Mee-eters Ons vierde A.F.C.-ers let op het vierde. Dit elftal komt u/ellicht terug in de grote K-N.V.B. Steunt Captain Fred en zijn mannen. - -S;.: poolt allen mee, het is vooc a.f.c. jl/Ti.j11 eerste reünistendiner ligt nog zo vers in het geheugen; die vriende lijke uitnodiging van een nog vriende lijker heer, die luisterde naar de naam Pim Vermeulen En dat laatste sluitzin netje van dat zwarte pakje, dat minzaam verzocht werd. „O jé", zei ik toen en daarna nog zo talrijke keren en dat o jé beteken de zó veel dat ik bij de firma Huyer ol Kennis een costuum betrok voor de duui van slechts 48 uur Een costuum, zó fijntjes van snit en zó oer-zwart dat ik gewoon eert zwart wit plaatje geleek. Je moest het de volgende dag terug brengen jammer overigens anders kostte het twee keer duurder. Dit deed ik elke keer uit hoofde van het trooste loze feit, dat zulk een illuster diner tóch al zo veel duiten kostte dat je buiten het beroerd gevoelen de dag daarna daar gewoon dóódberoerd van zou ge worden zijn. Maar je ging naar het diner!!! En in het zwart, als ik dat de -sporadische „niet zwarten" van heden even fijntjes mag zeggen. Ik had tevens een gehuurd over hemd aan dat dermate gesteven was, dat het bij iedere slok of hap gênant hoor baar kraakte. Dit was tamelijk hinderlijk bij het speechen van anderen wel te verstaan en ik heb wel eens meegemaakt dat zo een „sprekerd" mij onmiddellijk na een „krak" ernstig aankeek. Van de schrik slikte ik een brok weg met het gevolg dat in die doodse stilte mijn over hemd weder „krak" zei. Doch dit mag wel als een van de wei nige dissonanten vermeld worden van de A.F.C.-diner. Dat prachtige pakje heb ik, zoals eer der gezegd, in de regel betamelijk schoon teruggebracht op één keer na, toen de een of andere onverlaat mijn revérs met echte roomboter smeerde. Die roombo ter was toentertijd een stuk goedkoper. Ik zeg dit zonder bijbedoelingen en ver klaar hier ernstig dat ik jammer ge noeg GEEN aandelen van de UNI LEVER heb. Daar echter deze revérs toch altijd glansden, viel het de heer Huyer in het geheel niet op. En omdat ik „the day after the night before" zelf ook niet zo spraakzaam was, hield ik mijn mond. Hiervoor alsnog mijn excuses aan de heer Huyer. Het jaardiner is uitgegroeid tot een respectabel aantal mee-eters, dat elkaar veelal kent en in sommige gevallen niet kent. Hier zit dus feitelijk een lacune, (lie op zulk een schone avond niet thuis hoort. De "newcomers" veronderstellen, al of niet door hun functie in de ver eniging, al wel bekend te zijn. Dit is niet helemaal waar; in A.F.C. moet je opgroeien en werkelijk iets betekenen of betekend hebben om door iedereen ge kend en bij iedereen bekend te zijn. Wij zouden hier dan aangeland zijn bij het wellicht door velen als wat an tiek beschouwde „zich voorstellen". En dat doet mij sterk herinneren aan een geval van jaren her toen ik zelf nog voetbalde. We speelden toen thuis op het hoofdveld. Toen wij ons aan het verkleden waren kwam er een jonge man binnen, die zonder boe of bah te zeggen plotseling zijn jas, hemd en broek etc. uit ging trekken. „Zeker de scheids rechter of iemand van de eerste hulp", zeiden we zacht tot elkaar. Toen hij zich echter tooide met een fonkelnieuw A.F.C.-shirt, moest het wel een speler zijn. Het klopte overigens, want hij was de elfde en speelde dienovereenkomstig de wedstrijd mee. Na afloop, tijdens een gezellig samen zijn, werd het mij toch te bar en meen de ik hem tenslotte te moeten vragen wie of hij nu eigenlijk wel was en hoe hij heette. „Gut", zei hij doodrustig „kent U mij niet?" Ik heb vanmiddag de hele wedstrijd linksbuiten gespeeld". Soit! Alles bijeengenomen is het op zulk een avond toch wel heel erg gezel lig. Dat „borreluurtje" vóór het diner is iets aparts. Het doet mij herinneren aan kortvervlogen tijden, toen er dooi de omstandigheden, schier geen drup peltje jenever meer te krijgen was. Met welk een tempo en voortvarendheid wij toen slurpten en schrokten wat er ook maar te vinden, te krijgen of te kopen was, kan slechts de vergelijking door staan met deze gelegenheid. Overigens gaat de vergelijking tussen de diners uit de grijze oudheid en thans niet zuiver op. Natuurlijk is de sfeer van onze huidige jaardiners goed te noe men. Echter moge één enkele ontboeze ming mij van het hart en wel deze: de tegenwoordige gang van zaken vóór, tij dens en na het diner doet het monotone cliché-leven van de mens van deze tijd geen geweld aan. Deze mens is gemaakt tot een geleid wezen. Een braaf en in de maat lopend kuddedier, dat belastingbiljetjes invult en betaalt, dat leeft volgens artikel 962 sub a, aangevuld met artikel 1014 sub c, rekening houdende echter met de mo gelijkheden van clausule 1247 sub h. Zo zien wij dus óök ieder diner dezelf de vertegenwoordigers van dezelfde af delingen, commissies, elftallen, etc. hun traditionele speeches afsteken. En dit doet op de duur wel eens wat afgezaagd aan. We missen sprankelende ideeën. We missen een nieuw liedje, een voordracht, een geintje, een verrassing of een ander knaleffect. Zo is het ook in onze voetbal wereld; de penaltystip mag geen deci meter verschillen met de bepalingen an ders loopt er een elftal het veld uit (tussen haakjes: ik lelde hem er tóch wel in!). Doch één goaltje, één verkeerd woord, één verkeerde stap binnen de af rastering kunnen een revolutie beteke nen of een steniging van de scheidsrech ter. Men raakt gewend zich stipt te hou den aan tekst, richtlijnen, voorlichting, principes en volstrekte wetgeving. Waarmede ik met respect voor de genen, die het diner organiseren en lei den en vanzelfsprekend direct met deze tekortkomingen geconfronteerd worden zou willen besluiten de wens uit te spreken, dat er eens wat meer originele en persoonlijke gestes uit de bus mogen komen. Of denk ik misschien antiek?? Een mogelijkheid, waar ik nog niet aan heb gedacht. Als dat zo is, dan heb ik dit niet geschreven en vraag ik excuses. JHR. VAN ROSSEM DE GAULIN Vertegenwoordiger .- H. Timmerman, Amsterdam Tel. 72 69 87 8

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1960 | | pagina 8