Weet je nog wel, oudje Jeugd DE SELL KEUKEN poolt allen mee, het is voor a.f.c. Wij zijn nu achl-en-zestig jaren weet je dat weloudje 'k Zie kale hoofden en veel grijze haren zie jij dat óók, oudje Al wordt ik óók oud, ik blijf gek op cognac wat dal betreft ben ik nog geen ouwe zak Nou, eentje dan maar oudje. Wij zijn begonnen bij een boerderijtje weet je dat nog, oudje daar speelden wij ons eerste partijtje achter dat gebouwtje Wij hadden nog niet zo 'n droompaviljoen en moesten, het maar met wat slootwater [doen menigeen liep dan een kou-tje De Wandelweg in later jaren weet je nog wel, oudje daar was het moeilijk geld te sparen geloof me nou maar, oudje Alleen wanneer Ajax de AROL bezocht dan was slechts voor één dag de boel [uitverkocht weet je nog wel, oudje. Toen wij nog tweede-klasser waren weet je dat nog, oudje droegen wij vaak die rot lantaren in ons klamme handen, oudje Maar ondanks de feesten, de whisky, [de Gin wij zakten nooit lager, en bleven er in veertig jaar lang, oudje. In al die lang vervlogen jaren zat ons voetbal, oudje doorlopend vol van groot gevaren derde-klas-benauwdje We zagen zo vaak 't degradatievenijn maar spoelden het weg met jenever [en wijn weet je nog wel, oudje. De Wandelweg werd ons terreintje we kwamen daar graag, oudje en Herman trok daar steeds een lijntje langs een kaarsrecht touwtje En weet je die lel nog van Henk Sonneveld de Koog had al fier de fanfare besteld vóór het stadhuis, oudje. We horen Siem de Waal nog zeggen in ons oud gebouwtje Hoe zullen wij dat geld beleggen Niemand zei een woord, oudje Toen bleek, vóór 't advies kwam van [een econoom 't verhaaltje een sprookje, 'n [voetballersdroom pleite de poen, oudje. Dat oude clubhuis was een beetje weet je nog wel, oudje aftands met dat donker wee-cee-tje de trekker aan een touwtje de kachel stond gloeiend, het was er [zo warm We slikten cognac en Jan Pijl bleef [maar arm geloofde jij dat ook, oudje- En weet je nog die overdekte helemaal van houtje waar ieder van de tocht verrekte tot je kreeg een kou-tje Toen is op een nacht, ja, het stond in de [krant dat oude geval tot de grond afgebrand Huil nou maar niet, oudje. De ouwe stoelen zijn verdwenen wat waren het toch oudjes Op het afscheidsfeest zag men ons wenen ook al was het flauwtjes Ik weet, dat er een gat in de vloer was [gehakt wij zijn in 't vooronder massaal door gezakt hardstikke zat, oudje. Nou hebben we een eigen stichting en een duur gebouwtje dat geeft ons wel een hoop verplichting dat schudt je niet uit je mouwtje we betalen ons arm en we drinken ons rijk Straks zijn de clubs binnen en wij zijn [een lijk heb je het door, oudje Met drie biljarts, of vier?? om het even zie je dat daar oudje, Kan Arie Mets nog heel lang leven met zijn ballen aan een touwtje en jong-zl.F.C. dat raakt in cadans je krijgt om te spelen, geen schijn [van een kans Schrijf maar vast af, oudje. Toiletten zijn van groen geflonker 't lijkt wel snee op goudje We poepen niet meer in het donker we zien nu alles, oudje we spelen biljart, zes minuten één dup we doen voor de eer en het heil van de [club heb jij nog duppies, oudje. Met heel die soos en die complexen weet je dat wel, oudje wordt het steeds slechter voor die [andere sexe voor ons lieve vrouwtje De meesten van ons met mijzelf incluis die komen alleen om te slapen nog thuis weet je dat wel, oudje. We hebben nu een soos-commissie weet je dat wel, oudje die geeft zo nu en dan permissie en de omzet nog een douwtje 'n kwartiertje verlengen met worst en [met bier dan wordt het gewoonlijk een uurtje [of vier hier in dit rot gebouwtje. Na deze voordracht was het even stil. En daarna droeg Willem, die niet de echte Willem zou zijn als hij niet zelf er wat aan gebreid had, het volgende sluit stuk voor: „Dit is het einde van deez' film Jammer, jammer, oudje De auteur ervan heet Jonker Willem Kijk, daar zit hij, oudje Dat deed hij voor U, voor het herendiner En hoopt, dat U zich amuseerde ermee Nou is het uit, oudje". Over resultaten op de groene velden behaald, kan ik helaas, ook nu, nog niets mededelen. Opnieuw werd er tus sen het verschijnen van 2 Schakels niet gespeeld en als men de velden bekijkt, vraag ik mij af wordt er ooit nog ge voetbald. Natuurlijk gekheid, het is nog altijd zo geweest, na winter komt weer lente en de velden worden weer groen en wij gaan weer fijn de competitie her vatten. Wanneer? Het is niet aan mij enige voorspelling te doen. Ik ben geen kapper. De kienmiddag is weer een succes geweest; de J.C. dankt alle gulle gevers, zowel de financiële als de materiële, voor hun gaven, zij toch hebben het mogelijk gemaakt, dat deze traditionele middag kon worden georganiseerd; alle gevers dus hartelijk dank! Intussen gaat de winter maar door, ik hoop, dat vele jongens zich intussen ver maken met de schaatssport. De K.N.V.B. afd. Amsterdam, organi seerde zondag 27 januari j.l. voor alle voetbalverenigingen schaatswedstrijden. De A.F.C. had voor de jeugd ingeschre ven met Bert Ikelaar en Frank Redde ring voor de A-Junioren, zij werden niet geplaatst; voor de B-Junioren met Eddie Loonstijn en Joop Peters; beiden werden 2e in hun serie, maar hun tijd was niet snel genoeg om in de finale te komen. In de afvalrace wist Eddie van de ong. 50 jongens toch nog op de 6e plaats te eindigen, lang niet gek. Goed zo Eddie! Nog een A-Junior heeft aan schaatswed strijden deelgenomen nl. Joop Riemersma en wel om het Kampioenschap van Zand- voort. De indeling was als volgt: le groep: 12 t/m 17 jaar, 600 m. CJoop Riemersma) 2e groep: 18 t/m 40 jaar, 1200 m. 3e groep: 40 jaar en ouder. Winnaar le groep Joop, tijd: 70 sec. rond. Finale: winnaars van elke groep tegen elkaar over een afstand van 1200 m. Winnaar en Kampioen van Zandvoort Joop Riemersma, tijd: 2 min. 30.7 sec. 2e aankomende tijd: 2 min. 40.7 sec. Bravo Joop, van harte gelukgewenst. Nog een felicitatie en wel voor Bob l'lantinga voor zijn verkiezing in het Nederlandse basketbal jeugdteam. Jongens, ik zeg namens de gehele J. C. tot ziens op hel voetbalveld. WEBU. gebr. plieger heerlen, amsterdam 8

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1963 | | pagina 8