Goed genoeg
B
„VA/ïe uit het verleden niet leert,
is de toekomst niet waard".
BequnstiGinq van onze AöveRteeRöeRS, houöt öe schAkeL in stAnö
laderende in oude Schakels kom ik in
januari 1962 het verhaal tegen van
Arend, die de eerste paal in zijn zak
boekje noteert. Donderdag 28 december
1961 ging de eerste heipaal voor het
nieuwe A.F.C.-clubhuis de grond in. Aan
de touwen: Peet Scheepens. Negen maan
den later (nou ja, een paar dagen over
tijd) zal de voorspoedige geboorte wor
den gevierd van ons troetelkind.
Van bouwen heb ik in het geheel geen
verstand, zomin als van voetballen (waar
van trouwens wel), maar aangezien vrij
wel iedereen accepteert dat ik over voet
ballen praat en schrijf meen ik het mij
wel te kunnen permitteren ook over de
bouwerij mijn schrijfje te schrijven. Ik
heb mij voor u allen gedurende de laat
ste maanden vrijwel dagelijks op de hoog
te gesteld van de vorderingen aan de
Boelelaan (in statu nascendi) en nu
de wedloop met de tijd bijna is beëin
digd wil ik diep mijn (witte) petje afne
men voor allen, die met arbeid, kapitaal
en verstand, ons „voetbalkeetje" uit het
niet hebben opgeroepen!
Bouwen is een onbegrijpelijke bedrijvig
heid, mensen. Duizend vragen welden mij
naar de keel maar ik heb in strikte zelf
tucht gezwegen en mij niet belachelijk ge
maakt. Maar wat ik niet allemaal heb
gezien. Nijvere ambachtslieden, op de
knieën gebroken, smeerden in devote toe
wijding vloeren dicht, die de volgende
dag door montere drilboorders weer open
werden gescheurd. Gewetensvol ingezette
ramen bleken kort daarop toch weer te
zijn gesneuveld. Materialen, genoeg om
een warenhuis mee te vullen, werden aan
de ene zijde van het gebouw behoedzaam
binnen gedragen en opgeslagen. Andere
medewerkers droegen de buit aan gene
zijde weer uit. Bestratingen werden vak
kundig uitgevoerd, waarna pijpleggers en
draadtrekkers de boel weer openbraken.
Op het honkbalveld moesten hekkenbou
wers zo nodig hekken bouwen op de
plaats waar al een dijk lag. Goed dan,
die dijk ging weer een stukje naar achte
ren.
Ik neb er ten slotte vrede mee gekre
gen, want hoe hebben u en ik per slot
van zake leren lopen! En bij elke tien
goals, die Bouwhuis het vorige seizoen
voor ons scoorde, lag hij toch ook eerst
negen keer op zijn bek voor de bal in het
netje vloog. Het hoort er blijkbaar alle
maal bij.
Honderden closetpotten heb ik zien
binnen dragen. Mijn hemel, wat verwach
ten ze van ons! Elders in dit nummer
treft u een te dezer zake deskundiger bij
drage aan, zodat ik hierover verder maar
zal zwijgen.
Maar op zaterdag 6 oktober a.s. gaan
wij er in wonen. Wij gaan dan, gestoken
in het beste pak en gehuld in het liefste
japonneLje, handje schudden, praatje ma
ken, kelkje heffen; en wat later op de dag
liedje zingen, kelkje heffen, schuiveltje
maken, kelkje heffen, grapje zeggen en
weer kelkje heffen.
Goed, misschien, heel misschien zal er
nog in het verborgene hier en daar nog
een kwastje verf moeten worden gestre
ken of een hoopje zand moeten worden
weggeschept. Maar voor ons zullen van
6 oktober af de klokjes thuis klingelen
zoals ze nergens klingelen. Natuurlijk kan
het altijd nog wel mooier. Ik heb al
iemand horen opmerken, dat op het stuk
niemandsgrasland naast het clubhuis nog
een zwembassin en een paar tennisbanen
zeker niet zouden misstaan. Maar ik
vraag mij af: zoals het nu is (en nog een
klein beetje moet worden), bij Rappel
hoff, is dat nog niet goed genoeg?
A. O.
"Tkat is A.F.C. nog nooit gelukt" en
„Dat is in jaren niet meer voorge
komen" zijn van die uitspraken die we
iedere zondag langs de lijn kunnen horen.
Vooral de „oudere" A.F.C.-ers beschou
wen een wedstrijd graag „vergelijkend".
De ervaring heeft hun geleerd optimis
tisch, dan wel voorzichtig te zijn. Zij dui
ken graag in hun geheugen en als dat
tekort schiet dan zijn de verschillende
jaargangen van de A.F.C.-schakel voor
handen om het weer eens goed op te
frissen.
Ons eerste elftal won zijn eerste drie
wedstrijden. Gelukkig ben ik zelf net lang
genoeg lid van de A.F.C. om in dit ge
val „Dat is in jaren niet meer voorgeko
men" met behulp van mijn eigen Schakels
te kunnen verifiëren.
We moeten daarvoor teruggaan tot
1948. Voor hen die zich het seizoen 1948-
1949 minder goed herinneren en niet
meer in het bezit zijn van Schakels en/of
bulletins, heb ik met plezier enkele inte
ressante gegevens verzameld:
Seizoen 1948-1949 opstelling A.F.C. I:
Zimmerman, Claus, Sonnevelt, ter Horst.
Stallmann, Colijn. Geluk, Heineman, W.
v. Weelde, Disselkoen, Veltema. Res.:
Mellegers, Gerrits Paul Meyer, Bote Geis-
ler, Hennuin en nog enkele anderen.
De eerste drie wedstrijden werden ge
wonnen! Elinckwijk 4—3; D.W.V. 1—0 en
Hilversum 6—0. Na W.F.C. 2—2, Zaandijk
4—0, Vriendenschaar 1—0 kwam in de
zevende wedstrijd tegen de Spartaan de
eerste nederlaag 2—3. A.F.C. op dat mo
ment op de 2e plaats achter D.W.V. Dan
volgen Velox 3—2, H.V.C. 2—2 en Volen-
dam 3—4 (2e nederlaag).
De aanvoerder schrijft: „De eerste helft
van de competitie is voorbij. We nemen
de tweede plaats in, met 14 punten uit
10 wedstrijden. Voorwaar geen slecht re
sultaat. Het had beter kunnen zijn maar
mochten we de tweede helft eenzelfde
puntenaantal halen, dan ben ik tevre
den". Helaas pakte het anders uit. De
tweede helft bracht A.F.C. een puntje
minder dan de eerste helft. Een puntje
meer had het kampioenschap gebracht!
De tweede helft begon goed: D.W.V.
2—1; Elinckwijk 0—0 en Hilversum 2—1.
zette briljant door: W.F.C. 1—0; Zaandijk
2—1; Vriendenschaar 5—1 en de Spartaan
6—4. Met 27 punten uit 17 wedstrijden
bovenaan! Nog 3 wedstrijden te spelen:
Velox, H.V.C. en Volendam.
De volgende Schakel (mrt/april 1949)
begint met de sombere woorden: „Ver
loren illusie". De laatste drie wedstrijden
gingen allen tragisch verloren: Velox
1—2 (2e doelpunt van Velox „over tijd"
gescoord en daarom onder protest);
H.V.C. 2—3 en tenslotte Volendam 0—2.
Het protest werd niet toegewezen. A.F.C.
werd niet kampioen.
De heer Wijnand schreef de veelbete
kende woorden :„Precies een jaar geleden
waren wij dolgelukkig, dat wij tweede
klasser bleven. Nu zitten wij diep in de
put, omdat wij tweede klasser blijven. Dat
is nu eenmaal het wonderlijke leven. De
competitie-boeken worden voor ons afge
sloten. In plaats van in een uitverkocht
stadion om de promotie te mogen spelen
tegen beroemde clubs als Sparta en
Z.F.C., mogen wij in een, door het Bouds
bestuur volkomen de nek omgedraaide
bekercompetitie, onze krachten meten
met grootheden als Uithoorn en Dim
men".
„Wie uit het verleden niet leert, is de
toekomst niet waard". Daarom zou ik
iedere A.F.C.-er willen aanraden: Lees
nog eens de A.F.C.-Schakels van het sei
zoen 1948-1949 en dan vooral de num
mers 7, 8 en 9. Van het mooiste boek zult
U niet meer genieten en... leren!
ROBERT E. DUIS.
(vervolg On dit et datjes pag. 9)
Schop maar raak.
Op advies van de verzekeringscommis
sie is door het bestuur van de K.N.V.B.
een ongevallen- en W.A.-verzekering ge
sloten ten behoeve van de senioren,
junioren en aspiranten der aangesloten
verenigingen. (Het valt op, dat veteranen
niet met name zijn genoemd). Nadere
bijzonderheden hopen wij een volgende
keer door te geven.
Paard.
Onlangs gebeurde het, dat een der A.F.C.-
elftallen met tien spelers moest aantre
den, daar de keeper verstek had laten
gaan. Desgevraagd bleek echter een in
het aangrenzende weiland verblijvend
paard wel bereid de plaats in het doel
voor ons in te nemen, zodat toch het
elital compleet kwam. Kort na aanvang
van de wedstrijd geraakte de A.F.C.-mid-
denvoor geblesseerd, waarop hij het veld
moest 'verlaten. Hierop verzocht de cap
tain aan het doelverdedigende paard
om nu maar als middenvoor verder te
spelen. Het paard bloosde en weigerde
met de motivering: „dat kan niet; heb je
nou ooit een paard als middenvoor zien
spelen 4O.
l 1