Sluimerende krachten
„Hoog" bezoek
poolt allen mee, het is voor a.f.c.
Tn vele individuen, in menig gezin, zaak,
-®- vereniging, maatschappij, kortom in
heel de wereld sluimeren krachten, die
meestal door toevallige omstandigheden
wel of niet tot ontwikkeling komen.
Vergelijk het desnoods met de atoom
kracht, van welke wetenschap er wel
„iets" leefde in de hoofden van geleerden.
Echter, door een brain wave, een wellicht
heel bijzondere knapheid van slechts één
individu kwam de welhaast grootste ont
dekking uit de mensengeschiedenis tot
ware ontwikkeling.
Geldt het in wetenschappelijke kringen
de juiste formule te vinden, bij burgers
ligt de ontdekking in een ander vlak.
Ieder mens is ergens voor beschikt, ieder
mens heeft bepaalde kwaliteiten. Dat wat
vaak toevallig ontdekt wordt en
dan, mits op de juiste wijze aangepakt,
tot ontwikkeling wordt gebracht, blijkt
in vele gevallen een kwestie van aanleg
of knobbel te zijn. En door de „ontdek
king" niet alleen, doch veeleer nog door
het feit in welke handen deze ontdekking
viel, kreeg dat individu DIE grote kans
om tot een goed geleide ontwikkeling
te komen.
Men zou dus kunnen zeggen: het toe
val was het, in embryonale staat verke
rend, talent genadig.
Een kind is muzikaal. De ouders vinden
het.,leuk". Het mag eens wat zingen of
voordragen op een verjaardag. Het blijft
,leuk". Want alwaar dat loutere toe
val dat muzikale kind verkeert, door
omstandigheden van ouders en omgeving
en door nog zovele andere bijkomstig
heden. niet in die gelukkige positie om
„ontdekt" en daarna tot ontwikkeling
gebracht te worden.
Dat moet toch wel een van de grote
mysteries in het leven zijn:: Sjoukje Dijk
stra, Abe Lenstra, Sir Jack Hobbs, Ray
mond Ceulemans, Gershw'in of, mijnent
wege, de puurmazzelende Beatles uit Li
verpool.
Misschien niet allen, maar wel velen
moeten ergens op het juiste moment en
in de juiste omstandigheden 100% geluk
hebben gehad. Want, bedenk eens: als
Abe Lenstra op de Noordpool was gebo
ren als Sjoukje Dijkstra's wieg in de
Sahara had gestaan. Als Sophia Loren
roeping tot het religieuze leven had ge
had.... Als, ja, als. Want dat woordje
„als" is in deze aangelegenheid wel heel
erg belangrijk.
Nu terug naar onze eigen verenigin
gen. Ook wij hebben sluimerende krach
ten. Die nog niet ontdekt zijn, laat staan
tot enige redelijke ontwikkeling gebracht.
Het is de grote kunst van ieder be-
stuurs- en commissiebeleid door mensen
kennis, feeling en intuïtie die krachten te
ontdekken. Ik mag daarbij wel in de
eerste plaats beweren, dat het beheer
sen van de materie er een grote rol in
speelt.
Om deze talenten in onze clubs een
goede kans te geven tot ontwikkeling
te komen, is het juist zo nodig de jeugd
bij vele organisaties in te schakelen. Hen
vertrouwen te schenken en ze trachten te
begrijpen.
Daar is veel aanpassingsvermogen van
de ouderen voor nodig. Doch het zal
een taak moeten zijn om te komen tot
nieuw en jong kader. Tot personalities
„in de dop". Want ons gehele verenigings-
„gedoe" dreef steeds en drijft nog steeds
op het oudere kader. Het oudere kader,
dat, naarmate de jaren vorderen, ouder,
grijzer en in getal dunner zal worden,
indien men geen kans ziet de jongere ge
neratie te vormen tot échte, grote en on
baatzuchtige clubleden.
W. G. M STAATS
\p die gedenkwaardige dag dat ons
x-' bloedeigen Nederlands elftal gelijk
speelde tegen de Nachwuchs van wat
eens Wunderteam heette, werd ten bor
relure de tros van de VIP-room op
A.F.C. losgegooid. Dat was dus zondag, 12
april 1964; Very Important Person In
deed. Eidoch, een VIPI-room hebben de
Reds (nog) niet. Het carillon speelde en
de klok wees 10 uur, het was dus 17
uur precies.
De Maharadja van Kelantan.Z.Dl. Prins
Barschel, E.M. arriveert als altijd stipt
op tijd. De witte slee van de hoge be
zoeker wordt geopend. Het is een braad
slee. Voorzichtig wordt het gebraad uit
de oven geschoven. Het weer is Ne
derlands. De twee gestoeltedragers in een
witte boernoes zijn ongedekt, hun tul
band is weggewaaid. De derde man uit
het gevolg, drager van de beschermende
pajoeng is op Onplein of Ongein of
daaromtrent, in het hartje van Buiten-
veldert weggewaaid met pajoeng en al.
Begroeting
Reeds komt A.F.C.'s voorzitter, in def
tig zwart en kostbaar bruin, de hoed in
de hand, naar buiten getreden voor een
eerste voorlopige begroeting. Volgens de
adat van zijn land is het de maharadja
verboden te voet te gaan, zelfs naar daar
waar de keizer te voet gaat. Als alle
hoogwaardigheidsbekleders tussen Rome
en Singapore draagt men hem. Weliswaar
niet altoos op de handen, maar alia....
(zonder h).
Het valt den dragers niet mee. Z. Dl.
is zwaar als alle Oosterse potentaten en
de buitentrap is hoog. Maar tenslotte
komt men waar men wezen wil, met de
draagstoel in de VIP-room.
Maartje
Het blijkt dat de maharadja, die na de
de derde borrel onze preses verzoekt
hem met Maartje aan te spreken, de
wedstrijd Nederland—Oostenrijk heeft bij
gewoond. Maartje past bovendien goed
bij het alleraardigste incident dat hij op
het stadion mocht beleven. Op zijn zetel
gezeteld, hangende uit zijn slee werd hij
aldaar benaderd door een heer compleet
met sik en ringbaard, waarschijnlijk een
verwesterde hockey-Singh uit zijn con-
treien, die hem de navolgende historische
woorden toevoegt, blijkbaar mede doe
lend op het op deze dag uitgesproken
rotweer:
„U moet wel heel veel van voetbal
houden, mevrouw". Nu dient gezegd dat
Maartje een soort Baskisch petje zeer
schuin op het hoofd had geplant waar
over een brede sjaal niet ongelijk aan de
hoofddoek die de achter het gordijn-
werkende vrouw, versta mij wel: „het
ijzeren", pleegt te dragen.
Ongedwongen
Allengskens verloor het gesprek aan
vormelijkheid, daarentegen won het aan
vriendelijk, ongedwongen samenzijn want
intussen was Ben Eiserman komen op
draven AOW-Big Ben mag nu wel ge
zegd worden; kwam er een, zich al voor
stellend, jongere generatie in de per
soon van de heer Van Emden gezellig
bijschuiven, terwijl ten slotte de waarheid
dat men bij het scheiden van de markt
zijn vrienden leert kennen, weer eens op
geld deed.
Maartje commandeerde namelijk een
der dragers met name Bos, waarop Nol,
zoon van wijlen Piet Bos, kwam aange
stormd. Een der Heren Zeventien, ja.
Nu al weer meer dan twintig jaar ge
leden
Hoe ongedwongen het toeging moge
blijken uit Maartjes opmerking die in
hield dat dit nieuwe clubhuis zo schoon
en prachtig was en dat het deed den
ken aan een van de eigen paleizen in
Kelantan, maar dat hij zich van een
vorig bezoek herinnerde, hoe knus, sfeer
vol om niet te zeggen rembrandtiek het
oude was met zijn berookte balken, zijn
enorme potkachel enzijn doorkijk op
het hoofdveldl
2 x sinds 1951
Desgevraagd door de voorzitter, Maar
tjes antwoord „Ja, ja, ik was al eerder
op AFC" Om precies te zijn op 17 fe
bruari 1951. Met de jongens van- en de
commissieleden voor de hulp aan deze
jongens tijdens de politionele actie in
het toenmalige Nederlands Indië. Een
commissie bestaande uit Siem de Waal,
uit wijlen Joop Gilkens en uit Dick Bes-
sem, welke laatste ook nu weer van heler
harte wordt bedankt voor de ontvangst
op zijn stadion na.... vijf jaar dit
omdat Holland niet het klimaat van Ke
lantan heeft en voor alle moeite die
hij en zijn staf voor mij hebben gedaan.
Echter, vijf jaar geleden op 19 april
1959 was Maartje na afloop van Holland-
België ook op A.F.C. Ingehaald en uitge
luid door secretaris Van Teunenbroek.
Diens laatste woorden die hij toeriep door
de nog niet gesloten slee waren: „Tot 5
mei, dan kom ik je opzoeken"; het is er
niet van gekomen.
Henk Kappelhoff intussen eveneens har
telijk dank voor de ontvangst op 12
april j.l.
Het was al bijna de 13e toen Maartje
zich op zijn hemelbed in zijn Amstel
Hotel kon neervlijen; inderdaad, het was
me het daggie wel.
Opgetekend door en voor
BARSCHEL, E.M.
alias: B. S. LE MARCHÉ
meer alias: A. B. MELCHF.RS
6