On dit et datjes Le Poisson Rouge Paviljoen .DIEPZEE"-BAR Apollo- BequnstiGinG van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Bokaal. f~|p 18 Mei vond de „tienkamp" tussen een aantal seniorspelers plaats. Er werd geschoten, gekopt en gelopen van heb-ik-jou-daar en aan het einde zag Tom Nooy zich aan het hoofd van de ranglijst staan. In een geestig en doeltreffend speechje reikte secretaris Van Teu- nenbroek hem de wisselbeker uit. Deze beker zagen wij ergens even aangeduid als „Schaf Scheepens bokaal". Dit nu lijkt niet juist. Deze naam mag naar onze en veler smaak niet aan een evenement als het onderhavige verbonden worden. Duco Ohm en Wim Würster won nen de tweede en de derde prijs, een fraai uitgevoerde draagmedaille. Joop Zimmermann. Ook A.F.C. brengt offers aan volksvijand No. I, de woningnood. Joop en Gerda gaan Amsterdam ver laten en zich te Bussum vestigen. Joop gaat de kleuren van het Bus- sumse Allen Weerbaar verdedigen, maar blijft donateur van A.F.C. Wij zien voetballer Joop dus ver trekken en dat is spijtig. Hij ontpopte zich als een goed lid. Zijn loopbaan is een tamelijk suc cesvolle geweest. Door een gewijzig de ambitie (van keeper in veldspeler) trof men hem de laatste jaren meest al in een der lagere K.N.V.B.-elftal len aan. Maar ook daar gaf hij zich geheel. Joop en Gerda veel succes in het Gooi en tot spoedig ziens. Martin Bremer. Dezer dagen lazen wij het bericht, dat de Heer Bremer zijn jubileum als 25-jarig sportjournalist vierde. De relatie tussen A.F.C. en Martin Bremer, vader van een onzer junio ren, is een tamelijk nauwe. Vroeger mochten we hem bijna altijd bij ons A.R.O.D.-tournooi begroeten en de laatste tijd ontwaren we hem een enkele maal bij een wedstrijd van een lager elftal op de vroege Zondag ochtend. Hij zoekt dan kennelijk wat stilte om 'zich 's middags met te meer succes in het geraas der „grote wedstrijden" te storten. Wij wensen de Heer Bremer nog vele succesvolle jaren. Het Vierde. Daartoe in staat gesteld door een aantal A.F.C.-ers heeft het Vierde feest gevierd. (Treffend dit onrijpe rijm, nietwaar?) Weliswaar zitten aan deze soort feesten jammer ge noeg negatieve kantjes. Volgend jaar moeten de positieve feestjes, de kampioensfeestjes komen. Dat het kan, hebben de finales der verschil lende elftallen bewezen. Maar goed, er is feest gevierd. Jaap van Nek, als instigator, had het grootste woord en ook de voorzitter, de aanvoerder en Willem van der Marei, als woordvoerder der „begun stigers", zegden hun zegje. Een was er, die .het woord niet heeft genomen, maar het op papier had gezet. Mevrouw Van Nek, echt genote van ons erelid dichtte ter ge legenheid van het behoud van het Vierde het volgende versje. HULDE AAN HET 4e ELFTAL. Het vierde elftal is gered Het SPOOK is weer verdwenen De jongens gaan het volgend jaar Met frisse moed weer heerlijk trainen Wij hopen dat in 't nieuwe seizoen Het SPOOK niet weer zal komen En dat wij voor de verandering VAN KAMPIOENSCHAP kunnen dromen. Ik heb U lief mijn A.F.C. Het 4e elftal speelt weer mee Wij zijn nu allen heel erg blij En zitten daarom zij aan zij Wij heffen nu te hunner eer Het glas, maar lap ons dat niet meer Want heus de zenuwen in onz' keel Dat was voor ons toch wel te veel bis W ij z e Het A.F.C. clublied. Godspe. Wij kunnen ons ergens wel voor stellen, dat men alle mogelijke toe gestane middelen te baat neemt om een elftal voor een bepaalde klasse te behouden, ook al is het admini stratief uitvechten van een strijd, die op het groene veld behoort te worden gestreden, vaak niet sympa thiek. Maar als men achteraf protest aantekent tegen het meedoen van een speler bij de tegenpartij, op grond van het feit, dat deze speler zondigt tegen het Bondsreglement, terwijl in het eigen elftal een speler staat op gesteld, die wellicht op dezelfde wijze tegen het Bondsreglement zondigt, dan moeten we even iets wegslikken. Capsones. (R.M.) Het gebeurde op een Zon dagmiddag bij het vierde. Gelokt door de zon en „de nood" had ik mij langs het veld geschaard, allèèn. De tegenpartij had reeds enige mensen in de arena, toen twee A.F.C.-ers het strijdperk betraden. Met èèn van hen heb ik zeer recent nog in de A.V.B. gevoetbald. Hij liep geen twee meter langs me, maar een begroeting kon er niet af. „Ach", dacht ik, „als niets wordt tot iets, kent iets zichzelve niet". Maar ik kon toch niet nalaten effe lekker „capsones" te roepen. (Dat was de juiste oplossing van de scène, Robbie, maar had je mis schien je zonnebril op? Red.). Felicitaties. Allereerst wensen we D.C.G. geluk met het behalen van het afdelings kampioenschap. Het ziet er intussen voor de D.C.G.-ers niet naar uit, dat ze de eerste klas zullen bereiken, maar met grote inspanning is wel licht alles nog niet verloren. Dan gaan onze gelukwensen uit naar Ajax en Blauw-Wit. Beide clubs, door het oorspronkelijk wilde prof.-voetbal in een moeilijk parket geraakt, hebben zich op meesterlijke wijze boven de moeilijkheden weten uit te werken. A propos, wanneer komt de Centrale Training weer bin nen de muren van het Olympisch Stadion J. T. S. 9

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1957 | | pagina 9