Resultaten v/an de groene velden
verze
keringen
9
Van de u/aarnemend
redacteur
Voor
al
Uw
van Emden Snoek
1
poolt allen mee, het is voor a.f.c.
B V' A.F.C.-schakel van september, die
*-* nu voor u ligt, is tot stand gekomen
buiten verantwoording van J(an) Tj.
Steensma. In verband met zijn langdurige
vacantie heeft de A.F.C.-oligarchie mij
met de waarneming van het redacteur
schap belast.
Toegegeven, vrienden. Ik heb mij er
veel van voorgesteld. In de afgelopen we
ken heb ik mij overal binnengedrongen
en ben ik mede aangeschoven, met de
uitsluitende bedoeling alles te vernemen
wat mij bij de samenstelling van dit num
mer van pas zou kunnen komen. Maar
hoe bitter is mij dat tegengevallen. Waar
ik ook temidden van luidruchtige A.F.C.
ers verscheen, steeds weer viel er onmid
dellijk een bedremmeld zwijgen, waar
door ieder nieuwtje of schandaal voor
mij verborgen bleef. Opgepast jongens,
let op je woorden. Wie weet wat er over
je wordt opgeschreven. Feind hört mit!
Slechts Joh. Meijer bleef in de conversa
tie zichzelve. Het was hem aan te zien,
dat hem niets kon gebeuren en hij had
gelijk. Als Schakel-drukker heeft hij im
mers het laatste woord!
Zo heb ik weinig eigens aan deze af
levering kunnen toevoegen. Alles is een
beetje blijven hangen tussen de melancho
lie van de herfst (met het thans defini
tieve afscheid van de Wandelweg) en de
vreugde van een nieuw begin (in onze
nieuwe behuizing).
Voor alle tekortkomingen in dit werkje
moge ik dan ook een beroep doen op uw
welwillende clementie. Als invaller voor
deze journalistieke buiteling heb ik per
slot van rekening niet kunnen trainen
In ootmoet, uw
AD (INTERIM) ONDERDEL AT.
OVERSCHIESTRAAT 13-15
TEL. 15 44 33, A'DAM-W3
TToe moeilijk toch blijkt het te zijn u
een overzicht aan te bieden van alle
seniorenelftallen, die in rood en zwart de
punten voor ons bij elkaar moeten schop
pen. Bezield van het vaste voornemen u
meer captainsverslagen voor te zetten dan
jan Steensma vermocht, moet ik u in
deemoed bekennen, dat er nog al wat
gapingen tussen I en X zijn gevallen. Zijn
onze captains onmachtig of slechts be
scheiden? Hoe dan ook, zo vroeg nog in
het seizoen blijft de mogelijkheid open
tot een algeheel herstel. Mogen wij het
daar op houden, heren?
Als nieuweling begroeten wij joop
Stokv s en zijn tieners. Het doet mij even
denken aan de Reds Band, maar dan iets
gemoderniseerd.
Wij beginnen echter met Cees Bouwens
en zijn eerstelingen. Zes punten uit drie
wedstrijden! Als dat zo doorgaat hangt de
dreiging van het betaalde voetbal boven
onze hoofden. Hoewel dat ongetwijfeld
het einde van Jo Wijnand zou betekenen.
Toch blijf ik hopen op een kampioen
schap. Misschien komt er dan wel een
feestje van.
W. A.
Ik moet U eerlijk bekennen het een
vreemde gewaarwording te vinden nu, na
dit enkele jaren geleden voor het laatst
(dacht ik) te hebben gedaan, weer een
stukje voor de Schakel le schrijven over
de resultaten van het eerste elftal. Een
prettige taak overigens, gezien de resul
taten tot op heden, 6 punten uit 3 uit
wedstrijden!
Voorwaar een mooie stand om ons
nieuwe complex met clubhuis (of liever
clubkasteel, gezien afmeting en inrich
ting) te betreden.
Slotvoogd Kappelhoff getuigde dan ook
reeds enkele malen van een lichte tevre
denheid, hoewel de manier waarop wij
onze overwinningen behaalden er toch de
oorzaak van was dat hij zijn gemiddelde
van één opgegeten doos sigaren per wed
strijd met het grootste gemak kon hand
haven.
Uit het voorgaande zal de lezer, die
niet bij de betreffende wedstrijden aanwe
zig was, duidelijk zijn geworden dat die
overwinningen nu niet bepaald door bril
jant voetbal werden gewonnen. Integen
deel, de ploeg (evenals trainer en elftal
commissie) is nog „zoekende", naar de
juiste opstelling en de juiste cadans. On
getwijfeld kunnen wij beter en zal het
ook beter gaan, want materiaal is er ge
noeg.
Belangrijk is dal er een ploeg in het
veld staat van elf knapen, die het goed
met elkaar kunnen vinden. Onze nieuw
komers Tony van Straaten en Rob Brou
wer zijn al volkomen ingeburgerd en in
de vriendenkring opgenomen.
Dat Rob Brouwer bij het betreden van
het O.S.V.-veld op de vraag van de sup
poost: „Van welke club bent U?" ant-
woordde: „Blauw Wit" zal de insiders
niet verbazen (de suppoost overigens
wel). Ook dat slijt wel, Rob!
Jammer dat John van Beijnunr bij z'n
debuut zo ongelukkig in botsing kwam
met de spil van de tegenpartij. Spoedig
beterschap, John en een volgende maal
meer geluk.
Dat de spi! van O.S.V. na deze botsing
opstond en z'n voortreffelijke partij voet
bal voortzette of er niets aan de hand
was, zal een ieder die er van getuige was
inet stomheid geslagen hebben.
Het begin was dus goed, maar het kan
en moet veel beter. Vrouwe Fortuna was
ons wel bijzonder goed gezind op deze 3
eerste competitiezondagen (als dat zo
doorgaat brandt straks het clubhuis ook
nog af, op de laatste dag dat wij er in
verblijven"). Oei, dat had ik beter niet
kunnen schrijven, want stel je voor dat
het gebeurt! Bij voorbaat stel ik hier
reeds dat ik er niets mee te maken heb
gehad.
CEES BOUWENS.
Aan twee dingen moesten de legionnai
res van het negende bij de aanvang van
het nieuwe seizoen even wennen. In de
eerste plaats, dat zij weer gewoon door
gingen op de bietenakker aan de Wandel
weg; in de tweede plaats, dat A.F.C. IX
niet meer is uw staartteam, maar thans
wordt gevolgd door A.F.C. X. Wij wor
den er niet hoogmoedig door en heten
deze tieners hartelijk welkom in het
A.F.C.-concern. Naar verluid zou de tie-
nerscaptain reeds doende zijn met de op
richting van de „vereniging van A.F.C.-
captains". Het zou leuk zijn, indien de
elftalcommissie A.F.C. XI kon baren. Jaar
lijks zou dan het captains-elftal een wed
strijd kunnen spelen tegen bijvoorbeeld
de vrijwillige Bergense brandweer, bij
voorkeur op Hartjesdag.
De eerste krachtmeting van uw negen
de vond dan thuis plaats tegen Roda
'23 V. Het werd een puntenverdeling
(3—3). Voor rust scoorden Fritsche, Hast-
man en Endel, waartegenover de Boven-
kerkers niets wisten te stellen, zodat ik
in gedachten al voorzitter Rappelhof in
een van de laatste wedstrijden met een
blommetje het veld op zag snellen om
ons met het kampioenschap te feliciteren.
Zover zal het zeer misschien toch niet ko
men, want 3 tegentreffers in de tweede
helft brachten ons slechts de halve winst.
De week daarop de polder in, op be
zoek bij Slotervaart III. Het begin was
al ontmoedigend. Toen ik met mijn
équipe het veld betrad werd er in
Slotervaarts dialect geroepen: „pas op
opa, val niet over de kalklijn". Een ka
rakterloos volkje daar, als u het mij
vraagt. Ik meende, dat de opmerking was
bestemd voor Ab de Jong, maar hij blijft
volhouden, dat de spreker zich tot mij
richtte. Hoe dan ook, wij hadden niet zó-
2