Mixed Pickles
poelt allen mee, het is vooc a.f.c.
waar wij staan
Aan het begin van het nieuwe seizoen lijkt het nu tijd om eens na te gaan hoe het momenteel staat met
de voetballerij. De situatie ziet er zeer somber uit. Wat iedereen met een grein zakelijk inzicht reeds
in 1955 zag aankomen is werkelijkheid geworden: Het is niet mogelijk dat in Nederland 80 clubs hun
spelers betalen. Zowel de „Haagse Post" als „Het Vrije Volk" hebben hierover zeer interessante gegevens
gepubliceerd en de Haagse Post komt tot de conclusie, dat in de eredivisie slechts 10 van de 18 clubs in
het afgelopen seizoen het aantal bezoekers hebben getrokken dat zij nodig hebben om financiëel te
kunnen draaien. In de eerste en de tweede divisie hebben slechts negen van de zestig clubs dit aantal
bezoekers gehad.
Men loopt hopeloos vast en het zal niet zo heel lang duren of er zullen zeer ingrijpende maatregelen
worden genomen om te voorkomen, dat de Nederlandse voetballerij in een chaos op financiëel gebied
eindigt. Nu kunnen wij wel zeggen, dat wij als amateurs daar weinig mee te maken hebben, maar dat
is niet juist, want de a.s. debacle van de semi-profclubs brengt voor ons grote gevaren met zich mee.
Wij hebben nu reeds gezien, dat het Dordrechtse „Emma" de strijd heeft moeten opgeven en deze club
is door de bond zonder meer opgenomen in de eerste klasse amateurs. Dit is toch bepaald onredelijk
tegenover de tweede-klassers. Na een felle competitie moeten zij indien zij kampioen worden nog via
promotiewedstrijden proberen tot de eerste klas door te dringen, maar een club, die de strijd in de twee
de klas semi-profs opgeeft is direct panklaar voor de eerste klasse amateurs.
Heel fraai is ook wat het Utrechtse „Velox" publiceert. Velox is kampioen van Nederland-amateurs
geworden en gaat nu over tot het betaalde voetbal. In het clubblad wordt geschreven, dat men dit doet
omdat de recettes zo teruglopen. Dit moet Velox zelf weten, ook al betwijfelen wij sterks of Velox tegen
Zeist, O.N.A. en hoe al die andere grootheden in de tweede divisie ook mogen heten, meer publiek zal
trekken dan tegen de eerste klasse amateurs. Maar dan schrijft Velox verder „dat zij het eens twee
jaar zal aanzien en als het niet goed gaat dan worden zé weer amateur." Op die manier dekt Velox zich
aan beide kanten: We gaan een paar jaartjes betalen en als we de reis niet halen welaan, ons kostje
in de eerste klasse amateurs is altijd gekocht.
Het is onbegrijpelijk, dat in de K.N.V.B. zo weinig logisch gedacht wordt. In de bond worden als
amateurclubs kennelijk alleen beschouwd zij die niet KUNNEN betalen, maar amateurs (het Vlaamse
woord liefhebbers maakt het direct duidelijk) zijn ten principale mensen, die niet betaald WILLEN
worden. Dezelfde denkfout maakt Het Vrije Volk, dat met de op zich zelf gezonde suggestie komt om
tussen de semi-profs en de amateurs een competitie voor onafhankelij ken te maken bestaande uit clubs
die niet BEHOEVEN te betalen, maar dan glijdt Het Vrije Volk uit en betoogt dat in die competitie zou
den moeten worden opgenomen de verenigingen, die niet meer kunnen betalen en de kampioenen van
de eerste klas amateurs die zich daar zouden kunnen voorbereiden om te GAAN betalen. (Een mooie
„promotie" voor de eerste klasse kampioenen amateurs; „promoveren" naar een afdeling met verder
uitsluitend pleite clubs uit de tweede divisie semi-profs.)
Als men al deze waanzin consequent doordenkt, dan is er uiteindelijk maar één oplossing mogelijk:
de echte amateurclubs moeten uit de K.N.V.B. treden en een eigen bond stichten.
Wij hebben werkelijk niets tegen mensen, die van de voetbalsport willen leven of er een bijverdien
ste aan willen hebben; maar de talrijke clubs die het spel uit liefhebberij willen beoefenen hebben
recht op een eigen positie en hebben recht op competities, waarin de sfeer, het wezen van het ama
teurisme de boventoon voert. Dat kan niet, wanneer wij vermengd worden met clubs, die pleite gegaan
zijn en uit wanhoop dan maar weer amateur worden. Want dat zijn in wezen geen sportblije liefheb
bers, maar verdrietige, mokkende, teleurgestelde profs. Dit klinkt misschien een beetje hard, maar als
er nu niet eindelijk eens spijkers met koppen geslagen worden, dan zien wij de toekomst voor het voet
ballen in Nederland met grote zorg tegemoet.
Bravo honk!
Nu hoop ik maar, dat die zetter van Jan Meijer dit kopje niet verkeerd leest en er bravo hond van
maakt, want ik bedoel echt bravo honk met een K. Bravo, A.B.C. honk! Ik weet niet veel van honkbal
en het „ligt" me niet. De pakjes, waarin ze spelen, vind ik ronduit lelijk en het geblèr in het veld hinder
lijk. Het kan ook zijn, dat iemand, die helemaal gek is op cricket niet in de wieg gelegd is voor honk
bal en omgekeerd. Maar enfin ook wie dan niet van honkbal houdt, kan respect hebben voor het kun
dige, accurate en uiterst verzorgde werk dat de heren Hans en Johan de Bie dit seizoen hebben geleverd
als redakteuren van het A.B.C.-honk. De 16de jaargang van het officiëel orgaan der Amsterdamse
Baseball Club is een bewijs, dat er een nieuwe wind door A.B.C. waait, want, zoals wijlen Schaf Schee
pens placht te zeggen, „het clubblad is het visitekaartje van de vereniging. „Well done, heren de Bie!"
Mysterieuze krachten.
Wij geloven sterk in de „Mysterieuze krachten" in de sport, in de plotselinge explosie bij het individu
of bij de ploeg, die door een van buiten optredende oorzaak zó geïrriteerd wordt, dat ze tot een top-*
prestatie komt. Dit geloof kregen wij weer eens bevestigd door wat zich heeft afgespeeld bij de cric
ketwedstrijd Rood en Wit II (Haarlem)V.C.C. I (Voorburg), gespeeld voor de 2de klasse K.N.C.B. De
situatie was zó, dat als Rood en Wit won, zij kampioen was en de Voorburgers onderaan zouden ein
digen. In de voorbeschouwingen kon men lezen, dat V.C.C. kansloos was.
Rood en Wit batte eerst en maakte 150 runs. En toen maakten de Haarlemmers een psychologisch
enorme blunder: Zij lieten tijdens de thee de kampioensfoto's maken van hun ploeg. Dit kwetste de
V.C.C.-aanvoerder tot in het diepste van zijn ziel en hij zei grimmig tegen zijn spelers: „Jongens, die
fotograaf mag vandaag nog meer foto's maken; hij kan om half zeven ons kieken voor de onverwachte
overwinning". Welnu: de V.C.C.-ers passeerden het Haarlemse totaal van het verlies van slechts 5
wickets
J. W.