schrijven dat het moeilijk blijkt, jeugdige knaapjes te vinden die het prachtige score-bord bijhouden. Kan men nu bij A.C.C. niet hetzelfde doen als bij A.F.C. waar jeugdige leden worden aangewezen om het score-bord te bedienen? Als ouderen het score-bord gaan bedienen omdat een paar jeugdige vlerken zeggen: „Wij zijn ook altijd de klos en een bedankje krijg je niet", dan zou eigenlijk het enige antwoord een fikse draai om de oren moeten zijn. En dan te bedenken wat ouderen ik noem er maar een paar als Willy Brusse, Harry Prent en Wim Staats voor A.C.C. een werk verrichten. Ten slotte een hartelijke gelukwens aan het adres van Wally van Weelde. Eindelijk heeft hij het record van het aantal gescoorde runs op zijn naam gebracht en dat record zal wel tientallen jaren op Wally's naam blijven staan. Zijn smetteloze century tegen de Free Foresters zag de geboorte van dit record van een cricketer, die in alle omstandig heden en hoe de zaken ook staan every inch a gentleman blijft. Bravo Wally! Muziek. Er zit zoveel muziek in A.F.C. dat wij het er maar op wagen opnieuw een muzikaal verhaal te vertellen. Dat vorige van de harp en die dominee was gewoon een mopje, maar het verhaal dat nu volgt is helemaal waar, want ik heb het uil de mond van de man die het zelf overkwam. Die man behandelt de public relations voor het Holland Festival en dergelijke culturele uitspattingen. Nu was er in dat festival een super-de-luxe gala-concert met plaatsen van ik meen vijfentwintig gulden. Daar wordt hij op een morgen opgebeld door een dame die het volgende zegt: „Mijn heer, U moet eens horen, ik heb kaarten voor dat gala-concert en ik heb dat programma gekocht. Nu staat er op dat programma dat de achtste symfonie van Beethoven wordt gespeeld, maar ik heb de eerste zeven gemist. Heb ik er nu nog wat aan?" Soms kun je je niet aan de indruk onttrekken dat het geld tegenwoordig verrekt raar verdeeld zit. Stichtingen en fusies. Uit verschillende gesprekken is ons gebleken dat vele leden niet precies weten hoe het nu eigenlijk zit met stichtin gen en fusies. Het is toch wel goed om dit te weten, omdat hierbij de terugkeer van semi-prof clubs of gedeelten van die semi-prof clubs naar de amateurcompetities een belangrijke rol speelt. Deze terugkeer naar de amateurcompetities gebeurt op drie manieren: (a) Een semi-prof club besluit het betaalde voetbal vaarwel (e zeggen en kiest weer het amateurisme. Reglementair was dat van 1954 tot 1961 zo geregeld dat die club dan terugkeerde in de amateurklasse waaruit zij oorspronkelijk voortkwam. Wie dus 1ste klasser was toen het betaalde voetbal werd ingevoerd, werd bij terugkeer tot 1961 weer in de eerste klasse van de amateurs opgenomen. In 1931 werd bepaald dat die club dan in de 4de klasse moest beginnen en nu is dit niet meer zo stringent. Zo is Be Quick Groningen, die als club besloot het betaalde voetbal te verlaten ingedeeld in de 2de klasse amateurs. (b) Er komt een zogenaamde Telstar-fusie tot stand. Het voorbeeld daarvan was de fusie tussen Stormvogels en V.S.V. die onder de naam Telstar met hun betaalde voetballers in de semi-prof competitie bleven. De „oude" clubs Stormvogels en V.S.V. begonnen als amateurs in onze 4de klasse. (c) Een nieuw verschijnsel is de stichtingsvorm. Een semi-profclub besluit de betaalde afdeling van de amateurafdeling te scheiden. De betaalde afdeling wordt ondergebracht in een stichting. De amateurafdeling vraagt als zelf standige club toelating tot de K.N.V.B. Als voorbeelden kunnen gelden: S.H.S., K.F.C. en Leeuwarden. S.H.S. werd gesplitst in de oorspronkelijke samen stellende delen Scheveningen en Holland Sport. Holland Sport ging haar eigen weg als semi-profstichting, Schevenin- gen werd ingedeeld in onze 4de klasse. In Koog aan de Zaan kreeg men de profstichting „de Zaanstreek" en K.F.C. ging als amateur naar de 4de klasse van de amateurcompetitie. In Leeuwarden heet thans de semi-profafdeling van de voetbalclub Leeuwarden „Cambuur", genoemd naar het sportterrein aldaar. Cambuur is dus nu een stichting die betaald voetbal speelt. Het oorspronkelijke Leeuwarden werd afgesplitst en speelt nu onder die naam in de 4de klasse van de amateurafdeling. In dat punt C zit nu het op 18 juli in de Bondsvergadering gebleken principiële verschil van opvatting tussen profs en amateurs. Er is echter veel minder verschil van opvatting dan de pers ons wel eens wil doen geloven. De profs wilden in de stichting een binding tussen profs en amateurs die tot consequentie zou hebben dat in noodgevallen de profafdeling amateurs in de profelftallen zou mogen laten uitkomen. Deze binding werd door de amateurs afge wezen, die uiteraard tegen de stichtingsvorm als zodanig geen bezwaar hebben hoe zoudetr zij daar eigenlijk bezwaar tegen kunnen hebben? maar wel bezwaar hadden Legen de binding die door de profs werd gewenst. Wij hebben dan nu in het kort uiteengezet hoe het nu precies zit, omdat de vrees bestaat dat men anders door het bos de bomen niet meer ziet.J- W. 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1964 | | pagina 5