7ÏSB
4
A
m
J
H
I
I
pooLt AlLen mee, het is voor a.p.c.
m
m yr a
7
P. II De eerste clubavond in 't clubhuis,
Was dadelijk al goed bezocht
Maar er kunnen er heel wat komen,
We zijn nog lang niet uitverkocht.
T. II Je kunt je reuze goed vermaken,
Met vele soorten sport en spel
Mijn lieve Nel, mijn maandagavond,
Wil ik niet missen, snap je wel.
P. I Toen kwam er alles in het clubhuis,
Wat er aan ev'nementen was.
Je kunt er lunchen en dineren,
En alles is er eerste klas.
T. I De wedstrijd Zwaluwen-Oud Mokum,
bracht veel oud-spelers in het veld.
'k Dacht dat ik Stallmann zou zien spelen,
Maar die was heel gauw uitgeteld.
P. II Er was een ongekende opkomst,
We zagen weer eens veel publiek
En 's morgens gaf de jeugd voor d' polio,
25 duizend 2 honderd piek.
1II Toen kwam de eerste competitie-wedstrijd
op ons nieuwe veld
Van deze koninklijke wedstrijd,
Hadden w' ons heel wat voorgesteld.
Wij hadden pech, de H.F.C.-ers waren minder,
't Was niet veel, nee,
We kregen voor ons zwoegen noppes
Haafcee nam beide puntjes mee.
P. I Maar 't was een sfeer in onze rijen,
Het was net als in d'ouwe tijd
En dan twee gulden voor d'entreeprijs
Dat is voor ons een zeldzaamheid.
T. I Er kwamen veel hoge bezoekers:
Lo Brunt, Toon Schroder, Dick van Rijn
Hij maakt' een prima reportage,
Dat ligt nou net in onze lijn.
Tonny a Cohen, Pieternel II dus, stapte van deze onder
werpen af en maakte van de oude tijd gewag. En Cees
Bouwens (Thorn. II) kreeg gelegenheid om een lied, dat wij
reeds kenden na de talrijke creaties van o.a. Corry Brokken
en Caterina Valente, een geheel nieuwe gestalte te geven.
Hij was nog even bang voor deze solo, maar zijn voor
dracht heeft toch velen onzer ontroert.
MIJN IDEAAL
1
Wijze: mijn ideaal.
Als 'k denk aan onze ouwe tijd
Waren we tot veel bereid.
Wat heb 'k gezwoegd voor A.F.C.,
Wat ieder clublid trouwens dee,
We waren 's zondags vroeg op 't veld,
We misten nooit iets, voor geen geld;
De palen werden ingeramd,
De koeiendrek werd aangestampt
We haalden klonten uit 't terrein,
En zelf gekalkt werd elke lijn.
Het Willemspark heb 'k niet gekend -
Toen was ik nog zo'n kleine vent
Maar 'k was een kaerel in de Meer
Daar knokt'ik al voor voetbal eer.
Mijn vader stond op een plankier
Op die tribune was hij fier
Toch was Aafcee voor allemaal
Het ideaal, het ideaal.
We kwamen op de Wandelweg,
Dat was een heel stuk beter, zeg,
Daar gingen we heel graag naar toe -
Tribunes hadden we, en hoe.
Er was een clubhuis met een trap
Daar critiseerden we steeds knap.
We hadden er veel lief en leed;
'k Weet dat ik dat niet licht vergeet
Er was soms niets, soms veel in kas
Daar werden we nog eerste klas.
Nu zijn we hier op dit domein
Als een biljartbal is 't terrein
Ons clubhuis is een feestgebouw
Waarop we trots zijn als een pauw.
Flet is precies een mooie droom
Hier vinden wij onze tweede home
Het is voor mij en allemaal
Ons ideaal, ons ideaal.
Na dit met langdurig applaus ontvangen lied ging men
weer over tot de dagorde.
T. I Jo Wijnand maakt' een mooie map,
F.en prachtwerk zou ik menen,
Van wat er van ons lief Aafcee,
In dag- of weekblad was verschenen.
P. I Hij gaf 't cadeau, voor niemandal
Je kon er alles fijn in lezen
De prominenten kregen het
't Zou anders veel te kostbaar wezen.
T. II Aafcee kwam meer en meer in trek,
En wanneer wij op zondag spelen
Dan kan je netjes met de bus
Dat zal je wel een stukje schelen.
1'. II Ze houden rekening met ons,
Het G.V.B. doet dit aldus
Een extra halte voor Aafcee
We hebben nu een eigen bus.
T. I We waren in begin november,
Het eerste speelde werklijk fijn
En elke wedstrijd werd gewonnen,
Soms met maar ook vaak zonder pijn.
P. I De sociëteit deed het geweldig,
Vriend Bakker werkte zich een mik
De centjes stroomden in de kassa
Heel Goed Genoeg was in zijn schik.
T. II Op zoiets had geen mens gerekend,
Zelfs niet de grootste optimist
En al degeen die 'r bang voor waren,
Hadden zich schromelijk vergist.
P. II En 't was niet slechts voor grote mensen,
Ook onze jeugd deed dapper mee
En als de ouders bleven eten,
Dan kregen zij een klein diner.
T. I De zilvren ploeg kwam bij elkander,
Natuurlijk in de sociëteit,
Het was een avond vol geneugten,
En ze vertrokken slechts vol spijt.
P. I Maar er zijn ook wel kalme dagen,
Dan speelt men sjoelbak en biljart
Ook tafeltennis wordt beoefend
En al die spelen lopen hard.
T. II De klaverjassers kibblen rustig,
En zitten prettig aan het raam;
Behalve als er soms gedrived wordt,
Dan speelt de club tesaam.
14