Resultaten van de groene velden
Gheeno IQÓI
6
Oom Paul
Jaardiner
DE SELL
KEUKEN
poolt Allen mee, het is voor A.p.c.
Wederom is er zo goed als geen voet
balnieuws. Het eerste elftal heeft van
wege de vochtige velden slechts één wed
strijd kunnen spelen en wel tegen Rip-
perda „uit". Zoals U weet was het resul
taat 1—1. Het spel was nu niet direct
om er over naar huis te schrijven, zo
dat wij blij mogen zijn met dat éne
puntje. De Voorzitter was zo vriendelijk
de resultaten van de andere elftallen in
zijn artikel „Van de brug" te bespreken,
zodat wij gaarne hiernaar verwijzen.
Zondag 22 januari zijn alle vastgestelde
wedstrijden afgelast, ook die van de
semiprofs. Het is droevig gesteld zou
koning Hollewijn zeggen, maar De Bilt
kan er ook niets aan doen.
Het geluk dient de mens en die mens
zijn wij. Wat zouden wij over voetbal
moeten schrijven als niet Cees Stigter,
ons ongevraagd een overzicht tot op
heden bijgewerkt inzendt over de ver
richtingen van zijn elftal, het zesde? De
goede Cees verontschuldigt zich, dat hij
U niet eerder op de hoogte heeft ge
bracht, dat is zeer nobel van hem op
gevat, maar het verzuim is niet aan hem
te wijten, doch daar zullen wij het per
soonlijk wel over hebben, Cees. In elk
geval bedankt voor je medewerking en
nu dan Cees zelf over de belevenissen
van A.F.C.: A.
(vervolg Van de brug)
weer heeft verzet, waarvan het leiden
van de tafel maar een klein onderdeel
is. Het moet mij van het hart, dat wij
ergernis beleven aan degenen die een
uitnodiging ontvangen en daarop niet
of veel te laat antwoorden. Wat meer
wellevendheid zou deze heren (het zijn
er gelukkig niet zo héél veel) sieren.
Ziekenboeg.
Node misten wij aan ons jaardiner o.a
Jacques van Ooy, Jaap a Cohen en Jac.
Kohier, die door telegrammen op de
hoogte worden gebracht van onze gevoe
lens jegens hen. Gelukkig was het geen
ernstige reden, die onze Goudenkruis
ridder van Ooy verhinderde aanwezig
te zijn. Over Jaap a Cohen kregen wij
de laatste dagen betere berichten. Vader
en zoon Kohier werden getroffen dooi
een ernstig auto-ongeluk, dat ons allen
met deernis vervult. Heel A.F.C. wenst
onze zieken en gewonden van harte het
allerbeste en een spoedig herstel toe.
Nobelprijs.
De Nobelprijs viel dit jaar toe aan
Henk van Teunenbroek en Ben Slaap,
een welverdiende beloning voor het vele
en opofferende werk dat zij beiden ver
richten ten dienste van de jeugd van
A.F.C. Of het voor Henk helemüal een
verrassing was, weet ik niet, maar voor
Ben zéker.
Van harte proficiat, namens de gehele
vereniging.
G. H. H. KAPPELHOFF.
Door betreurenswaardige onbekend
heid met de gang van zaken van mijn
kant, heeft U tot nu toe niets gehoord
van het zesde elftal. Ik zal trachten dit
nu goed te maken, en de omstandig
heden helpen mij daar gelukkig een
handje mee.
Een seizoen kent hoogtepunten en
dieptepunten en één van die laatstge
noemde beleefden wij wel in het begin
van dit seizoen. Na een gelijk spel 2—2
in de eerste, nog wat onwennige, wed
strijd tegen Argonaut en een verloren
wedstrijd met 4—1 tegen St. Pancratius
stonden wij in de derde wedstrijd een
kwartier na rust tegen I.H.K. met 4—2
achter. Hier echter kwam de kentering.
In het laatste half uur fabriceerden wij
drie doelpunten hetgeen de wedstrijd
met 5—4 in ons voordeel deed eindigen.
De week daarop wonnen wij met 5—1
van N.F.C. en daarna nog eens met 5—1
van A.W.V. Daarna echter hebben wij
weken zitten popelen om onze overwin
ningenreeks voort te zetten edoch, de
regen belette ons dit. Vandaar dan ook,
dat wij, toen wij op tweede Kerstdag
eindelijk onder abominabele weersom
standigheden (om van het terrein maai
niet te spreken) de kans kregen, danig
uit onze slof schoten. Het werd 16—1,
waarbij zeker wel vermeld mag worden,
dat kort vóór het einde Rob Bernard
zijn tiende doelpunt van de wedstrijd
scoorde.
Beslist onprettig was onze laatste er
varing. We stonden bij I.H.K. op het
Jolenpad reeds in de voetbaltenue op
het veld (nou ja, veld is wel een duui
woord voor die prut) toen bleek dat er
geen scheidsrechter aanwezig was. Dus,
ingerukt, mars.
Na vier maanden voetbalseizoen zijn
er nu slechts zes van de zestien wed
strijden gespeeld. In dit tempo door
gaande spelen we begin Augustus onze
laatste wedstrijd.
Moge de practijk het anders uitwijzen.
CEES.
Paultje Meijer is trots op zijn broer
Rob U allen nog wel bekend om
dat Rob er voor gezorgd heeft, dat hij
Oom is geworden. Hij verzoekt ons U
mede te delen, dat op 12 januari 1961
is geboren „Johan Paul" zoon van Rob
Meijer, Pretoria-Postbus 1980, Zuid-Afri-
ka. Wij wensen Rob, alsmede zijn vrouw,
maar ook Paul geluk met deze gezins
uitbreiding. Paul is door deze wijziging
in het familieverband wel meer in ons
aanzien gestegen en het lijkt ons daarom
wel prettig voor Paul als ook U maar
in het bijzonder de jongens van het
eerste hem met andere ogen gaan
zien. A.
Straks - het duurt nog een paar dagen
Is het weer het „Ouwe Jaar";
dan zit menige familie
knusgezellig bij elkaar.
Pa zit met een fles champagne
voelt als kenner aan de kurk.
Moe zit naar de klok te turen
plukt nerveus wat aan haar jurk.
Jantje - 6 jaar - roept: een klok slaat'!
al die .tijd was hij mooi zoet
Zenuwachtig doen zij allen
door hun opgekropt gemoed.
De explosie die dan volgt
heft omhelzingen snel op
Met een knal gepaard schenkt Pappie
Rijkelijk van het schuimend sop.
Veel van 't leed wordt dan vergeten
Vreugdevol en mèt elkaar
treedt men moedig, vastberaden
binnen in'het Nieuwe Jaar.
Tja, wat zal zo'n jaar gaan brengen?
Vreugde, pech, geluk, verdriet
't Is maar goed, dat wij NIET weten
wat er ligt in het verschiet....
Mensen peinzen over zorgen
doch zij weten nooit gewis
wat er in hun korte leven
nu precies BELANGRIJK is....
Jantje gaat dan eindelijk geeuwen;
óver is voor hem de pret
Na wat rotjes, keukenmeiden
gaat hij afgemat naar bed.
En dan doet hij zijn gebedje,
zachtjes slaapt hij daarbij in;
murmelt: Onze Lieve Heertje,
zorg dat ik wat stuiters win
W. S.
Indien mogelijk komen wij U in de
volgende Schakel vertellen, wat er zich
zo al rondom het jaardiner heeft afge
speeld. De Voorzitter heeft U de belang
rijkste gebeurtenissen in zijn hoofdartikel
medegedeeld, maar U weet nog lang niet
alles. Onder ons gezegd heeft hij bewust
bepaalde voorvallen weggelaten. Niet dat
ons dat hindert, wij weten het toch wel,
maar tegenover de zieken en diegenen,
die verhinderd waren te komen is dat
niet juist. Het gaat er niet om of er
onvertogen woorden zijn gebezigd, hele
maal niet, dat gebeurt aan elk diner,
neen het gaat er om, wat hij niet heeft
medegedeeld en wel had moeten doen.
Enfin als er plaatsruimte is hoort
U het wel van ons en dan in de volgen
de Schakel. A.
gebr. püeger
Hl heerlen, amsterdam
2