Sportpark „Goed Genoeg"
fósaÉST"'*
.---. -
•"•-
--»t -1 ..^ii
Fraai en nuttig recreatie-oord van Amsterdam
poolt allen mee, het is voor A.f.c.
Si»?
I
sm~~-M - -
#*J» 4. ...-
Trots en blij bezit van AFC, ABC en ACC
Wij zijn het nu reeds al heel gewoon
gaan vinden de kolossale trappen van
het clubgebouw, schertsenderwijze ook
wel „landgoed" genoemd, te betreden.
Wij trekken nonchalant onze jas uit in
een garderobe, waar menig provinciaals
concertgebouw of schouwburg uiterst
content mee zou zijn.
Wij gaan doodgemoedereerd naar bin
nen. Door de dubbele glazen deuren zien
wij al, dat het er weer druk is. Wij
begroeten de aanwezigen hartelijk, zoals
dat behoort. Ik schrijf dit juist eens om
de jeugdige vriendjes te vertellen, dat we
dat zo welgemanierd vinden staan.
Dan pakken we indien we als zo
veelste afschrijver op de bijzonder druk
bespeelde 3 Gabriels-biljarts aan de beurt
zijn een keu uit het rek en we spelen
ons partijtje libre.
„Opdat wij niet vergeten"
Deze korte inleiding vond ik op zijn
plaats om een schets te geven van het
huidige beeld van onze recreatieruimte.
„Opdat wij niet vergeten" zou er ergens
moeten zijn te lezen. „Time is gliding
fast away". En waar anderhalf jaar ge
leden één heimachine stond te puffen en
te roken om de eerste paal te slaan „er
gens op een heel groot stuk land in
Buitenveldert", daar staat nu het trotse
bezit van „Goed Genoeg".
Een rijke bron van sportvermaak. Dat
biedt ons nieuwe complex ons op en rond
de velden. Hier is op grandioze wijze een
geheel tot stand gekomen, dat zijn weerga,
voorzover wij menen te weten, in den
lande niet kent.
Het recreatiegebouw is voor rekening
van „Goed Genoeg" tot stand gekomen.
De prachtig aangelegde velden met de
straks, nog even geduld rijke beplan
ting, door de Gemeente aangelegd. In de
wintermaanden wordt er intensief gevoet
bald. En deze bijzonder harde en veel te
lang durende vorstperiode doet onze voet
ballers, van klein tot groot, trappelen van
ongeduld de eenmaal weer groene weide
in te rennen. Zich over te geven aan hun
lievelingssport, voor ons allen zulk een
bron van vermaak en geijkte recreatie.
En straks wordt het wéér zomer. Dan
gaan de voetballers wat uitrusten en ma
ken plaats voor honderden honkballers
en cricketers, die, hopenlijk bij zonnig
weer, hun hart kunnen ophalen aan
knuppel en wilgenhout. Met de inrich
ting van de velden is daarmede van
zelfsprekend rekening gehouden.
Zijn dit nu de enige sporten
bij „Goed Genoeg
Je hebt sporten, spelen, spelletjes e.a.
vermaak. Om nu alles eens te gaan zien,
wat er zoal bij „Goed Genoeg" te koop
is, nodigen wij U uit met ons mee te
gaan naar de recreatieruimte. Dat komt
toevallig goed uit, want het vriest een
graad of 12 en de velden zijn bedekt met
een dikke laag sneeuw. „Gaat U maar
voor, juist, deze trap op, de deur door en
dan meteen rechtsaf de garderobe in".
Bij de garderobe zijn toiletten voor da
mes en heren. Wat gaat U nu doen? Met
Uw jas aan onze „huiskamer" binnen?
Dat mag niet. Dat is een reglement van
orde, dat zeer waarschijnlijk óók bij U
thuis geldt. Zoals wij gewend zijn bij
iemand op bezoek te komen, zo behan
delen wij óók onze grote gemeenschappe
lijke huiskamer.
Het is zaterdagmiddag. Binnen brandt
de kachel. Als we binnentreden vallen het
allereerst de drie fraaie biljarts ons in
het oog. Wat een drukte daar! Het zijn
vaak jeugdige biljarters 16 jaar of
ouder zegt het reglement Kijk, wat
aardig daar! Enkele ouderen, zelf uitne
mende biljarters, geven de jeugd nuttige
aanwijzingen. Het geheim van het flu
welen achterhandje, de loepzuivere rap
pel, het ragfijne trekstootje, zoals dat in
de biljart-terminologie heet.
Er zijn er al bij, die de kunst aardig
beginnen te verstaan. Rustig stoten, je
voorhand volmaakt stilhouden. Als je dit
doet, stoot je niet zo vlug een gat in het
laken, hoor ik een van de „leraren"
zeggen.
De jongens luisteren aandachtig toe
vinden het „mieters" wat les „voor niks"
te krijgen. Aan enkele tafeltjes zitten
oudere leden. Ze spelen klaverjas en
bridge. Verderop legt een ingewijde
anderen het „skat-spel" uit. Een kaart
spel, dat vroeger zeer populair was. We
lopen verder door het prachtige en
grote clubgebouw. Kijk, daar is nu de
beroemde „ronde tafel".
De tafel der wijzen
Achter een ferme bloemenbak verscho
len staat de tafel der wijzen. Daar kun
nen de „oudjes" heerlijk rustig zitten
te keuvelen. Elkaar vertellen van „toen"
en van hun eigen heldendaden.
Daar wórdt alles, waar de normale
mens belangstelling voor heeft, bekriti
seerd, besproken en soms uiteengerafeld.
Het zijn gesprekken over film, toneel,
kunst en televisie. Er zijn beursmensen
bij, doktoren, leraren, advocaten en in-
dustrieelen. „Goed Genoeg" heeft van
alles bij de hand. Een bewijs hiervan
is de totstandkoming van het bouw
werk, waaraan o.a. medewerkten (allen
leden van één van de drie verenigingen)
een Stadiondirecteur, een industrieel,
een architect, een binnenhuisarchitect,
een econoom, een makelaar, een bou
wer, enkele mensen uit het Horeca
bedrijf en nog vele andere terzake kun-
digen.
Verderop heb je de leestafel. Daar
ligt steeds iets leesbaars op. Ook ligt
er zo nu en dan het „A.F.C.-logboek",