Cricket Kampioen u/orden 1921 A.C.C. 1961 Na sportieve strijd, gezelligheid in de A.F.C. sociëteit Begunstiging van onze aövecteeRöeps, houöt öe schakel in stand kregen een beetje een leeg gevoel, kil en kaal, met een langzame bediening, hoe wel er verder toch veel aanwezig is, waarmede wij ons kunnen vermaken nml, twee biljarts een pingpongtafel, verga dertafels en een piano. Naarmate echter de tijd verstrijkt en ieder zijn plaats en maats gevonden heeft, de rook ons hult in sluiers, de lucht vervuld is van geliefde geuren uit grote en kleine glazen, naarmate daar van is bij ons persoonlijk die sfeer ge komen, waarvan wij allen houden. Uit de wetenschap, dat er moeilijk een an dere zaak' te vinden is, doch dat wij hier onder elkaar kunnen blijven en de gelagkamer niet behoeven te delen, zou den wij willen adviseren, denk niet te vlug aan opbreken, alvorens de zekerheid er is, dat ergens anders aan nog meer dere wensen kan worden voldaan. Bescherming redacteuren. Wij zien in, dat wanneer het eens zo ver mocht komen, dat één van onze medewerkers in gevaar zou zijn, er ver wacht wordt, dat de hoofdredacteur dan zijn mensen zal „dekken", zoals dat in de grote pers „hiet". Wij moeten eerlijk bekennen, dat wij bij het aanvaarden van onze taak niet hebben kunnen ver moeden, dat wij nog eens door dit fami lieblaadje in moeilijkheden zouden kun nen komen. Maar nu de M.P. ons met een mooi verhaal bijbrengt, dat een waarachtig niet domme hoofdredacteur „robuust" in zijn optreden moet zijn; omdat dat het grote werk is, nu gaan wij niet twijfelen of wij wel zo kunnen zijn, neen wij zijn „zo". U allen, mede werkers aller landen, U kunt op ons rekenen, veroorzaak maar eens wat, dan eerst zult U zien, wat U aan ons hebt. A. Vk/'ij A.F.C.-ers zijn vreemde mensen. We willen namelijk altijd meer dan we eigenlijk kunnen. Het was dit jaar allemaal veel te mooi om waar te zijn. Het eerste en tweede nog ongeslagen in februari, en allebei bovenaan, dat had den we in jaren, en misschien wel nooit, meegemaakt. Toch hoorde je overal mensen mom pelen, dat dat nu wel leuk was, maar dat we met grote cijfers moesten winnen, wilden we kampioen worden. Zij ver langden een soort superteams, die glim lachend over hun tegenstanders heen wandelden. Een paar jaar geleden is het derde kampioen geworden, en vervolgens ge promoveerd. En ook toen was men eigen lijk nooit tevreden We waren toch zo goed, nou, dan moesten we dat maar laten zién ook. Ik geloof dat het berust op het myste rieuze superioriteitsgevoel, dat elke A.F.C.-er met zich meedraagt: we kun nen makkelijk kampioen worden, als we Ja, als we wat? Als we trainen? Er wordt bij A.F.C. echt niet zo slecht getraind. Als we een goede geest kwe ken? Ook daar hebben we in vergelij king met andere clubs niet over te kla gen. Het is echt een fiktie, dat we zoveel beter zijn. Natuurlijk, we hebben goed materiaal, en met een goede geest en veel trainen én veel geluk komen we een heel eind. Maar we moeten niet elke wedstrijd met meer dan 5—0 willen win nen. Dat zit er niet in, en dan zou de leut er ook gauw af zijn. Het tweede is zojuist gesneuveld, wel op het veld, maar niet met eer. Nou, en so what? Elke ploeg krijgt wel eens een terugslag, vooral na een lange rustperio de. Gewoon een beetje tactischer en in telligenter voetballen, dan gaat het weer „vanzelf". Het eerste is tegen R.K.A.V.I.C maar met de hakken over de sloot gekomen. Reden voor paniek? Helemaal niet, eerder reden voor complimenten. Kijk maar eens naar de resultaten, die R.K.A.V.I.C de weken daarvoor had ge boekt. Laten we vooral reëeel blijven, de dingen zien zoals ze zijn. We hebben met het tweede en eerste (vergeef mij de volgende) een mooie kans op een kampioenschap. Maar dat wordt alleen behaald met hard werken, een beetje geluk en „koppie" gebruiken. Misschien willen die A.F.C.-ers, die dan onder de categorie beste stuurlui moeten worden gerekend, (en daar zijn ook spelers bijl) daar even aan denken. BOB WILDEBOER. "T|e cricketers hebben het heerlijke voor- recht, om voordat de winter goed en wel is afgelopen, één dag de gehele A.C.C-familie bij elkaar te kunnen heb ben. Die dag is natuurlijk 5 maart; de verjaardag van A.C.C. En is die dag een maal aangebroken, dat weet ieder recht geaard cricketer, dat het niet lang meer zal duren eer de groene wei weer betre den kan worden. De opmerkzame lezer zal reeds aan het hoofd van dit artikeltje hebben ge zien, dat het komend jaar voor A.F.C.'s oudste dochter een jubileumjaar zal zijn. Veertig jaar is het geleden dat wijlen Jan Prent Sr. en de eveneens te vroeg van ons heengegane Rudi Beuth samen met Jo Börnemann besloten, om de A.F.C.-ers ook 's zomers bij elkaar te brengen. Dat het pad der A.C.C. niet slechts over rozen is gegaan, zal U dui delijk zijn, maar het is hier niet de plaats om de historie van A.F.C.'s oudste dochter te verhalen. Uiteraard zal deze verjaardag niet ge heel geruisloos voorbij gaan. In besloten familie-kring zal de dag zelf gevierd worden en aangezien het een lustrum jaar is, zal enigszins van het gebruike lijke dansavondje worden afgeweken. Natuurlijk zal er op het groene veld ook aandacht worden geschonken aan ons jubileum. Zo zal er o.a. een wed strijd zijn tussen A.C.C. en een team samengesteld uit captains van andere eerste klassers. Tevens staat er een speciaal feestpro gramma voor de jeugd op stapel. Wanneer U nog weet dat in juli a.s. ook de tijd weer is aangebroken om de oversteek naar onze Engelse vrienden van Eastcote te maken, dan zult U begrijpen, dat de cricketers met al dit prettigs in petto, reeds verlangend uit zien naar de dag waarop het wilgenhout weer ter hand kan worden genomen. Dat moeder A.F.C. nog veel plezier mag beleven van haar thans 40-jarige dochter is de oprechte wens van alle cricketers en in het bijzonder van M. M. DE BRUIN. J. Bakker A.F.C. Clubhuls Vert. J. G. DE VRIES WETERINGSCHANS 59 - AMSTERDAM - TELEFOON 35041 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1961 | | pagina 5