Van Mixed Pickles E Briljant Datjes II BLOEMEN J. W. PLIEGER KEUKENS poolt Allen mee, het is voor A.f.c. ■HMMI - Taal. Het is een bijzonder gelukkige gedachte geweest, om in samenwerking tussen Schakelredactie en Jaap van Nek, die over een volledig Schakel-archief beschikt, nu en dan stukken te publiceren uit de beginperiode van ons Blad (nu 40 jaar geleden). Wat naar ik aanneem velen zal opvallen is, dat de taal en de stijl in die 40 jaar (om van de spelling maar niet te spreken) sterk geëvolueerd zijn. Een bewijs, dat de Nederlandse taal een levende taal van een levend volk is. Nieuwe woorden doen hun intrede, nieuwe zegswijzen worden populair, soms is het een kwestie van mode. Een tijd lang was alles „ergens"; daarna was alles „het einde" en nu is alles „enorm". Maar soms komen er woorden naar voren, die worden opgenomen in onze taalschat. Ik denk aan „nozem" van Jan Vrijman, aan „bromfiets" van wijlen Joris van den Bergh. Enkele weken geleden maakte ik kennis met een voor mij toen volmaakt nieuw woord. Een van de dames vroeg een dag vrij om met haar vóórloofde naar een feest te gaan. Ik zei lachend: „U komt zeker uit Den Haag. Wat klinkt dat deftig. U bedoelt toch: Uw verlóófde?" Neen, ze bedoelde echt haar vóórloofde. En dat was de jonge man, waarmede het „ernst" was. Maar ze waren nog niet officieel verloofd en dus was die jonge man haar vóórloofde. Zo zoekt en vindt de taal steeds weer nieuwe woorden en begrippen. Zegswijzen of spreekwoorden doen in een levende taal ook hun intrede. Tijdens het borreltje na een persconferentie bracnt een der collega's dit ter sprake en er kwamen een paar heel mooie naar voren. Wat denkt U van deze: „Bezig heid is goed, maar het moet niet in arbeid ontaarden". En deze is vooral voor onze adspirantjes: „Wassen is goed, maar het moet geen hygiëne worden". Tenslotte voor de „tafel der wijzen" deze paraphrase op een bekend Engels gezegde: „Work is the course of the drinking classes". J.W. De causerie, die ons lid Leo Horn op ons landgoed hield voor seniores en hun dames is een hoogtepunt geworden van het eerste clubseizoen op Goed Genoeg. Leo Horn heeft anderhalf uur lang zijn gehoor geboeid zoals je zelden of nooit meemaakt. Het was een vuurwerk van anekdotes, wise-cracks", kritische op merkingen en belevenissen. Het was in één woord briljant. Het lijkt zo gemak kelijk, maar zo'n „one man's-show" is ontzaglijk moeilijk en vermoeiend. Moet U maar eens vragen aan Toon Hermans of Wim Kan en ik aarzel niet Leo Horn met hen op één lijn te plaatsen. Want je hoort Leo Horn niet alleen, je ziet wat hij zegt. Dat „opkomen" van hem in het Wembley-Stadion bij de wedstrijd van de eeuw Engeland-Hongarije, waar van ik zelf getuige was en zijn „opko- VAN BAERLESTRAAT 39 TELEFOON 720140 men" bij de grote wedstrijden in Zuid- Amerika. Dit was visueel praten wat Leo Horn deed. En daartussen dan zijn prachtige humor. Ik denk aan zijn ti rade: „Daar stond de linksbinnen, één miljoen driehonderdduizend gulden; daar stond de rechtsbinnen, één miljoen zes honderdduizend gulden. En daartussen Leo Horn. Uit Bentveld. Een joetje." (Voor niet-Amsterdamse lezers: Een „joetje" is Amsterdams voor een tientje. Zo heet een biljet van honderd gulden een „meijer", een biljet van vijfentwintig gulden van oudsher een „geeltje", een rijksdaalder een „knaak", een gulden een „piek", een kwartje een „heitje" en een „lammetje" is sorry een jong scha- pie). Leo Horn heeft er geen twijfel aan laten bestaan, dat hij „ijdel" is en ik vind dit woord langzamerhand een compliment. Hij is dan in het goede gezelschap van o.a. wijlen Karei Lotsy. Die zei mij eens in een interview: „Ze zeggen van mij, dat ik ijdel ben. Wel, dat ben ik. IJdelheid is in wezen iets wat je aanzet om iets te bereiken. De één doet het om indruk te maken op de vrouw, die hij tot de zijne wil maken. Een ander laat ik nu mijzelf nemen om heel iets anders. Mijn ijdelheid is gestreeld, toen de spe lers van het Nederlands Elftal mij na afloop van de wedstrijd op de schouders namen. Die foto's kwamen in de pers en ik was er buitengewoon gelukkig mee. Nou, noem het dan maar ijdel heid." Aangezien de Nederlander zakelijk denkt, kunnen wij rustig zeggen, dat het ver zekeringsbedrijf van Karei Lotsy ook wel gelopen zou hebben als hij zich niet met de voetballerij had bemoeid. En laten wij rustig zeggen, dat de textielhande laar Leo Horn ook een aardige boterham met iets van broodbelegging zou heb ben verdiend, als hij nooit scheidsrech ter was geweest. Maar het gaat niet om het geld, maar om de gelding. Een Karei Lotsy, een Leo Horn hebben de naam van Ne derland op internationaal sportgebied mede prestige gegeven. En dat Leo Horn ook nog A.F.C.-er is, ja daarover kun nen wij ons alleen maar verheugen. Cees Bouwens, captain van het eerste, beleefde dezer dagen een verheugende gebeurtenis. De eerste dag, na een kortstondige ziekte, dat hij weer aan het werk ging, kreeg hij de boodschap, dat het de di rectie van de „Europeesche" had behaagd hem tot adjunct-directeur te benoemen. Rook Rocus Hogendoorn, na maandenlange nonactiviteit, raakte tegen Watergraafs meer geblesseerd. Op zich zelf is de wond, welke moest worden gekramd, niet ern stig, maar twee weken zal A.F.C. hem toch minstens moeten missen. Ook A.B.C. II, waarin hij bij zijn eerste optreden twee homeruns sloeg. J. T. S. plastic uitvoering plaatstalen uitvoering

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1963 | | pagina 2