Nieuu/jaarsu/ens '63 van Thomasvaer en Pieterne)
B6Gunst?TQinQ van onze aöveRteeRöeRS, houivc öe schakel in stanö
Telkens weer slaagt Jaap a Cohen erin de Wens een
ander entree te geven. Thomasvaer en Pieternel kwa
men nu in ons nieuwe clubhuis op door de zijdeur van de
keuken. Vooral Pieternel was sprakeloos. Maar Thomasvaer
leidde haar toch onder voortdurend gebabbel naar het
podiumtrapje. „Kom, open het gordijn' riep Thomasvaer.
Zijn bevel werd verstaan en voor het voetlicht stonden
reedsThomasvaer en Pieternel. Ook deze Thomas wees
zijn Nel op de schoonheid van ons clubhuis. Thom T kreeg
intussen danig de pest in en stak dat niet ondei stoelen
of banken. Toch werd de zaak geregeld, gezien de vele
lichtpuntjes die aan dit kwartettelijk optreden verbonden
konden worden. Zo zagen de dames (uitgebeeld door Miep
Hauber en Tonny a C.ohen) direct al de volgende moge
lijkheid:
P. II En ook voor roddelen is het fijn
Twee datnes bij elkander
Want wat de ene dan niet weet
Dat weet beslist de ander.
T. 1 Zeg eens ik dacht bij A.F.C.
Was zoiets steeds taboe.
P. II Niet slecht wat ben je toch naief.
Niet roddelen? Nou Moe.
T. 11 Niet roddelen. Hou je gedekt
Hoe kom je bij 't idee,
Want Roddelen bij A.F.C.
Bestaat niet; nee, neenee.
Wat komen jullie eiglijk doen?
T. I Wij? De nieuwjaarswens honen.
Dat is traditie zo je weet,
Daar kun je vast op bouwen.
T. II Verrek, 'k dacht dat je bouwens zei,
Het klonk zo, allemensen.
P. I Nou geen geklets,
De vierschaar beginnen met hun wensen.
1'. II Pardon nee eerst bespreken we het afgelopen jaar.
T. 1 Eén januari werd gestart en hevig reken maar.
I'. I Bob Wildeboer was de auteur
De wens was what you call
't Was zang, 't was dans
En bovendien nog meenge goede grol.
T. I Bob moest dit jaar eens overslaan;
Hij stond voor zijn examen;
Hij is er door, gefeliciteerd
Dat zeggen wij je samen.
P. II Jan Snelleman was Tomasvaer
En Pieternel Miep Houber.
T. II Miep zong gelijk een vogeltje,
Jan kweeld' als Richard Touber.
En al meteen na 1 januari 1962 werd de eerste roddel te
water gelaten.
P. I Genoeg gepraat over dat stel
Zeg heb je geen idee
Waar het hier eigelijk omgaat?
't Gaat over A.F.C.
T. I Er was al daad'lijk een canard;
't Stond in De Telegraaf
Jo Wijnand's goeie ouwe krant
Fantaseerde weer braaf.
We zouden op ons nieuwe veld,
Wist men ons mee te delen,
Tegen een prima Engels team
De eerste wedstrijd spelen.
T. II Of Jo daar misschien tussen zat?
Als een reclame stunt?
Maar ons was daarvan niets bekend
Nou ja, het had gekund.
Hij heeft ook aan de pers verteld:
De klok die zwijgt subiet
Als er een wedstrijd wordt gespeeld
Dan werkt de klepel niet.
T. I Loop nu niet op de boel vooruit
We zijn nog aan 't begin
Eerst kwam het heren jaardiner
Dat ging er prettig in.
T. II Er was een borreltje vooraf.
Voor 82 leden
P. 11 Ik ken de dorst van A.F.C.
Ze drinken z'onversneden.
l>. I Ik weet het, zo'n verjaardagsfeest
Wordt luisterrijk gevierd
En om de tafelpresident
Wordt o zo vaak gegierd.
T. I Natuurlijk is 't het oude lied,
Maar nieuw blijft het altijd
Ik heb me, op zo'n knalfestijn
Al menigmaal vermeid.
T. II Er wordt gesmoesd, gespeecht, gezwamd
Wil Brusse dirigeerde
P. II En wie won de Nobelprijs?
Ging die bij de verkeerde?
T. I Zeg ben je zestig.
Hij is juist zeer goed terecht gekomen
Hij kwam nog wel bij die persoon
Die 't niet had durven dromen.
We zullen deze grote man
Hier niet met tekst bespringen,
We doen dit feit kond. met muziek
We zullen het hier zingen.
Tot grote verrassing van de toehoorders zetten de beide
Pieternellekes en de beide Thomasvaers, de laatsten vertolkt
door onderscheidenlijk Jan Snelleman en Cees Bouwens,
ieder op hun beurt het volgende lied in.
HET C.V.P.-LIED
Wijze: Parijs ligt aan de Seine
I
Wie is een reuze kerel,
Wie doet voor Aafcee veel,
Dat weten alle mensen:
Dat's Cor van Peperzeel.
Wie is cer'moniemeester,
En werkt zich groen en geel.
Wie kan organiseren:
Dat's Cor Peperzeel.
Wie speelt op de piano
Wie zorgt voor de muziek,
Dat's Cor, hij's wat je noemt uniek.
Wie heeft aan alle feesten
Bij A.F.C. zijn deel,
Wie blaakt van echte clubgeest
Dat's Cor van Peperzeel.
9