Mixed Pickles BequnstiGinG van onze aöveRteeRöeps, houöt öe schakel in stanö Hoera, Jhr. van Rossem de Gaulin is terug in de Schakel! lets ouder geworden, iets bedachtzamer en zijn oordeel is iets bezonkener dan in de tijd, toen de jonkheer de „deputy" en meest gewaardeerde medewerker van Uw pikkelaar was en het blauwe potlood van deze en de „flux de bouche" van gene elkaar de voorrang betwistten De jonkheer heeft ons jaardiner aan een critische beschouwing onderworpen en m.i. terecht. Het diner heeft vijf uur geduurd en er waren elf sprekers. Het ene is te lang en het andere te veel. Niet, dat er slecht gespeecht werd, integendeel: naar Hollandse begrippen wordt er bij A.F.C. opvallend goed gespeecht. (Ik denk, wat het diner in kwestie aangaat, bijv. aan Jaap van Nek, Henne Boskamp en Jac. van Ooy). Maar het vervelende is, dat men eigenlijk bij voorbaat weet, wat er komt. Het verrassingselement ontbreekt ten enenmale. Moeten wij nu beginnen, met zoals onze blauwbloedige mede werker suggereert, „een nieuw liedje, een voordracht, een geintje, een verrassing of een ander knaleffect". Ik weet het niet, maar ik ben er een beetje bang voor. Het „optreden van artiesten" heeft de ^Oudejaarsavond ook niet kunnen redden. Toch geloof ik ook wel, dat we iets moeten bedenken om het „schlabone"-achtige van onze jaardiners kwijt te raken. Wat denkt men van het volgende: Na het welkomstwoord van de ceremoniemeester wordt achter elkaar ge serveerd. Alle „routine speeches" vervallen en in plaats daarvan houdt aan het dessert een der aanwezigen (daartoe een paar weken van te voren uitgenodigd, zodat hij zich kan prepareren) een causerie. Wij hebben tal van leden, die in hun maatschappelijk leven of bij een „side-line" zoveel boeiende, interessante of grappige dingen meemaken, dat zij daar een causerie van een minuut of twintig over kunnen houden, waarnaar iedereen geboeid kan luisteren. Mag ik voorbeelden noemen? Als na een diner dat achter elkaar wordt geserveerd, bijv. Burger een causerie zou houden over wat hij meemaakt als gezagvoerder van de K.L.M., of Leo Hom over zijn arbitrale ervaringen, of Wim v. d. Marei over amateurtoneel dan ben ik overtuigd, dat het een groot succes zou worden. Want de aandacht zou dan geconcentreerd zijn op één spreker en zou geboeid zijn, omdat men niet weet, wat er komt. En... dat weet men nu wél. Uitzonderingen: uitreiking Nobelprijs en benoeming tot erelid of lid van verdienste. Die moeten m.i. gehandhaafd blijven. Publiek. Nu ik toch aan het „tippen" toe ben, mag ik eens een goed woordje doen voor de materiele verzorging van onze (helaas zo weinig talrijke) bezoekers van de open tribune en van de staantribunes. Vijf jaar geleden, toen de Amsterdamse bladen ons zo prachtig in het zonnetje zetten bij ons 60-jarig bestaan, verscheen er een ingezonden stuk in „Het Parool" over A.F.C. De inzender betoogde, dat hij ook A.F.C.-aanhanger was en steeds naai onze thuiswedstrijden ging kijken. Maar hij vond het een gemis, dat hij als vaste klant van de staan- tribune, geen consumptie kon krijgen of een reep chocola of een gevulde koek kon kopen, terwijl je dan met afgunst het clubhuis zag, „alleen bestemd voor leden en bezoekers van de overdekte tribune." Ik heb toen, als voorzitter van de Pers- en Propaganda-commissie die zaak aanhangig gemaakt, maar op de een of andere manier is er destijds niets uitgekomen. En toch vraag ik mij af, of er geen service verleend kan worden aan deze thans dan zo schaarse be zoekers. Nu begrijp ik volkomen, dat onze pachter geen kellner kan afstaan hiervoor. Maar kan er geen consumptietafel worden geplaatst tussen de open tribune en de staantribune, waar tijdens de pauze thee, limonade, koeken en chocolade repen te koop zijn' Daarvoor heeft men heus geen vakbekwame kellner nodig. Kan daar bijvoorbeeld de fietsenstaller in dat kwartier niet gaan staan? Die heeft van pak weg tien minuten na het begin tot even voor het einde van een wed strijd toch niets om handen. Voor hem zou het een extra-tje kunnen zijn, voor ons een prettiger stemming bij de be zoekers van de goedkope rangen. Competitie-standjes. De competitie-standen zijn het zout in de pap voor iedere voetballiefhebber. Jammer genoeg lezen de meeste voet balliefhebbers alleen maar de competitiestand van het eerste elftal van hun eigen club. Maar U moet ze eens lezen van andere clubs. Wat een glorie, wat een teleurstelling. Ik zat dezer dagen al die standjes eens te bestuderen van de clubs, waartegen ons eerste eens speelde. Volendam en D.O.S. nu grootmachten in de Ere-Divisie van de semi-profs. Maar V.O.C. en Z.V.V. onderste plaatsen in de derde klasse, Bloemendaal en Kinheim in de vierde. Fusies schijnen bij teruggang ook niet te helpen. In de „Afdeling" liever gezegd A.V.B. zie ik A.S.V./Arsenal. In die A van A.S.V. zit nog een klein „a-tje" van Avanti, eens de bloeiende club van Gerard Hauber aan de Kruislaan in Watergraafsmeer. En dan zie ik W.V.H.E.D.W. Zes letters, maar wat een tragiek. Dat is dan een club in de onderafdeling, die het restant is van drie eens grote, gezellige en bekende Joodse clubs in Amsterdam: Wilhelmina Vooruit, die de eerste club in Amsterdam was met een eigen clubblad en die voor de eerste wereldoorlog al buitenlandse toeren organiseerde en het tot 2de klasser (K.)N.V.B. bracht Hortus, ooit een zeer sterke club uit Muider- en Weesperstraat, die ook 2de klasser werd (wij waren in 1923 heel blij, dat we met 3—0 van Hortus wonnen) E.D.W., een sterke, goed geleide 3de klasser. Namen schieten mij te binnen: Martijn Sajet, Kees Cok, Verdoner, Lissauer. Nu door de moord op onze Joodse vrienden en stadgenoten zijn die drie prachtclubs ingeschrompeld tot W.V.H.E.D.W. En ik las tot mijn woede de anti-semitische uitingen in deze tijd. Wij kunnen W.V.H.E.D.W. niet naar een promotie in de competitie schrijven maar wel hopen, dat die letters óók voor de jongere sportgeneratie een teken aan de wand zullen zijn. Opdat wij niet vergeten J

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1960 | | pagina 5