-
.DIEPZEE"- BAR
7
Le Voisson Kouge
6
Apollo-
Paviljoen
Begunstiging van onze aóveRteeRóens, houöt öe schakel in stanö
teneinde de prestaties van dit elftal
„aan de man te brengen", daarbij de
pennevruchtideeën van het zevende
overlatend aan een zekere G., die
zweert bij limonade, duidelijk uit de
„school Willem" stamt en met „'t
zeggen" ook al helemaai geen moeite
heeft.
Begrijpt U nu misschien dat ik me
een tikkeltje onrustig voel, omdat ik
weet, dat ik in stilte bedreigd word.
Haar je waarschuwt van tevoren hè
Willem? En neem dan je verloofde
mee. Kunnen we niet alles zeggen,
zie je. Wat zeg je?tuurlijk, bier
tjes voor mijn rekening.
Wat de resultaten betreft? Uw
vijfde scoorde vier winstpunten uit
twee wedstrijden. De eerste wedstrijd
ging thuis tegen Amstelzwaluwen 2.
Nadat wij bij de rust met 10
voorstonden wisten de Zwaluwen na
rust gelijk te maken. Via 21 kwa
men de partijen door een cadeautje
van ondergetekende weer op gelijke
voet. Gelukkig wist Miel, onze beste
man deze middag, kort voor tijd de
zege veilig te stellen: 32. Prettig
was te constateren, dat dit elftal met
enige „gast-spelers" als van ouds
harmonieerde. Geen wanklanken, geen
op- en aanmerkingen, alleen een
prettig samenzijn in het veld, waar
bij een ieder zijn taak zo goed moge
lijk probeerde te volbrengen. Langs
de lijn stond Jan Brandmet
vlag. Jan, die in de wedstrijd tegen
Animo een lichte hersenschudding
had opgelopen, mocht op dokters
advies nog niet meespelen. Maar je
was er Jan, en daarvoor dank!
De wedstrijd tegen D.R.C. werd te
elfder ure op verzoek van de Durger-
dammers uitgesteld, waarmee voor
ons een prachtige voetbalzondag
verloren ging.
De tweede wedstrijd van deze
maand ging aan de Velserweg tegen
Olympus. 2.
Het was al gauw duidelijk, dat de
doelpunten hier schaars zouden zijn.
Dat wij tenslotte de enige goal in
deze wedstrijd maakten, leek mij
volkomen verdiend, waarbij ik graag
een compliment wil maken aan onze
verdediging, die deze middag het
beste deel van de ploeg vormde.
(A proposWillem stond deze
middag reserve. Ja juist, precies
die Willem uit de aanhef. Nou? Is
m'n vrees gegrond
Wanneer we nu nog even onze
stand op de ranglijst bekijken, dan
zien we, dat we nog altijd outsider
blijven voor de bovenste plaats.
Daarom mogen we niets meer ver
liezen. Laten we het proberen man
nen!
R.
Gem.
Het is er dan toch van gekomen.
Uw zesde heeft op zijn noppen ge
staan.
Deze regels dienen om U in ken
nis te stellen van het feit, dat het
zesde elftal er in is geslaagd om in
een periode van vier weken maar
liefst tweemaal het papier te ver
laten om een tweetal grasmatten
met voeten te treden. Want na vier
weken uitsluitend als „bulletinelftal"
te hebben bestaan, kreeg het op
Zondag 17 Februari 1957 dan einde
lijk weer de gelegenheid om te be
wijzen, dat een elftal echt uit elf
levende wezens bestaat, en zo traden
dan tien man H.R.V.C. 3 tegemoet.
En met „tegemoettreden" is van
deze wedstrijd wel alles gezegd,
want om na enkele Zondagen van
zalig niets doen ineens "weer hard te
moeten lopen en pogingen te moe
ten doen om echt weer te voetballen,
dat valt natuurlijk niet mee. Het viel
onze tegenstander daardoor wel mee,
want als wij onze beentjes (niet eens
onze beste) en, niet te verwaarlozen,
de bal wat meer hadden voorgezet,
en als onze debuterende keeper niet
zo veel last gehad zou hebben van
„goalkoorts" in verband met zijn
eerste optreden ,in A.F.C.-verband,
ja, dan zouden niet onze tegenstan
ders met 84 hebben gewonnen,
maar wij.
Op 24 Februari 1957 werd, bij
wijze van variatie, de voor ons vast
gestelde wedstrijd afgelast, maar op
3 Maart 1957 reisden wij naar het
Westelijk voetbalfront om aldaar
S.D.C. 3 te gaan bestrijden. En dat
hebben wij heel best gedaan. Aan
vankelijk zag het er wat somber
voor ons uit, want aanval na aanval
rolde op onze stellingen af en onze
verdediging had het zwaar te ver
duren. We wisten in de achterhoede
echter op de been te blijven en het
was dus zeer aangenaam toen een
van onze snipers een onachtzaam
heid van een vijandelijke verdediger
onmiddellijk afstrafte. Min of meer
tegen de verhouding in hadden wij
een 10 voorsprong genomen, maar
dat duurde niet lang, want de stand
werd gelijk door zo'n doelpunt, waar
je wel eens van zegt, dat het een
doordringende buitenspelgeur ver
spreidt. Jammer dat er voor de rust
iemand was, die iets te duidelijk
demonstreerde, dat voor hem de
wind uit de verkeerde hoek blies, en
hierdoor geplaagd zich zo'n beetje
als waarnemer over het slagveld
voortbewoog. Voor zijn strijdmak
kers was het daarom wel prettig,
dat hij zich na verloop van tijd wat
meer met de gang van zaken ging
bemoeien en toen was het bekeken.
Onze verdediging behoefde zich niet
bijzonder meer in te spannen en dtize
aanval wist zowaar nog een bres te
slaan in de vijandelijke linies. Een
voltreffer. Dat betekende 21. En
zo verlieten we het verre Westen
zeer voldaan met een kleine, maar
alleszins verdiende overwinning.
Op 10 Maart 1957 was het zesde
elftal vrij, zodat dan nu alles weer
gezegd is deze maand.
WILLEM VAN OORT.
Gem.: 0,89
De trainersstelling: „wedstrijden
worden gewonnen, door het maken
van doelpunten" berust ook op
niets; dit wordt weer eens bewezen
door het feit, dat Uw zevende het
presteerde in twee wedstrijden ze
ven doelpunten (en wat voor!) te
construeren, daarbij het sportief
streven om de tegenpartij ook eens
de overwinning en dus de punten
te gunnen, niet uit het oog ver
liezend. Beide wedstrijden leverden
v#
5