Mixed Pickles J. W. Bequnstiqinq van onze aöveRteeKöens, houöt öe schakel tn stanö (vervolg) Meeleven. Als Amsterdammer ben je er wel eens jaloers op hoe fel de Rotterdammers met hun voetbalfavorieten meeleven. Op de dag van Reims—Feijenoord prijkten op de tafeltjes van het Unilever-personeelsrestaurant in het Rotterdamse Wester Paviljoen deze menukaarten: Sportsoep „Stade Reims" Boule „Pare des Princes", Spinazie met fleurons en Feijen- oordaardappelen. Nu worden die menukaarten ook opgehangen in het hoofdkantoor op de mededelingenborden. Des middags was op de helft van die borden Feijenoord met potood of ballpoint doorgehaald en vervangen door Sparta. U vindt het misschien een beetje kinderlijk en misschien zelfs wel een beetje kinderachtig, maar de clubs varen wel bij die koesterende liefde van hun supporters. Cricket. Een interview met Ingelse in „Het Parool" heeft heel wat stof doen opwaaien in de cricketwereld. In het kort komt de zaak hierop neer, dat Ingelse het afschaffen van de cricket-competitie bepleit en de competitie wil vervangen door het elkaar uitnodigen voor vriendschappelijke wedstrijden. Hij motiveert zijn standpunt met er op te wijzen, dat uit vrees voor puntenverlies tal van wedstrijden een saai en vervelend verloop hebben, hetgeen de interesse ook van de zijde van het publiek doet teruglopen. En verder wijst Ingelse er o.m. op, dat wedstrijden nu wel eens om drie uur of half vier afgelopen zijn, omdat er niets meer in zit." Wij vrezen, dat als Ingelse zijn zin krijgt, het bondsbestuur de baby met het badwater weggooit. De fout in de cricketorganisatie is n.l. niet, dat er een competitie is, maar dat er geen echte competitie is. Een echte competitie be hoort de volgende elementen te omvatten: Een van te voren vastgesteld aantal wedstrijden, waarbij men alle tegenstanders twee maal ontmoet. En aan het einde van die „gesloten" competitie is nummer één kampioen en moet automatisch promoveren of promotiewedstrijden spelen en nummer laatst degradeert automatisch of moet degradatiewedstrijden spelen. Hiervan is in de Nederlandse Cricketcompetitie geen sprake. Het bestuur beslist wie er promoveert en degradeert. Wij zijn bijvoorbeeld met A.C.C. enkele jaren geleden onderaan geëindigd, maar het bondsbestuur liet V.R.A. degraderen, die met vier punten meer was geëindigd. Ik wil niet zeggen, dat de motieven die hierbij golden niet respectabel waren, maar dan is de competitie geen competitie. Het argument van Ingelse, dat nu wedstrijden om drie uur of half vier aflopen omdat „er niets meer in zit" vind ik niet sterk. Dit zal vrees ik nog sneller gebeuren als er alleen maar „vriendschappelijk" wordt gespeeld. Verder geloof ik niet dat er vroeg een einde aan de wedstrijden kwam, omdat er „niets meer in zit" na de eerste innings, maar omdat wij sinds 1954 (met uitzondering van de wonderzomer 1959) voortdurend koude en of natte zomers hadden, die het verblijf op de cricketvelden vaak tot een zeer dubieus genoegen maakten. Als de competitie wordt afgeschaft en alleen „op uitnodiging" wordt gespeeld dan dreigt het gevaar, dat de krachtmetingen ontaarden in „bierwedstrijden". Cricket is niet gediend met het loslaten van de competitie-band, maar met het organiseren van een echte, gesloten competitie. Om met een „slagzin" te eindigen: „Sport zonder strijd wordt steriel". De oude clubs. De eerste secretaris van „Hercules", Mr. D. Moojen, schrijft ons, naar aanleiding van hetgeen wij verleden maand in deze rubriek te berde brachten over het a.s. tournooi der „oudjes" het volgende: Mijns inziens zit de kortsluiting, die ik meen waar te nemen in Uw betoog, in de passage: „Moesten wij nu lid worden van de Corinthians?" A.F.C. weigerde, want was dikke vrienden met verschillende „volksclubs" enz. enz. In het woordje „want" zit het: kunnen A.F.C., H.V.V., Hercules niet bevriend blijven met volksclubs omdat ze óók bevrind zijn met H.F.C., Quick enz. en met deze clubs zelfs tournooien organiseren? Moet iemand bedanken om lid van de „Grote Club" te worden, omdat hij vreest anders geen goede vrienden te kunnen blijven met diegenen die niet voor dit lidmaatschap in aanmerking komen? De vriendschap met clubs als Zeeburgia Uwerzijds en b.v. van de zijde van Hercules met Velox, D.O.S., Elinkwijk berust op gemeenschappelijke uitgangspunten als liefde voor de voetbalsport, waardering voor eikaars sportieve prestaties, sympathieke tegenstanders enz., maar ontkend kan toch niet worden dat de „oude" clubs naast deze elementen nog enkele factoren hebben die hen „samendrijven", dit althans kan men op menige receptie van die oude clubs horen verluiden. Te Uwer geruststelling kan ik U mededelen dat bij de oriënterende vergaderingen het woord „Corinthian" ook gevallen is (als waarschuwing) en dat ook uitdrukkelijk is gesteld dat er geen sprake is van een „strijdprogramma" een „afscheiding" een zich „verheven voelen boven". Uitgangspunt was: wat voor gezelligs kunnen „de oudjes" nu eens doen. De aller oorspronkelijkste initiatiefnemer (een collega-redacteur van U!) opperde n.l. om jaarlijks een cocktailparty te geven, maar men vond toch wel dat er (ook) gevoetbald moest worden. Om praktische redenen (tournooi, afvalsysteem, beschikbare speeldagen) moest besloten worden 16 clubs van vóór 1900 te interesseren. Uiteraard behoren hieronder ook de door U genoemde parels. Wederom om praktische redenen moest helaas besloten worden om de eerste keer maar met 8 clubs te beginnen, te verdelen over 2 poules. Tot zover de heer Moojen. Het is bijzonder verheugend, dat bij de oriënterende vergaderingen kennelijk gewaar schuwd is tegen het aannemen van „Corinthian-allures". En daarmede verzwakt de heer Moojen het eerste gedeelte van zijn betoog. Natuurlijk kunnen wij bevriend zijn zowel met de „volksclubs" als met de „oudjes", maar het naar buiten optreden van de Corinthians was destijds ontactisch, want discriminerend. Om de vergelijking van mr. Moojen te volgen, nog even dit: Ik kan best lid zijn van de „Grote Club" en goede vrienden blijven met de arbeiders in de fabriek, maar als de „Grote Club" niet bestond, maar zou worden opgericht om een duidelijke scheiding te maken tussen „ons" en „de arbeiders", dan moet je kiezen of delen. Zó lagen de kaarten in 1925 met de Corinthians. Tenslotte vraagt de heer Moojen om een naam voor de zilveren beker, die een lid van Robur et Velocitas voor dit tournooi ter beschikking heeft gesteld. De naam „Gangmakersbeker" is genoemd, omdat onze clubs de „gangmakers" voor het voetbal zijn geweest. Ik vind die naam niet mooi, eigenlijk meer geschikt voor een beker bij de Wielerwedstrij den. Wat denkt de heer Moojen van „Pioniersbeker"? 7

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1963 | | pagina 7