Totolaria (3)
poolt allen mee, het is voor a.p.c.
an het slot van mijn tweede artikel
over de Toto heb ik de sportjour
nalisten ten tonele gevoerd en de vraag
gesteld of wij iets van de voorspellings
methode van deze deskundigen kunnen
leren.
Het Econometrisch Instituut der Ne
derlandse Economische Hogeschool
een hele mond vol, maar een hoogstaan
de wetenschappelijke inrichting, die veel
nuttig werk doet heeft hiernaar een
interessant onderzoek verricht, dat ik U
hier, in het kort en gepopulariseerd, zal
vertellen. (De geïnteresseerde lezer zij
verwezen naar het blad „Statistica", jaar
gang 12, No. 1.)
Het betreft hier 1348 voorspellingen
van 10 deskundigen in de seizoenen 55/56
en 56/67 van de K.N.V.B. en wel van
vier sportjournalisten van het Algemeen
Dagblad (gestationeerd in het noorden,
oosten, zuiden en westen van ons land)
één van de A.V.R.O.-Radiobode, één van
de V.P.R.O.-Vrije Geluiden, van De Tele
graaf, Het Parool, de V.A.R.A.-Radiogids
en het Rotterdamse Parool, welke laat
ste krant elke week een vooraanstaand
voetballer uitnodigt om zijn visie op de
toekomst te geven. Bij elkaar dus onge
twijfeld een illuster gezelschap.
Wij gaan eerst kijken naar de totale
scores. Onder „score" verstaan we hier
het aantal juist voorspelde uitslagen. Zijn
alle wedstrijden goed voorspeld dan heeft
men dus een score van 100%, is de helft
goed dan heeft men 50% gehaald, enz.
Wij zetten in ons tweede artikel reeds
uiteen dat men gemiddeld bijna 50%
haalt indien men altijd voorspelt, dat de
thuisclub zal winnen.
Voor de beide seizoenen waar het hier
om gaat zou men bij deze methode in
derdaad in totaal 46% goed voorspeld
hebben en de hoogste score voor één
speeldag in 55/56 zou 72% en in 56/57
71% hebben bedragen. Wij vermelden
hier alvast, dat de hoogste scores van de
journalisten voor die beide speeldagen
83% respectievelijk 54% bedroegen,
maar we houden ons voorlopig nog even
bezig met de totale gemiddelde scores.
Welnu, de journalisten bereikten in 55/56
scores tussen 46,3 en 49,2% en in 56/57
tussen 40,6 en 46,9%.
Dit valt, vergeleken met de hierboven
vermelde 46% indien men altijd de
thuisclubs zou laten winnen, dus niet
bijster mee. Neen, het valt eigenlijk erg
tegen en indien men naar de scores per
speeldag kijkt wordt het beeld niet be
moedigender want de sportjournalisten
zouden met hun voorspellingen in de
seizoenen 55/56 en 56/57 nooit in de
prijzen gevallen zijn!
Dit merkwaardige resultaat vraagt om
een nadere analyse en ik verstout mij
om U nog wat langer met wat nuchtere
cijfers bezig te houden. De ware Toto
liefhebber moet zich nu eenmaal door
deze rijstebrij van cijfers heenwerken om
in het luilekkerland der prijzen te willen
arriveren.
Onderzoeken wij nog even verder de
resultaten per speeldag.
De hoogste score in het seizoen 55/56
was 83% en deze werd door twee sport
journalisten elk éénmaal bereikt op
twee van de drie-en-dertig speeldagen.
In 56/57 werd 68% als hoogste score
gehaald en wel vijfmaal door vijf voor
spellers op vier zondagen (totaal dat sei
zoen 35 speeldagen). Geen enkele maal
vielen de journalisten, zoals reeds ge
zegd, in de prijzen.
Vergelijkt men de hierboven vermelde
resultaten der sportjournalisten met meer
„mechanische" voorspellingsmethoden,
dan komt men ook tot de conclusie,
dat Vrouwe Fortuna in dit spel toch wel
een grote rol speelt.
Het hierboven genoemde Econome
trisch Instituut heeft drie „mechanische"
methoden ontwikkeld waarvan wij er al
één kennen nl. die waarbij men de
thuisclub altijd laat winnen.
De tweede methode gaat uit van de
veronderstelling, dat de club met het
minste aantal verliespunten het sterkste
zal zijn en altijd zal winnen van de club
met het meerdere aantal verliespunten
m.a.w. de plaats op de ranglijst bepaalt
winst of verlies (verliespunten methode).
De derde methode is te ingewikkeld
om uit te leggen in dit bestek. Hij wordt
in onderstaande tabel aangeduid met de
term „Modus". Deze onderstaande tabel
geeft nu de vergelijking van de werke
lijke scores der sportjournalisten zowel
van de „beste" als de „slechtste" jour
nalist met de „mechanische" voorspel
lingsmethoden, zowel voor de beide sei
zoenen als geheel als voor de hoogste
score per speeldag in beide seizoenen.
per seizoen
per speeldag
1955/56 1956/57
1955/56
1956/57
Prognoses
score in
hoogste
scores in
500 647
29
30
wedstrijden
speeldagen
Beste journalist
48,2 45,3
83,3
68,2
Slechtste journalist
44,0 39,1
Thuisclub wint
45,4 44,7
72,2
70,8
Modus
49,4 44,4
83,3
60,9
V'erliespunten-methode
49,2 45,6
77,8
63,6
Duidelijk blijkt, dat de score van de
beste journalist niet noemenswaard hoger
ligt dan van de „mechanische" metho
den en hierbij zelfs soms ten achter
staat, terwijl de score van de slechtste
journalist zelfs veel lager ligt dan be
reikt wordt door toepassing van de „me
chanische" methoden.
Waar ligt dit nu aan? Hoe komt het,
dat de journalisten per seizoen nog geen
50% halen, m.a.w. wat is de belangrijk
ste fout, die zij regelmatig maken?
Ook hierop geeft het onderzoek een
antwoord.
Het blijkt dat de journalisten bij hun
voorspellingen in belangrijke mate de
krachtsverhoudingen van de competitie
ranglijst in aanmerking namen.
Dit lijkt op het eerste gezicht niet zo
gek en de competitie-ranglijst is onge
twijfeld een belangrijk uitgangspunt
maar men moet hier toch blijkbaar voor
zichtig mee zijn. Tweeërlei fout is mo
gelijk:
1. men gaat uit van de plaats op de
ranglijst en dus van een bepaalde
krachtsverhouding maar die krachts
verhouding verandert!
2. men voorspelt een verandering in de
krachtsverhouding, dus men voorspelt
dat de lager geplaatste club van de
hoogste zal winnen, maar die ver
andering treedt niet op.
Men schijnt zich nu eerder aan de
eerste dan aan de tweede fout te be
zondigen, m.a.w. men onderschat de ver
anderingen. Duidelijk is in dit geval ge
bleken, dat de sportjournalisten de vor
deringen in de krachtsverhoudingen on
derschatten; zij hebben zich dus teveel
op de logica van de competitie-ranglijst
gebaseerd.
Er treden dus meer veranderingen in de
krachtsverhoudingen op dan men zo op
het eerste gezicht verwacht.
Dit nu is een verschijnsel wat bij meel
soorten voorspellingen is geconstateerd,
ook bij economische, bijv. prijsverande-
ringen of koersveranderingen Men on
derschat in het algemeen veranderingen
eerder dan dat men ze overschat. Dat
is dan tenslotte een wijze les die wij niet
alleen kunnen benutten bij ons toto
spelletje maar bijv. ook bij onze meer
serieuze gokjes op de beurs.
Wij beseffen dat we hier geen recepten
hebben gegeven, die succes garanderen.
Dat zou de totopret trouwens geheel be
derven.
Wel zijn wij onderweg een aantal weg
wijzers tegengekomen, die weliswaar de
te volgen route niet ondubbelzinnig aan
wijzen maar ons toch misschien behoe
den voor onbegaanbare paden of dood
lopende wegen.
En tenslotte, en dit is het belangrijk
ste wat ik met deze serie gehoopt heb te
bereiken: misschien is de interesse in
dit boeiende spel bij enkele A.F.C.-ers
gewekt, die nog niet meededen. Want
het gaat nu eenmaal niet alleen om de
knikkers, maar om het spel zelf en ver
der vooral ook om het belang van ons
aller A.F.C.
En daarom eindig ik met de slagzin:
POOLT ALLEN MEE, HET IS
VOOR A.F.C.
L.
6