Mixed Pickles BequnstiQinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Btlangstelling. Nu het seizoen 1958/'59 er voor iets meer dan de helft opzit, kan met voldoening geconstateerd worden, dat de be langstelling voor het amateur-voetbal, zowel bij publiek als in de pers en radio stijgende is. Dick van Rijn maakte een zeer levendige reportage in de Avro Sportrevue van de belangrijke wedstrijd in onze afdeling H.R.C.—H.F.C.; in een interview in „de Volkskrant" verklaarde één der leiders van P.E.C., dat toen enige tijd geleden amateur-stadgenoot Z.A.C. een gooi deed naar het tweede klasse kampioenschap, deze amateurclub meer belangstelling trok dan de semi-prof. club P.E.C. Mijn goede vriend Jan Cottaar, die zich enige tijd geleden in deze rubriek zo pessimistisch uitliet over de te verwachten belangstelling voor de amateurs woont nu in Den Haag en kan zich nu met eigen ogen overtuigen van de belangstelling, die de tweedeklas-amateurs Quick, H.B.S. en V.U.C. trekken. Een nieuw verschenen sportblad maakte in grote opmaak bekend, dat het veel ruimte wil schenken aan de verrich tingen der amateurs en publiceerde in het eerste nummer een uitvoerig artikel over H.F.C. Als wij het goed zien, dan is de situatie van het standpunt van het publiek uit gezien momenteel als volgt: Er is bij een topgroep van semi-prof-clubs, sinds de invoering van het betaalde voetbal een verbetering van het spelpeil ingetreden. Deze clubs trekken zeer grote belangstelling en zij zullen ook belangstelling blijven trekken omdat het publiek meer dan vroeger naar kwaliteit is gaan vragen. Maar de grote meerderheid van de semiprof-clubs in Nederland heeft wel de entreeprijzen verhoogd, maar niet het spelpeil. En dat heeft het publiek ook drommels goed in de gaten. Zijn er nu in de onmiddellijke omgeving amateurclubs met een oude gevestigde reputatie die niet slechter zijn gaan spelen dan vroeger, hun entreeprijzen niet verhoogden en in hun competitiestand het spanningselement weten te brengen door een gooi te doen naar het kampioenschap, dan trekt het publiek al gauw naar die amateurwedstrijden. Eigenlijk is de gang van zaken volkomen logisch. Immers: De grote massa van het voetbalpubliek zal uiteraard drie factoren laten meespreken wanneer zij beslist of zij naar een voetbalwedstrijd wil gaan: Zie ik goed voetbal, kan ik mij lekker opwinden, en wat kost het mij? Vandaar dat wij nooit zo pessimistisch geweest zijn over het verwachte wegvallen van de publieke belangstelling bij amateurwed strijden. Verschillende bladen beginnen dan ook weer meer belangstelling aan de dag te leggen voor de amateurcompetitie. De „Sportkroniek" heeft een oplossing voor de plaatsruimte-moeilijkheden gevonden, die waardering verdient. Zij brengt heel weinig van het amateurvoetbal als de volledige programma's van het prof- en van het amateurvoetbal worden gespeeld, maar indien zij even een gaatje ziet in verband met terreinafkeuringen, een internationale wedstrijd e.d. publiceert zij gedegen en goed gedetailleerde overzichten van het amateurvoetbal. In dit verband kan met ere genoemd worden het uiterst consciëntieuze werk van Enno Crabbendam, die overzichten schrijft van de Amsterdamse tweede klassers, welke blijk geven van een brede kennis van zaken. Eén onzer desiderata is ook in vervulling gegaan en wel het opnieuw voor de radio voorlezen van de uitslagen van de tweedeklasse amateurs. Weliswaar is kwart over elf nu direct geen tijd, waarop een ordentelijk huisvader en kost winner nog aan de radio zit, maar goed, de liefhebbers kunnen toch des zondags nog de resultaten van hun geliefde clubs horen. In de brede lijn gezien zijn wij dus met het herleven van de belangstelling in de verschillende publiciteitsmedia op de goede weg. En het is ook logisch, want het blijven negeren van hetgeen de overgrote meerderheid in de grootste sportbond van Nederland boeit en bezighoudt betekent schade voor onze mooie voetbalsport, maar betekent ook schade voor die publiciteitsmedia. De belangstelling voor het profvoetbal is kleiner dan men denkt. Die is gelimiteerd tot het aantal bezoekers en de uitslagen zijn verder van belang voor degenen die in de voetbalpool spelen. Maar terwijl vroeger om een enkel praktijkvoorbeeld te noemen iedere A.F.C.-er van harte meeleefde met de resultaten van AJAX, is die belangstelling als zodanig na het invoeren van het betaalde voetbal weggevallen. Zo ligt het over de gehele linie en ik heb het gevoel, dat daarmede door de sportredacties niet voldoende rekening wordt gehouden. Verwend? De oudejaarsavond van A.F.C., waarvoor zulk een aantrekkelijk programma was vastgesteld, trok een minimale belang stelling en in dezelfde week las ik, dat Ajax zich tot de Gemeente heeft gewend met de klacht, dat er maar één tramlijn naar het Ajax-Stadion rijdt. Dit nieuwe geslacht is wél verwend. Vroeger waren de oudejaarsavonden van A. F. C. hoogtepunten in het clubleven. Maar nu? „Het komt door het slechte weer", zei een der spaarzame ^gasten. Toegegeven: het weer was niet om zonder schip naar zee te gaan. Bij het naar huis gaan sneeuwde het „like hell". Maar wat hadt U dan gedacht op 17 en 18 Januari - dat U tegen een hittegolf zou aanlopen? Alleen lijn 9 rijdt door tot het Ajax-Stadion Toen A.F.C. nog op „Goed Genoeg" speelde aan de Watergraafsmeerse Middenweg, stond op onze reclamebiljetten: Te bereiken met lijn 9 en 10. Dat was geen sarcasme, dat méénden we. Te bereiken! Lijn 10 ging bij de Muiderkerk linksaf de van Swindenstraat in en dan was het een half uur lopen naar het terrein en lijn 9 eindigde in de Oosterparkstraat en dat was dan verder ook nog ruim 20 minuten lopen. Maar dat vonden wij „te bereiken". Doch wat wilt ge? Ik kan mij nog heel goed herinneren, dat je 's morgens zei: „Nou, nou, het schijnt knap te vriezen. Het water in de lampetkan is bevroren". En dan moest je dat eerst los hakken, voor je je kon wassen. Als nu bij strenge vorst de druk op het gas terugloopt en ze krijgen onder de douche een koud spetje op hun blote bibsje, dan regent het klachten bij de Gasfabriek. Tja j. w. 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1959 | | pagina 5