JAMES MEYER Mixed Pickles TELEFOON 721833 APOLLOLAAN 109 BequnstiGinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt de schakel in stanö Amateurisme. "ÏJoetbalamateurs hebben de laatste maand een paar spectaculaire successen geboekt: het Deense nationale voetbalelftal een van de weinige echte amateurvoetbalploegen in Rome, alle Olympische eden ten spijt bracht het tot de finale en de internationaal volkomen onbekende Noorse Kampioen Frederikstad wipte Ajax voor de Europabeker. Als Joris van den Bergh nog leefde kon hij een hoofdstuk toevoegen aan zijn onovertroffen boek „Mysterieuze Krachten in de Sport." Deze resultaten mogen de amateurs een hart onder de riem steken in dit seizoen, het laatste menen wij waarin semi prof clubs terug kunnen keren naar de amateurs in die klasse, waarin zij speelden, toen zij overgingen naar het semi-proefessionalisme. Men doet in dit verband soms wonderlijke ervaringen op. In „Geel Zwart", het clubblad van Velox staat een verslag van de algemene vergadering, waaraan wij het volgende ontlenen: „Een verheugend facet van deze vergadering was wel dat bij ons geel-zwart het amateurisme een grotere plaats inneemt als velen verwacht zullen hebben. Tijdens de vergadering kreeg het bestuur drie prijzen aangeboden, die behaald werden door de Velox-amateurs en de vertegenwoordiger van deze groep die belast was met de overhandiging liet ook duidelijk naar voren komen, dat het amateurisme bij Velox niet dood of stervende was en velen het spel spelen óm het spel, redenen waarom hij een dringend beroep deed op het bestuur de nodige aandacht aan de amateursector te besteden. Het applaus bewees wel dat velen het se mi-profvoetbal zien als een noodzake- lijk kwaad (spatiëring van ons) en ieder het amateurvoetbal een warm hart toedraagt." Dit is nu precies Het probleem waar zoveel semi-profclubs mee zitten. Toen Velox een paar jaar geleden amateur kampioen van Nederland werd, deed het een gooi naar mogelijk hogere recettes en werd semi-prof. In de algemene vergadering van Velox werd toen het standpunt ingenomen, dat men na een paar jaar verder zou kijken. Ging het niet of beviel het niet welaan, dan werd men weer amateur. En daar zit nu de denkfout. Want professionalisme, semi-professionalisme en amateurisme zijn niet primair een kwestie van recettes, maar van mentaliteit. Speelt men uitsluitend voor zijn genoegen, wil men er zijn vak van maken of vindt men het wel aardig als „schnabbel", als bijverdienste dus? Dat is precies als in de muziek. Een jongen gaat piano studeren of vioolles nemen. Ook hij kan, indien hij een zekere vaardigheid in het bespelen van het instrument krijgt, drie kanten uit: hij kan het voor zijn eigen genoegen of ont spanning doen; hij kan naar het Conservatorium gaan en beroepsmusicus worden of hij kan een baan zoeken en des avonds in een strijkje op bals e.d. optreden en er dus een bijverdienste van maken. Dit is dus een kwestie van mentaliteit. Wat wil de man zélf? Maar in een groot gedeelte van de semi-profclubs laat men de koers bepalen door externe factoren: Kan er een mooie recette gemaakt worden, is er „concurrentie" in de buurt, kunnen wij finantiële steun krijgen van gemeente of de plaatselijke industrie? Dit is eerlijk gezegd dilet tantisme. De leiders van de grote semi-profclubs, die onherroepelijk naar full professionalisme gaan, hebben dit al lang in de gaten gehad: Mensen als Coler van Sparta, Van Dalen van Énschedé en Kieboom van Feijenoord zien in, waarom het tenslotte zal gaan. Tweede liefde. Ik heb er in de voetballerij een tweede liefde bijgekregen: de Zwarte Schapen. Ge zult U nog wel herinneren, dat vóór de „Beroepsvoetbalclub Amsterdam" opging in D.W.S., deze beroepsclub in Dick Bessems veste een zekere populari teit genoot onder de veelzeggende bijnaam „de Zwarte Schapen". Zij waren immers in de toen officieel nog amateuris tische voetbalwereld „de zwarte schapen". Hun bijnaam werd hun trots, zo in het genre van: „Ce ne sont que des Gueux!" Wel, de „Zwarte Schapen" werden D.W.S. maar sommige van die schapen wensten zwart te blijven en op zichzelf, een aparte club dus. Dat kan, besliste de Bond, maar dan moeten jullie helemaal van onderaan beginnen en wel in de 3e klasse A.V.B. En nu een mooi staaltje van Hollandse koppigheid: ze déden het, verleden jaar werden ze kampioen en komen dus ditmaal uit in de 2e klasse van de afdeling, verschillende oud-contractspelers mogen nu als amateur voor de Zwarte Schapen uitkomen. Wij hebben de namen gelezen van keeper Snabilie, die met veel talent het doel van Alkmaar verdedigde, van Mesman en Tolmeyer van D.W.S. van Westers (Elinkwijk) kortom: een best ploegje. Zou dat een „doormars" worden? J. W. Prospectus wordt U gaarne op aanvraag toegezonden Vert. J.G. DE VRIES WETERINGSCHANS 59' - AMSTERDAM - TELEFOON 35041 7

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1960 | | pagina 7