Bar, ban er, barst I Elfstedentocht 19 63 Lekker fris PLIEGER KEUKENS poolt allen mee, het is voor a.f.c. Ik zou van voetbal willen schrijven, van draven in een malse wei. Van balbezit, van lekker drijven. Van: Sport Beleven, vrij en blij. Zou over velden willen hollen als vroeger toen zo'n veld er was. Snuiven de geur van halmen, pollen, de geur van aaide en van gras. Wie kan de kleur exact beschrijven van wat voor mij werd tot idool? Gras wil ik voelen aan den lijve, verend tapijt onder mijn zool. Gewas dat in een ver verleden dusdanig groen geweest moet zijn als eens ikzelf heel lang geleden. Zo groen als gras nu vin-'k het fijn. Men zegt, een kentering gaat komen. De weerman heeft het uitgelegd. Er zijn er mcér die daarvan dromen, en ergens werd het zacht gezegd. Geen kou ?neer die ons doet verstijven en die deed stremmen vaart en plas. Geen witte pracht, die wou beklijven tot wat één grote smeerboel was. Ik zou van voetbal willen schrijven. Van A.F.C., as 't effe kan. Want zonder enig overdrijven, dit A.F.C., kon er wat van. Ja kon, immers de tijd zal leren Geen nood, ze trainen keer op keer! Vorst, mist noch neerslag kon hun deren. Ze willen zich ook straks weer weren. Alleen, wanneer? Het-vriest-al-weer-. IJsland, ijstijd 1963 B. S. Ie Marché TTet was nog behoorlijk donker, toen ik om 7.00 uur van start ging voor hetgeen later zou blijken één van de zwaarste en barste elfstedentochten, tot nu toe gehouden. Ofschoon ik behoorlijk dik was ingevet, had ik in het begin wat moeite om op temperatuur te ko men, vanwege de reeds kille wind. Het eerste traject liep over een klein slootje, dat nog van het trotse Van Harinxmakanaal was overgebleven, naar Sneek. Het ijs was verschrikkelijk slecht en valpartijen waren dan ook niet te vermijden, vele mensen liepen hier reeds diepe wonden en kneuzingen op. Ikzelf ben het eerste stuk vrij redelijk door gekomen, hoewel ik echter ook regel matig met de hardheid van het ijs ken nis maakte. Reeds voor Sneek was de schare dan ook aanzienlijk uitgedund. Naar Ijlst, de tweede stad, ging het voor de wind, over naar omstandigheden redelijk ijs, hoewel doorgroefd met scheu ren en gaten. Vele schaatsers, die hun vaak zware ballast van extra schaatsen en schoenen begonnen te voelen smeten deze attributen zonder pardon van zich af in het witte landschap. Hierna naar Sloten en vandaar recht tegen de ijzige sneeuwwind in naar Sta veren. Daar begon pas de werkelijk zware beproeving van de conditie der nog over gebleven rijders. De wind was inmiddels zeer fel geworden en de hoog opstuivende sneeuw bedekte de schaatsers van top tot teen. Dit dek bevroor na verloop van tijd en hierdoor kon ik op een bepaald ogen blik mijn handschoenen niet uitkrijgen, aangezien de boord zo zat dichtgevroren, dat mijn hand er niet meer door kon. Ook mijn schaatsen, waarin zich 'n bocht had geopenbaard waren met geen moge lijkheid meer los te krijgen; de veters za ten stijf vastgevroren. Vooral op dit stuk kregen vele rijders last van bevriezing van ogen, oren of zelfs wel van het gehele ge zicht. Inmiddels was de breedte van de baan, door de sneeuw tot een minimum ge slonken, zodat ook de schaatsslag belang rijk ingekort moest worden, hetgeen op den duur zeer vermoeiend werd. Na Hindelopen ging het over een stuk van het IJselmeer naar Workum, waar de wind de baan reeds geheel had onder- gestoven. Het werd nu nog slechts een kwestie van louter krachtschaatsen; glij den was er niet meer bij. In Bolsward, de volgende stad, waar ik om 15.00 uur aan kwam, hoorde ik tot mijn grote spijt, dat de controlepost bij Franeker om 16.00 uur dicht zou gaan in verband met de onbe gaanbaarheid van het ijs. Dit was voor mij niet meer te halen, te meer, daar het nu komende ijsgedeelte het in slechtheid nog ruim won van de ervoorliggende stuk ken. Ofschoon teleurgesteld over de af loop heb ik toch verder niets dan pret tige herinneringen aan deze zevensteden tocht overgehouden. Een Fries in Leeu warden, die ik naar de bus vroeg bood direkt aan mij er even heen te brengen, hoewel het ruim 20 minuten lopen was. Mijn logies in Leeuwarden was verder werkelijk voortreffelijk. Ik wil hier alleen maar mee aantonen, dat de Friese bevolking zich zowel tijdens als vóór de tocht van zijn waarschijnlijk wel allerbeste zijde toonde en om dit te mogen meemaken heb ik met groot ge noegen twee dagen opgeofferd, die ik voor hetzelfde geld in heel wat warmere oorden had kunnen doorbrengen. WIJNAND BÜCKERT Tk neem aan dat er meerdere witbe- vlokte, met ijspegels omrande, aante keningen te vinden zijn in deze Schakel, zodat je je voorneemt, al starende over de barre, witte eindeloosheid, ook maar een pegel in het zakje te doen. Als over 100 jaar A.F.C.-jongelieden, al begerig de zoele lentelucht insnuiven en een greep in de annalen willen doen en het seizoen 1962-1963 willen vatten, zullen zij elkaar wellicht toevoegen: „Neem de witte Schakel maar van Februari 1963" Ondanks een behagelijke temperatuur van plus 11 graden zullen zij huiveren wanneer zij de bladzijden van deze Scha kel zullen omslaan. De polaire lucht en de hoge drukgebieden zullen hun van af de letters om de oren spoelen. Zij zullen vol bewondering naslaan hoe dit geslacht in leven is gebleven. Wellicht dat zij met een van aandoening trillende vin ger zullen wijzen naar een vergeelde foto, waarop een dolgelukkige A.F.C.-er te -zien is met een klein zakje sprokkelhout in de handen. Onderschrift: „Alleen door zijn konditie was dit mogelijk. Daarom mensen, geloof ik, dat wat we nu allemaal uitspoken in deze winter door de historie extra reliëf gaat krij gen. Het is dan ook zaak goed op te pas sen voor wat U thans publiekelijk te ber de brengt. Hardvochtige chroniceurs zul len Uw woorden en daden vastleggen voor het nageslacht. Het behoeft niet de bedoeling te zijn dat U nu ijlings naar buiten snelt een bijt hakt en kopje onder gaat terwijl onze re dacteur aan de kant staat om 'n repor tage van Uw bewegingen te schrijven. Dat zal men ook in 2063 onderkennen als overdrijving. Nee...., waar U op moet letten zijn de opmerkingen die U zich veroorlooft over het weer. Niet dat soort van: „hoe lang nog...." en „als het nog een week langer duurt ga ik emigreren...." Daar mede geeft U te kennen dat U er genoeg van hebt en dat zal men U over 100 jaar zeker kwalijk nemen. De zucht naar „fer me jongens, stoere knapen" zit al eeuwen in onze body en zal over 100 jaar eer toegenomen zijn dan verflauwd. Men wil records en geen geweeklaag. Verheerlijkt zullen zij zich in de handen wrijven wan neer zij lezen dat een tweede uitgeschre ven Elfstedentocht op 6 Juli 1963 werd gewonnen door een A.F.C.-er! Vanuit onze hemelse (groene) weide gronden zullen wij dan minzaam op hen neerkijken en met een stoer gebaar onze vleugeltjes rechttrekken. Wij moeten beslist zorgdragen dat onze ferme houdingen geen deuken te incas seren krijgen. Uit deze populaire omstan digheden moeten wij uiterlijk gaaf te voorschijn komen. Jan Steensma moet dan ook elke lite raire kreet, die verlangens naar de bal inhoudt, naar de prullemand verwijzen. Hij moet zijn Schakel nu vooral kruiden met pittige ijs-verhalen, desnoods met hier en daar een bevroren oortje. Daar smullen die lui later van. Met foto-materiaal kunnen wij de zaak een fel-realistisch tintje geven. Wanneer men tussen al onze ijzige artikelen plotseling een afbeelding ziet van de ijsmuts van onze voorzitter: de oorwarmers van onze secretaris, dan zal men dit huiverend van bewondering bezien en nog groter zal het respect voor ons worden. Waneer ik dan dit stukje noodgedwongen moet beëindi gen omdat de inkt in mijn pen is gestol- ten, dan kan dit een reden temeer zijn om U aan te sporen toch vooral flink te zijn. Wanneer men over het weer begint, zegt U alleen maar: „ja, lekker fris...." CHARLIE plastic uitvoering plaatstalen uitvoering 10 A' V* AL?

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1963 | | pagina 10