Een droom werd w/erkelijkheid BeGunstiQinq van onz<=. aöveRteeRöeRS, houöt öe schakeL in stanö Van Willemspark tot Buitenveldert). Zaterdag 6 oktober wordt een droom tot werkelijkheid; dan gaan de poor ten open van ons Sportcomplex „Goed Genoeg" op Buitenveldert, waar vijf tot in de puntjes verzorgde velden liggen te wachten om bespeeld te worden door onze 32 voetbalelftallen, 7 cricketelftallen en 10 honkbalnegentallen. (Niet tegelijk natuurlijk). Dan gaan wij naar het club huis met zijn 13 kleedkamers en zullen heel trots en gelukkig zijn. In oktober 1895 begon A.F.C. te voet ballen in het Willemspark, ongeveer tus sen de huidige Oranje Nassaulaan en de vijver van het Vondelpark. Het „terrein" was een driehoekig veldje; het was aan de zuidzijde 50 meter breed en aan de noordzijde 30 meter. Om het schoons vierkant te maken werd de cornervlag op de straat geplant, zodat de spelers de weg op moesten om een corner te nemen. Scherper kunnen wij geloof ik het con trast tussen het aarzelende begin en het stralende heden van A.F.C. niet schetsen. Dat A.F.C. die pokken- en mazelen- periode doorkwam, is eigenlijk een won der. En ook weer niet helemaal een won der, want de youngsters, die A.F.C. be gonnen, waren geboren organisatoren. De eerste voorzitter was Hylkema, die de eerste Lo Brunt van de Voetbalbond werd en de eerste directeur van het Feyenoord-Stadion. Hij is dus wel altijd de eerste geweest. Secretaris was Frits Bernhard, die later een van de bekend ste figuren op Beurs- en politiek terrein in de hoofdstad zou worden en commis saris was „Schaf" Scheepens, die een van de meest spectaculaire figuren in de tabakswereld werd. Geen wonder overigens, dat A.F.C. naar een beter terrein uitzag. Oh, ja! voor ik verder ga: de naam A.F.C. is ook van Schaf Scheepens. Toen de jongens een club hadden gemaakt moesten zij een naam bedenken. De mooiste namen wer den bedacht, tot „Minerva" en „Cleo patra" toe. Stel je voor dat we „Cleopa tra" waren gaan heten! Je kan wel zeg gen: ,,lk was gisteren bij A.F.C., maar 't was pet". Maar als je zegt: „Ik was gis teren bij Cleopatra, maar 't was pet", dan krijg je zó praatjes, U weet hoe de mensen zijn. Schaf Scheepens kwam toen op het idee, de club de Amsterdamsche Football Club te noemen. Een naam, die van evenveel zelfvertrouwen als kijk op de toekomst blijk gaf. Enfin, de A.F.C. moest dus een terrein hebben. Nu was dit in de jaren rond de eeuwwisseling lang niet zo'n probleem als nu. Een verhuizing met tribunes, ac- comodatie enz., is thans een kwestie van jarenlange voorbereiding en een enorme financiering. Maar toen was het zo iets van „neem Uw bed op en wandel". Er waren geen tribunes, ze trokken zelf de krijtlijnen en hingen de doelnetten op en klaar was Kees. Het was vaak het recht van de sterkste, zoiets als goud- zoeken aan de Klondyke. Wie een mooi stukje grond wist stond om zes uur op en „paalde zijn claim". Zo zwierf A.F.C. een beetje rond en het eerste terrein dat enigszns die naam terrein verdiende, was aan dc Tolstraat bij de Amsteldijk (ach ter het toenmalige Gemeentehuis van Nieuwer Amstel, dat thans Gemeente- Archief is). Daarna werd enige tijd gespeeld aan de Langeweg (thans Archimedesweg) bij de Hoogeweg in Watergraafsmeer, op het terrein van de IJsclub Linnaeus. Royalere kleedgelegenheid hebben wij van ons leven niet gehad. Tegenover de IJsclub waren de huizen van de Langeweg in aan bouw en nu gebruikte iedere speler een „huis voor zich alleen" om zich te ver kleden. Vandaar verhuisde A.F.C. naar een ter rein aan de Omval achter de toenmalige kalkovens (ongeveer waar nu het via duct van de spoorlijn naar Utrecht de Weesperzijde kruist). Dat terrein kreeg al gauw de veelbetekenende bijnaam „Het Moordhol". Het was het eigendom van Oom de Waal (de vader van Klaas de Waal) en er was zo waar een huurprijs voor vastgesteld. Maar dat was theorie. Tegen het einde van het seizoen wist Oom de Waal al wat hem wachtte. Dan kwam Schaf op visite, hield een „cause rietje" en Oom de Waal haalde dan maar weer een streep door de huur. We waren dus nu een „Meerse club" geworden (Watergraafsmeer werd in de wandeling „de Meer" genoemd) en via de Ringdijk belandde A.F.C. in 1906 aan de Middenweg, op Boer Oostveen van „Goed Genoeg" Goed genoeg. Goed Genoeg! Ik kan niet over „Goed Genoeg" de boerderij van Oostveen schrijven of aan Goed Genoeg denken zonder een zekere vertedering. Waarlijk niet uit nostalgie naar „vroeger". Als ik denk aan het smerige kleedhok waar het rook naar mest, slootwater en zweet en aan de kleedkamers op het nieuwe „Goed Genoeg", als ik denk aan de groezelige Gooische Stoomtram en de ongezellige houten spoorwagons waarmee wij naar uitwedstrijden gingen en ik denk aan de luxueuze, helder verlichte en lekker ver warmde autobussen waarmede onze spe lers thans reizen dan is er weinig reden voor nostalgie. Maar op „Goed Genoeg" groeide A.F.C. tot de eerste club van Amsterdam. Kam pioen in 1908/1909 van de 2e klasse B en daarna van de gehele 2e klasse. (Eer ste klassers waren er toen in Amsterdam niet). A.F.C. kwam met de ene primeur na de andere. Sterke Engelse clubs wer den uitgenodigd, Walthamstone Avenue F.C. in 1908, later de London Caledo nians en de beroemde Bolton Wanderers, tegen wie wij speelden onder leiding van de beroemde Engelse scheidsrechter How- croft. Primeurs op het gebied van de reclame. Wij moesten spelen tegen D.V.S. (thans Hermes D.V.S.) Toon van Seventer (be stuurslid en in het dagelijks leven Direc teur van Drukkerij 't Koggeschip) en zijn reclame-commissie kwamen op de gedachte een grootscheepse reclame op te zetten. Toon huurde een verhuiswa gen, liet die roodzwart schilderen en gar neren met cornervlaggen. Voor de wagen reden twee mannen te paard (een daar van was de bij A.F.C. toen welbekende „Puck", de noodhulp-terreinknecht). De ene ruiter was gekleed in A.F.C.-tenue, de andere in een geleend D.V.S.-costuum. Ook de paarden waren „versierd" en had den o.a. elk twee nieuwe voetballen om de nek hangen. En zo trok die zaterdag voor A.F.C.— D.V.S. de stoet de stad in. Rond de beurs, die net aanging van een vrije zaterdag had men toen nog nooit gehoord wer den door de „ruiters" wedrennen gehou den, tot grote hilariteit van de beurs bezoekers. Het werd gewoon een volks oploop, totdat de politie er een eind aan maakte. Maar de reclame had ingeslagen. Primeur ook van de reclame-biljetten. Ik geef hier een gedeelte van de tekst van een der eerste reclamebiljetten, ver spreid voor de wedstrijd A.F.C.—Achilles (Rotterdam). Men schreef toen uitvoeri ger dan thans. Een gedeelte van de tekst dus: „Gemakkelijk te bereiken per Gooische Stoomtram, vertrek W.P. 130 stadstijd en 2 uur, van Dam met lijn 9 en 11, van Leidscheplein met lijn 10 en verder langs Gasfabriek. Entree 25 ets. Militairen 10 ets. N.B. Terreinen der A.F.C. geheel nieuw gerestaureerd en gelijk gemaakt. Omhei ning en plankier aanwezig. Afmetingen internationaal." Die tekst is heel leerzaam. De mensen, die op „Goed Genoeg" speelden en de 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1962 | | pagina 5