Mixed Pickles
On dit et datjes
poelt allen mee, het is voor a.f.c.
(vervolg)
Legende vorming.
Maar wij moeten zo oppassen voor legendevorming. Wij mensen hebben altijd de neiging als de boel mis
loopt, de schuld daarvan af te wentelen. Neem nu het dagelijks leven. In de jaren dertig: „Dat komt door de
crisis, ziet U"; in de jaren veertig: „Dat komt door de oorlog, ziet U"; in de jaren vijftig: „Dat komt door
personeelsgebrek, ziet U." En brj A.F.C. hoor je voor en te na: „Dat komt door het beroepsvoetbal, zie je."
Is thót so? Wanneer zijn onze K.N.V.B.-reserves gedegradeerd en wanneer zakte ons eerste elftal af? Vóór
de K.N.V.B. betaald voetbal aanvaardde, vóór 13 November 1954 dus. Heeft de degradatie van ons vijfde
iets te maken met de invoering van betaald voetbal Als het zoveelste adspirantenelftal van Ajax met dub
bele cijfers wint van het zoveelste adspirantenelftal van A.F.C. Komt dat dan omdat de spelers van Ajax I
betaald worden?
A.F.C. kan heus wel uit het moeras komen. Maar dan de hand in eigen boezem, broeders en de misère niet
afwentelen op het betaalde voetbal.
Maar Hans!
Onze goede vriend Hans Boekman heeft zich op afschuwelijke wijze vergaloppeerd in de Sportkroniek. Op
verzoek van de redactie schreef hrj iets over de ouderen in de voetbalwereld en over de verhoudingen, zoals
die vroeger bestonden tussen scheidsrechters en spelers. Velen zullen bijzonder onaangenaam getroffen zijn door
de volgende zinsnede: „Gelukkig verdwenen zijn, om een naar woord te gebruiken, de zogenaamde betere cluos
en ik betwijfel of de quasi studentikoze opmerkingen, die scheidsrechters in Den Haag bijvoorbeeld wel eens
te horen kregen, nu nog op een van de velden te horen zullen zijn." Wij hadden niet gedacht, dat Hans
op zrjn zestigste jaar zo aan een minderwaardigheidscomplex leed. Want Hans Boekman kan op de pers
tribune in het stadion altijd zo bijzonder plezierig vertellen, hoe hij een speler of een bestuurslid of een
toeschouwer op zijn nummer wist te zetten. Met smaak dist hij U de beroemde historie op over wat hij
uithaalde bij D.H.C. in Delft. Het publiek zit daar nog al dicht op de lijnen en op een gegeven moment, riep
een woedende supporter van de Delftse club: „Je krijgt zeker honderd gulden voor die wedstrijd, vuilak."
Boekman heeft toen afgefloten, ging naar de vent in kwestie toe en zei: „Dat had ik je nou voor de wedstrijd
in vertrouwen gezegd, maar dat hoef je toch niet rond te bazuinen." Daverend gelach bij de omstanders en
Hans was de situatie meester geworden.
Uit bovengenoemde uitlating van Boekman in de Sportkroniek echter moeten wij afleiden, dat hij alleen
ad rem was bij arbeidersclubs, maar dat hij niet in staat geweest is om een geestig antwoord te vinden,
wanneer een speler uit een ander milieu hem iets toevoegde. Iedereen betreurt het, dat de zogenaamde „betere
standen" zich vrijwel geheel van de voetbalsport afwenden en overgegaan zijn op hockey. Maar oud-scheids
rechter Boekman is daar blij mee, want ergens loopt hij in zijn ijdelheid gekwetst na te piekeren over wat
hem blijkbaar in Den Haag eens is toegevoegd. Overigens had Boekman moeten bedenken al zijn er nu
eenmaal scheidsrechters, die ongeveer onze lieve Heer zelf denken te zijn dat ook de scheidsrechter gast
is van de ontvangende vereniging.
J. W.
In een ander Shirt.
Henne Boskamp is naar Luxemburg
geweest en heeft met het Neder
landse Studenten elftal tegen het dito
Luxemburgse gespeeld.
Het veld was een ijsbaan gelijk en
mede doordat de tegenstanders meer
risico namen, moesten de studenten
een 20 nederlaag aanvaarden.
Mislukte dus dit deel van Henne's
zending, ook zijn pogingen om de
Personele Unie te herstellen leden
schipbreuk. Persoonlijk hadden wij
het wel willen zien: zijn beeldenaar
op de munten (met hangend haar).
Ziekenboeg.
Gelukkig kunnen we over de
meesten onzer zieken met goede be
richten uit de hoek komen. De meeste
dames zullen zich weer spoedig in
ons midden vertonen.
Van de heren hopen we binnenkort
goed nieuws te vernemen.
Helaas moeten wij melding maken
van de ernstige ziekte van J. Pater-
notte, een onzer junioren, die in het
Onze Lieve Vrouwengasthuis ligt.
Ook jij alle goeds, beste jongen.
Bot Willem.
(G. v. P.) Je overgang van het nog
steeds niet genoeg geprezen zevende
elftal, naar het wel aardige, maar
voetbaltechnisch nog niet geheel vol
groeide zesde, doet me mij al enige
weken met pruillippen afvragen, waar
om je ons hebt verlaten. En of jouw
verdwijning nog niet genoeg was,
sleep je de gehele voorhoede (die ik
hartgrondig zou willen toeroepen,
„collaborateurs!") ook al mede.
Willem, waaraan hebben we dit te
danken? Heb ik je niet altijd gehol
pen bij het monteren van je voet
ballaarsjes en, na afloop, met het
afbeitelen van het drabbige vuil?
Weet je niet meer, hoe we, al darte
lend in het groen, een tegenpartijdige
aanval, vliegen en profaanbiedingen
afsloegen onder het tappen van mop
pen, zweet en daarna bier?
Nu je prof bent geworden (want
betalen doen ze je in het zesde, heb
ik horen zeggen) laat je een amat(r)-
eurig elftal weesvoetballers achter,
besef je dat Willem? Triest, heel erg
triest Willem, m'n verloofde mag je
ook al niet meer. Willem, nu we nog
slechts onder het totem, gewonnen
uit dat ribbeentje van je, dat je laatst
kwijtraakte bij die botsing met die
harde rechtsbuiten uit Uithoorn, een
krappe overwinning (wat mèt jou
een glorierijke zege zou kunnen zijn
geweest) behalen, missen we je. Want
Willem, dat je ons verlaat is op zich
zelf niet zo erg, dat je iedereen in je
ongeluk meesleeptoch daar ko
men we ook wel overheen, maar de
pijn is Willem, er is nu niemand meer,
die voor het zevende lekkere Scha
kelstukkies kan schrijven
(valt mee, Red.)
Voor cricketers.
(J. W.) „Remember, John, it was
at a cricket match that you proposed
to me. „You were bold that day."
„No dear, caught."
Clublied.
Ergens in dit blad zult U de woor
den van ons clublied vinden. Vele
nieuwe leden kennen dit lied vanzelf
sprekend niet. Wij verzoeken U:
Leert deze woorden, opdat U bij
voorkomende gelegenheden niet met
de mond vol tanden hoeft te staan.
J. T. S.
8