Mixed Pickles Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeps, houöt öe schakel in stanö Circulaires. TTet is met de K.N.V.B. net als met onze tegenwoordige regering: ze hebben niet bepaald ongelijk, maar ze doén het AA allemaal zo verrekt onhandig. Daar heb je nu dat gedoe weer met die circulaires over het ruwe spel. Als het spel verruwt in de eredivisie ik zeg moedwillig „als" want in de wedstrijden, die ik zelf gezien heb, vond ik het spel helemaal niet zo ruw maar goed, als de Bond dan meent, dat het spel daar verruwt, aan wie is dit dan te wijten? Dan toch óók aan de Bond zelf, die uit een competitie van 18 clubs er drie automatisch laat degraderen. Neem me niet kwalijk, maar dan vraag je eenvoudig om „bloed aan de paal". En ik vind het ook wel wonderlijk, dat de clubs hele grote premies mogen betalen, als de spelers hen voor degradatie weten te behoeden. Hebt U gelezen van Volendam? Wel, Volendam heeft iedere speler van het eerste 1.000.— beloofd, als het eerste zich in de eredivisie weet te handhaven, zo meldde de pers. Nu zou ik geen moment willen beweren, dat de Volendammers nu bewust ruw gaan spelen, maar ook in deze tijd van geldontwaarding is een bedrag van duizend gulden vooral voor jongelui, die zo'n biljet over het algemeen wel op een foto, maar niet in hun portefeuille gezien hebben toch een héle hap. En dat er dan onder bepaalde omstandigheden een rem los kan schieten, moet niemand verbazen. Een en ander gebeurt dan uitgerekend in een periode, waarin de voetballerij scherper in het felle licht van publiciteit en publieke oordeels- velling staat dan ooit. De sportnota heeft het nodige stof doen opwaaien en de Memorie van Antwoord inzake de voetbaltoto is verschenen. Het zou dus niet bepaald onverstandig zijn als de voetbalwereld alles vermeed, dat tot de „zie-je-nou-wel-conventie" aanleiding kan geven van de zijde der tegenstanders, die groter in aantal zijn dan men zich in de voetbalwereld wel eens bewust schijnt te zijn. Het gaat heus niet om „een paar fanatieke Gereformeerden", vergeet dat maar! Legendevorming. Voorzitter Kappelhoff, strijdvaardig en snel reagerend is bovenop een artikel in de Ilaagsche Courant gesprongen, dat een volkomen verwrongen beeld gaf van onze geliefde A.R.O.L. Het artikel kwam onder de kop: „Liquidatie van Zilveren Voetbaltoernooi afgewend" met deze sensationele mededeling „dat insiders er reeds ernstig rekening mee hielden, dat de seriewedstrijden 0111 de Zilveren Voetbal en de A.R.O.L.-beker spoedig een weinig glorieus einde zouden vinden." Enfin, uit de rest van het artikel blijkt dan dat deze ramp is afgewend en inmiddels krijgt A.F.C. nóg een trap uit het Haagse kamp, want er wordt lieflijk geïnsinueerd, dat wij Hercules uit het Zilveren Bal Kamp hebben trachten weg te lokken. En daarmede wordt dan weer eens een legende gevormd welke wij nu ook via de Schakel uit de wereld willen helpen. Dit is des te belangrijker, omdat talrijke jongeren niet precies kunnen weten, hoe de vork hier in de steel zit Beide toernooien, de Zilveren Bal en de A.R.O.L. hebben hun ontstaan te danken aan een degradatie. Toen rond de eeuwwisseling Sparta-Rotterdam degradeerde, was er in Rotterdam en omgeving geen behoorlijk eerste klas voetbal te zien. Om nu het publiek voor voetbal geïnteresseerd te houden, is er toen een commissie opgericht, die op de zondagen vóór de aanvang der competitie een aantrekkelijk toernooi organiseerde en met prachtige prijzen de sterkste clubs naar Rotterdam lok(e. Dat was de oorsprong van de „Zilveren Bal", die direct aansloeg, een waar sportfeest werd, alle voetbalgrootheden vóór de competitie naar Sparta bracht. Kortom „het feest van de Godjes" zoals het schertsend genoemd werd. Een halve eeuw lang bleef de Zilveren Bal de belangrijkste buiten-competitie gebeurtenis, die telken jare drie zondagen achtereen zeer veel belangstelling trok. I11 1922 degradeerde A.F.C. I voor de tweede achtereenvolgende maal en toen loofde penningmeester Gé Bosch de A.R.O.L.-Beker uit 0111 het eerste elftal aan nuttige oefenwedstrijden te helpen. Nu is het allermerkwaardigste, dat de A.RO.L. ook direct „aansloeg" en al dadelijk zó de belangstelling trok van clubs, pers en publiek, dat geen vijf jaar later A.R.O.L. onbetwist Nederlands tweede, voetbaltoernooi was. En bleef! Maar aangezien de opzet heel anders was geweest (bij ons ging het dus primair 0111 A.F.C., in Rotterdam 0111 het publiek) was de sfeer ook heel anders. Bij ons was het alles veel eenvoudiger, jovialer, meer „jongens onder elkaar" en hoe dat in de toen al snel zich commer cialiserende voetbalwereld waardering vond, bleek wel uit het feit, dat het toen machtige H.B.S. even daarvoor Kampioen van Nederland geworden toelating tot de A.R.O.L. verzocht. Die prefereerde de „broodjes van Nol Hout man" boven de diners op Spangen. Semi-proï. Beide toernooien gingen rustig hun gang, tot in 1954 het semi-prof voetbal kwam. De Zilveren Bal-Cominissie weifelde en greep toen mis. Ze liet het toernooi doorgaan voor amateurs met als opluisteringswedstrijd een wedstrijd tussen semi-profs en trok daarmede alle verhoudingen tegelijk scheef. Het jaar daarop was de Zilveren Bal wijlen en daarna heeft een Haagse groep onder leiding van de vroegere H.V.V.-voorzitter ir. Neuerburg het toernooi overge nomen en domicilie gekozen op het H.V.V .-terrein. Dat dit toernooi dus een heel ander is dan het oorspronkelijke be hoeft geen betoog; dit doet aan onze goede wensen voor een nieuwe succesvolle Zilveren Bal-serie geen afbreuk. Maar nu de A.R.O.L. De A.R.O.L.-Beker-commissie nam direct een beslissing en greep direct raak. Zij adviseerde handhaving van het toernooi in dezelfde vorm, zelfde organisatie enz. maar dan uitsluitend voor amateurclubs. En nu eveu goed opletten niet omdat wij geen profploegen in de A.R.O.L. wilden hebben. Welnee! Uitgaande van de doelstelling: „het eerste elftal aan nuttige seriewedstrijden te helpen vóór de competitie" zou je consequent rede nerende dus liever een sterke semiprof in je toernooi moeten hebben dan een zwakke amateur. Maar wie moest dat betalen? Wij kunnen 7000 mensen bergen, maar hebben voor de vrije verkoop bij de A.R.O.L. niet zo heel veel meer ter beschikking dan 5000 kaarten. Moesten wij daaruit enige semi-prof clubs één of twee zondagen financieren? Dat kón niet en onze trouwe comparanten, die tot het semi-professionalisme waren overgegaan, begrepen dit vol komen. Maar voor de amateurclubs was het een blijde en geweldige verrassing, dat A.F.C. het A.R.O.L.-toernooi (finantieel gezien, in één klap van „sluitpost der begroting" veranderd in „verliespost") onveranderd handhaafde. Het is dan ook volkomen juist, wat Kappelhoff schreef aan de Haagsche Courant: „Er is nimmer sprake van geweest het A.R.O.L.- toernooi op te heffen. De deelnemende verenigingen betalen hun eigen reiskosten en doen dit, naar zij ons bij her haling verzekeren, gaarne, omdat zij een uitnodiging voor ons toernooi zéér op prijs stellen." Er is gelukkig een goed en nuttig contact tussen Neuerburg en Kappelhoff. In deze voetbalmaatschappij moeten de nieuwe Zilveren Bal en de A.R.O.L. samenwerken en elkaar niet tegenwerken. Uiteraard is het onjuist, dat wij getracht zouden hebben, Hercules uit te nodigen, wetende dat zij tot de huidige Zilveren Bal „cercle" behoort. Dit zou al even incorrect zijn als wanneer de Zilveren Bal een club zou uitnodigen, die tot onze vaste kring behoort. En nu hoop ik maar, dat dit stukje gelezen wordt en dat het nu eens uit is met die halve en drie kwart waar heden over Zilveren Bal en A.R.O.L. J. W.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1960 | | pagina 5