-SCHAKEL
Van de
A.F.C.
©it is de Schakel, die komt binden,
©e oude club aan d' oude vrinden.
37e Jaargang
Redacteur: J.Tj. Steensma. 2e v.d. Helststraat 50, Amsterdam, telefoon 718567
Administrateur: O.J. v.d. Heul, Hobbemakade 1 15 3. Amsterdam-Z. tel. 714194
Typografie: Drukkerij Job. Meijer Zoon, Kanaalstraat 132. Telefoon 80710. Amsterdam-W.
September 1958
No. 2
De teleurstelling
van Zeeburgia,
H.B.S. H.F.C. en
U.V.V. toen zij op
I de eerste AROL-
dag gewipt) werden,
is één van de vele
bewijzen dat ons
toernooi nog altijd
springlevend is en
evenveel reden van
bestaan heeft als ooit te voren. Van
officiële zijde mochten wij veel be
langstelling ondervinden. De Burge
meester van Amsterdam, Mr. van
Hall luisterde de tweede AROL-dag
op door zijn aanwezigheid gedurende
een groot gedeelte van de wedstrij
den, waarvoor wij onze burgervader
uiteraard bijzonder erkentelijk zijn.
Verder mochten wij de eerste AROL-
dag de K.N.V.B.-voorzitter, dhr.
Schroder, welkom heten en de tweede
dag, mevrouw en de heer Egberts,
voorzitter van de sectie amateurvoet
bal alsmede de K.N.V.B.-secretaris,
ons aller vriend Lo Brunt. Het was
een zeer geslaagd toernooi, met een
groot succes voor A.F.C. Welk een
vreugde de beker ditmaal aan ons
eigen team te mogen uitreiken, dat in
de finale DWV met liefst 3—0 ver
sloeg, nadat in de demifinale DWV
het oude Robur met niet minder dan
7i had verpletterd. Van dat ver
pletterd zijn hebben wij van Robur na
afloop in het clubhuis gelukkig niets
kunnen bemerken en gelijk hadden
onze Apeldoornse vrienden, want met
H.F.C. waren zij de enige van de
AROL-deelnemers die de eerste com
petitiezondag succes boekten. Aan al
le deelnemers nog eens onze hartelij
ke dank. Tot volgend jaar!
De toer naar Bretagne
wordt elders in dit blad uitvoerig be
schreven. Laat mij volstaan met nog
maals een woord van hartelijke dank
aan allen die het mogelijk maakten
deze reis „buiten bezwaar van de
clubsehatkist" te ondernemen en aan
alle deelnemers, spelers zowel als ons
uitzonderlijk stel supporters, voor hun
royale en loyale medewerking. Het
was een onvergetelijke week voor ons
allen. Er heerste een prima geest en
ik ga zover te verklaren dat de
AROL-beker in Bretagne gewonnen
is. Mijn mooiste beloning was dat op
de eerste AROL-dag verschillende
ouders kwamen bedanken voor de
heerlijke week die hun zoon had ge
had. Dat doen wij bij gelegenheid nóg
eens hè jongens (inclusief Sijmen Wit
en Dr. Hofstee, zelfs Willy Neseker
mag mee). Ofschoon ik in het begin
wel enige zorg heb gehad over de fi
nanciën, kan ik thans tot mijn ge
noegen verklaren dat er zelfs een ba
tig saldo is, dat in overleg met en
kele aangeslagenen zal worden be
steed voor een soortgelijk doel. Ik
denk hierbij allereerst aan het uitno
digen van Stade Briochin met ons
aller vriend, de sympathieke Dr. Bou-
lard, tot een tegenbezoek.
De competitie
is begonnen en daarin startten wij,
voor het eerst na jaren, als favoriet.
Een elftal dat zijn wil oplegde aan
drie eerste klassers en verrassend
goed spel vertoonde in meer dan één
wedstrijd moest toch zeker in staat
zijn een toonaangevende rol te spelen
in de 2de klasse? Het werd een de
ceptie, in de eerste plaats voor de spe
lers zelf, die zo graag waar wilden
maken wat velen dachten, zeiden en
schreven. Tegen O.V.V.O. gingen wij
met 20 ten onder na een aarzelend
begin en een prachtgoal in eigen doel.
Eerlijk gezegd heb ik met het schrij
ven van dit artikel gewacht tot na de
wedstrijd tegen W.F.C., in de hoop een
optimistischer geluid te kunnen laten
horen. Het heeft echter niet zo mogen
zijn, wederom verloren wij, ditmaal
met 10 en laat ik er terstond bijvoe
gen: verdiend. Want wel speelden wij
in het veld aardig, wel voorkwam de
uitstekende W.F.C.-keeper twee- of
driemaal een zeker schijnend doel
punt, maar dat alles neemt niet weg,
dat ons elftal te peuterig, te „lief" en
zonder overtuiging speelde, zonder
dat tikje extra dash te kunnen op
brengen dat punten oplevert. En zo
zijn wij na twee wedstrijden nog zon
der punten en zelfs zonder een enkel
doelpunt. Dat het beter kèn, daarvan
zijn wij allen overtuigd, maar dan zul
len de zaken toch heel anders moeten
worden aangepakt. De E.C. zit weer
eens in de moeilijkheden. Ik ken hun
plannen niet en wil mij er ook niet
mee bemoeien. Maar wel weet ik dat
er voor het eerste en ook voor het
tweede meer gegadigden dan beschik
bare plaatsen zijn (méér dan elf spe
lers mogen namelijk niet worden opge
steld). Mag ik een beroep doen op dei
genen die gepasseerd moeten worden
dit zonder morren sportief te accep-
(vervolg pag. 2, le kol.)