Mixed Pickles Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöens, houöt öe schakel in stanö 5 Gesloten seizoen. 17en generatie lang heeft de voetbalwereld tevergeefs gevochten voor een gesloten seizoen tijdens de zomer- maanden. Hoeveel plannen er al geweest zijn om van 15 juni tot 15 augustus de zaak dicht te houden en geen enkele voetbalwedstrijd te laten spelen, is niet bij benadering weer te geven, maar het moeten er enkele dozijnen geweest zijn en als men dan nagaat, wat daar van terecht is gekomen, is het resultaat maar heel matig. Blijkbaar om een nieuw accent in deze zaak te brengen, heeft Dirk Nys uit Rotterdam, die toch over het algemeen hele verstandige dingen kan zeggen, een voorstel ingediend, dat precies de andere kant uitgaat en wel om voortaan de voetballerij dicht te doen van 15 december tot 15 februari. Wij begrijpen met goed waar om Niis met dit voorstel komt en hopen van harte dat dit nooit zal worden aangenomen. Immers: by alle onberekenbaarheid van het Nederlandse klimaat is statistisch toch wel één ding komen vast te staan. Dat is het latere invallen van de winters. Wij hebben eens de statistiek erop nagekeken en het blijkt, dat wj de laatste witte Kerstmis gehad hebben in 1950. In dat jaar werden de nationale kampioenschappen schaatsen rijden in Zutfen verreden op Oudejaarsdag. Daarvan stonden de kranten toen ook al vol, want alle barre winters in de periode 1940—1950, in welke tien jaar wij vier uitzonderlijke strenge winters hadden, zijn ingevallen na nieuwjaar. Sindsdien heeft de tendens naar een late winter zich nog versterkt. 1954 en 1956 brachten barre koude, maar in het eerste geval viel de winter in tijdens de vierde week van januari met zulk enorme kracht, dat men een week later met dynamiet de ijsdammen in de grote rivieren moest laten springen om de scheepvaart op de levensader de Maas gaande te houden; 1956 bracht de koudste februari-maand aller tijden en in die winter had het voor 31 januari praktisch niet gevroren. De laatste lastige winter was die van dit jaar. Vrijwel geen gelegenheid tot schaatsenrijden, geen gesloten vaart en toch zal deze winter tot in lengte van jaren in de herinnering blijven door de ongehoorde hoeveelheid sneeuw, die in ons land viel. Gemiddeld sneeuwt het in Nederland veertien dagen in de winter en deze winter heeft het tussen de vijfendertig en de veertig dagen gesneeuwd, en van 7 maart tot 26 maart hadden wij elk etmaal vorst en (Ypenburg min tien, Eelde min negen). De beide sneeuwstormen van een kracht zoals we die in Nederland eigenlijk maar heel zelden beleven barstten los op 25 januari en 23 februari en het integraal afgelasten van de voetbalprogramma s kwam in maart meer voor dan in de voorafgaande wintermaanden. Van de ouder wetse spreekwoorden „Maart heeft negen zomerse dagen" en „Dit verdween als Maartse sneeuw voor de zon is niet veel meer over. Op verschillende plaatsen in ons land lag de gehele maand sneeuw. Dan is het vol komen grauwe theorie om het sluiten van het voetbalseizoen tijdens de wintermaanden aan speciale data met name dan van 15 december tot 15 februari te gaan propageren. Wat moet er van onze wintersport terecht komen als wij twee willekeurige maanden de boel stilleggen en als dan zoals m 1954, 1956 en 195» de terreinen juist na 15 februari helemaal onbespeelbaar zijn? Men wil tegenwoordig alles ordenen en organi seren maar laten wij blij zijn, dat wij althans het Nederlandse klimaat en de daaruit voortvloeiende toestand van de sportvelden niet kunnen organiseren. Een beetje fantasie en een beetje opportunisme moeten er nog blijven. Balans. Zoals het er op het ogenblik naar uitziet, blijven de semi-prof clubs doormodderen. Geen fusies, geen com binatie met de amateur eerste klasse en hoe verheugd wij ook zijn, dat wij voorlopig geen inflatie krijgen xn de amateurafdeling, vraagt men zich toch wel eens af waar het nu met die vele krakende semi prof-clubs naar toe moet. Een van de allermerkwaardigste administratieve goocheltoeren, waarvan we ooit gehoord hebben bij clubboekhouding> is wel deze, dat verschillende clubs hun spelers opvoeren voor hun transfer- waarde als actief post om op die manier te komen tot de door de K.N.V.B. geeiste 50.000 aan realiseer bare bezittingen Dit is een boekhoudkundig wonder van de eerste orde. Immers: men zou deze spelers alleen maar voor hun verkoopwaarde of bedrijfswaarde kunnen opvoeren, indien er een verzekering achter stond die zal uitbetalen, indien deze speler zijn verkoopwaarde of zijn bedrijfswaarde verliest. Wij hebben dit voorgelegd aan een onzer assurantie-experts in de club, die echter zo bescheiden is, dat hij niet wilde, dat ik zijn naam noemde. Laten wij hem dus aanduiden als Brigitte Bardot. Hij heeft de zaak uitgepuzzeld en komt tot de volgende interessante conclusie: deze semi profs spelen voetbal voor bijverdienste en niet voor hoofdverdienste. Nu kan een bedrijf voor een kantoorbediende, een arbeider, een handelsreiziger, een onge vallenverzekering sluiten en bij invaliditeit betaalt de maatschappij uit op grond van de waardering dezer invaliditeit Wanneer in de normale ongevallenpolis iemand een teen kwijt raakt, dan betaalt de verzekering maatschappij maar vijf procent uit van het bedrag, dat de verzekerde zou krijgen, indien hij volledig invalide werd Dit is logisch, want iedereen die een of twee tenen kwijt raakt, kan een voortreffelijke boekhouder, handelsreiziger of arbeider zijn. Maar die voetballer is prompt invalide en dus zou een dergelijke ongevallen verzekering al voor het twintigvoudige gesloten moeten worden van hetgeen in normale omstandigheden wordt afgesloten. Nog moeilijker wordt het in geval van ziekte, die niet ingrijpend is voor de dagelijkse werkzaamheden van de werknemer. Er zijn in ons klimaat honderden gevallen van mensen, die door een zware griepaanval of een bronchits eigenlijk nooit voor „honderd procent" beter worden. Zrj moeten zich in acht nemen, mogen bijvoorbeeld piet schaatsenrijden, niet roken of wat dan ook, maar zijn in hun werk voor honderd procent bruikbaar. Maar als een voetballer dat gebeurt, dan is hij praktisch waardeloos voor ziin vereniging En als men dan nog nagaat, dat gemiddeld gerekend een beroepsvoetballer na pakweg een iaar of acht toch al waardeloos is, dan wordt het wel duidelijk, dat het een hele moeilijke zaak is om polissen op te maken, waardoor de waarde, die een speler heeft voor een semi prof club, wordt veilig gestel Gelukkig zag Gerrie Stallmann deze zaak niet zo somber in en hij kwam met ontzettende verhalen, dat hij voetballers kende met zeven tenen, hetgeen mij na het zien van de wedstrijd A.Ka-V.V.A. niet eens verbaasde. Ton Glas beweert, dat gezien ons klimaat en de samenstelling van de Nederlandse bodem Hollanders over enige tijd helemaal geen tenen meer hebben, maar rechtstreeks met zwemvliezen geboren zullen worden, hetgeen uiteraard op' sportgebied interessante mogelijkheden biedt. Maar die zaak van de assurantie is daarmede toch nog niet opgelost

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1958 | | pagina 5