Al\ Experimenteel Ce Poisson Rouge 4 .DIEPZEE"-BAR Apollo- Paviljoen BequnstiQinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö bliksem sloeg als een donder in in één barstende kraak sloeg het hout ten hemel één schreeuwend gat bulkte touw en het groen draaide zich om en werd bruin en de man voelde China onder zich draaien De koppen steigerden in wit slaande handen apotheose goden op paarden duivels als helden en het witte schuim vlokte tot wolken tot tranen op het groen dat bruin was. Kijk, nu kan ik mij best voorstellen dat een enkeling onder U zijn wenk brauwen fronst en denkt „die hein, die dat schrijft is getikt". Maar die gene, die niet direct een blik naar de onderkant van het stukje heeft ge worpen, en volkomen up to date is, denkt „hé, een nieuw Lucebertje aardig" en gaat even goed zitten om het stukje op zijn diepere gronden te ontleden. Hét merendeel van ons bra ve mensen gaat met zijn tijd mee en het experimentele proza is al lang geen experiment meer voor hen. Toch om de enkeling niet te kort te doen zal ik het bovenstaande in beter be grijpbaar Nederlands vertalen. Welnu dan. „De bliksem sloeg als een donder in". De bliksem kan natuurlijk niet als een donder inslaan, dat is onzin. Je krijgt eerst de bliksem, de flits dus, de straal, goed de zigzaggen de straal, de electriciteitsontlading, daarna pas de donder. Dat weet ieder een. Het is zuiver een afstandskwestie, een wedstrijd tussen de waarneming van het oog en de snelheid van het geluid. Waarom gebruikt de schrijver dan deze zin Het is eenvoudig enke ling, gij behoeft alleen een weinig fan tasie. Wat de schrijver op het oog had is dit. Tussen haakjes het geheel speelt zich af op een voetbalveld. Hij ziet dan een speler door een achterhoede snellen en met een beul van een schot, via de onderkant van de lat, een doel punt scoren. Hij gebruikt „de bliksem sloeg als een donder in" als een krachtsexpressie, een literaire weer gave van een explosie, van een mani festatie van zich ontladende energie, zeg electriciteit. Inderdaad, zeer sub tiel gevonden van de schrijver. We gaan verder. „In één barstende kraak sloeg het hout ten hemel". Dat is ge sneden koek voor U. Nietwaar, wij herinneren ons dat bij het scoren de onderkant van de lat werd geraakt. Inderdaad mijnheer, het hele doel werd bij dit schot uit zijn voegen ge rukt en de stukken vlogen meters hoog in de lucht. U begrijpt dat dit wel het nodige gedruis veroorzaakte. Daarom zegt de schrijver „in één barstende kraakt waarna hij het hout tegen de hemel aan laat slaan. Hij be doelt hiermede een algehele vernieti ging van het houtwerk. Dat hij grondig is bij de beschrij ving van de situatie wordt thans duidelijk, „één schreeuwend gat bulk te touw". Juist, de bal scheurde ver volgens het net aan stukken, één diep gat, dat weliswaar bij de totale ver nietiging paste, maar dat nog eens extra de volkomen desolate toestand weergeeft van de man, die de taak had het doel te verdedigen. En dan pas, na deze ouverture, komt de schrijver zich verstaan met de mense lijke tragedie die zich dan gaat af spelen, „En het groen draaide zich om en werd bruin en de man voelde China onder zich draaien". Als U deze zin goed op U laat inwerken wordt U on passelijk. En dat is ook de bedoeling. De situatie van de doelverdediger is namelijk van dien aard, dat elk nog eventueel aanwezig lustgevoel bij de lezer geliquideerd moet worden. Stelt U zich zelf even voor als keeper en een of andere wild vreemde kerel schiet daar je hele doel in de poeier. Is dat leuk? Neen, Dat is menson terend, dat is aan de goede zeden af breuk doen, kortom dat is walgelijk. En dit suggereert de schrijver. Fijn tjes gevonden De schrijver heeft groot begrip voor het causaal verband in zijn schets, want hij laat nu duidelijk de gevolgen van een en ander uitkomen. „De kop pen steigerden in wit slaande han den". Na de enorme ravage die de goalgetter had aangericht, en waarbij voor een ieder duidelijk was gewor den dat hier gedoelpunt was, kwam het supporterslegioen van het desbe treffend elftal in actie. U kent dat wel, hossen, springen, juichen en een hele boel lawaai maken. Dat hoort er bij, geef toe. De schrijver ondervangt dit door de koppen te laten steigeren, dit is ook zeer spits gevonden want je krijgt bij deze woorden beslist het idee van een enorm hossende massa. Hij laat ze ook nog in hun witte handen klappen, waarbij U zoudt kunnen concluderen dat het een wedstrijd was, die in de winter werd gespeeld. Dit moet ik betwijfelen. Het handen- klappen geschiedt namelijk door de binnenkanten van de handen tegen elkaar te slaan. Deze binnenkanten zijn altijd wit, we spreken natuurlijk over gewassen handen, en deze laat de schrijver klappen. Het lijkt mij dus beter geen jaargetijde te noemen. En dan beschrijft de auteur de ge weldige triomph van spelers en sup porters waarvoor het doelpunt is ge maakt. „Apotheose goden op paar den duivels als helden". Dat dui vels als helden geeft te denken. Toch is het simpel. U behoeft zich alleen te verplaatsen in de gedachtengang van het andere elftal, het elftal zon der doel. Wat denken deze mensen? Die zien de vreugde en de lachende gezichten van hun tegenstanders als iets satanisch. Ik kan mij dat heel goed voorstellen. Eerst knallen ze je doel uit de grond en dan een hoop lol. Een reden om je behoorlijk op te win den en dat doen ze dan ook „en het witte schuim vlokte tot wolken tot tranen op het groen dat bruin werd". Ze worden zó kwaad dat het speeksel in hun mond tot schuim wordt, zich afzet op de lippen, maar uiteindelijk toch nergens voor dienende, zich op lost tot een vluchtige damp om zich eventueel in hoger sferen te vormen tot wolken. Wolken, die regen geven, een symbool, een symbool dat staat voor de tranen, die geplengd zullen worden door hun supporters. Uitein delijk een geheel dat genoeg narig heid suggereert om de schrijver nog maals gelegenheid te geven om met het groen en het bruin op de proppen te komen. Dat was het dan. KAKIE. VK 9

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1957 | | pagina 9