Dan maar drie weken Alleenspraak in het Stadion Bequnstiqmq van onze aöveRteeRÓeRS, houöt öe schakel in stanö 'k Geloof dat jij er niks van kent. Ja, hij zit hoor, langs z'n been He wat jammer, nou is 't een-een. Ha die Willem, ha die Kit, Zo, daar fluit ie voor de rust Schuif eens op lui, zo ik zit. 'k Denk dat ik een biertje lust. Nou, daar zijn ze, ja gegroet, Mag 'k niks zeggen? Heb 'k geen verstand? Dat doe je ook omdat 't moet. 'k Ben een vrij man in een half vrij land. En wat moet er nou nog meer? Je kan barsten, hou zelf je sm Moet ik klappen, goed Meneer. Als je weet wat ik bedo'el. Vooruit jongens, zet 'm op, En mijn baas heeft ook kritiek Nee niet schieten, op je kop. En hun baas is het publiek. Kijk hij stopt 'm, wat 'n keep, Zo daar gaat ie dan maar weer, Ik dacht dat hij z'n doel uit liep. Toe nou jongens, combineer. Zo, naar Jantje, niet naar Piet, Nee, niet doen nou, jij alleen, 'k snap niet dat je dat niet ziet. Rinus werkt maar met een been. Waarom fluit ie? oh freekick, Ach wat jammer, weer die lat, Ach die vent is niet goed snik. En ik dacht nog dat ie zat. Zo, naar buiten, zie je wel Wat een uittrap, 't hele veld. Evert is niet meer zo snel. Die vent is niet goed opgesteld. Nou naar Kootje, op je slof, Wat een wedstrijd, 't lijkt wel niks, Jaaaaa 'n goaltje, wat een bof. En dat kost me nog een riks. Goed zo jongens, goed zo Ko Nou, mij zien ze hier niet weer Nou nog eentje, houen zo. Ik ga liever naar de Meer. Nou, daar gaat ie dan maar weer, 'k Neem meteen de eerste tram Toe nou Kootje nog een keer. Anders zit ik straks weer klem. Nee de bal gaat weer terug, En die Willem met z'n griet, Heee, hij douwt 'm in z'n rug. Kunnen barsten, anders niet. Waarom fluit je nou niet vent, VRIENDIN. HPOEN Frasconi (Genova),bij een ge- •- lijke stand vijf minuten voor tijd in de wedstrijd tegen FC Pontofini, tij dens het nemen van een strafschop, door een electrisch bedienbaar valluik met bal en al onder de grond ver dween, dacht een ieder dat dit wel het grootste schandaal was, dat ooit op een voetbalterrein voorgevallen was. Toegegeven, het was spectaculair en de publiciteit, die aan dit voorval werd besteed, rechtvaardigt wel enigszins de toen heersende mening. Echter achter de schermen, om het zo maar eens uit te drukken, spelen zich grotere, grovere, bijkans sadisti sche gebeurtenissen af, die voor het volk geheim blijven. Daarom wil ik U nu een gebeurtenis verhalen, waaruit zal blijken, op welk een schandalige wijze met voetballers omgesprongen kan worden. Ik bedoel hier natuurlijk voetballers, die betaald worden voor hun spel. Het ging allemaal bijzonder snel in zijn werk. Ik zat die avond ietwat ver veeld achter een glaasje bier in een slordig café, aan de rand van de bin nenstad. De situatie was vrij stabiel, rustig en de mensen die aanwezig wa ren waren merendeels in een bezonken toestand. Niemand keek dan ook op toen een jongeman, ik schatte hem op een jaar of vijfentwintig, gehaast naar binnen stapte. Wat mij opviel was zijn schichtige manier van rond kijken toen hij een plaatsje zocht aan de bar. Ik kon niet verstaan wat hij bestelde, maar ik zag dé barman naar de tap gaan en een glas bier klaar maken. De jongeman trommel de zenuwachtig met zijn vingers op de barrand, nu en dan naar de deur kijkend alsof hij elk ogenblik iemand verwachtte. De barman had zijn taak verricht en zette met een trots ge baar een werkelijk prima opgemaakt glas bier voor de jongen neer. Op het zelfde moment, dat de jon gen met grote gulzige teugen pro beert het bier zo snel mogelijk op te drinken, slaat de deur open en vier enorme kerels stormen het café bin nen in strakke lijn recht naar de jon geman, die verwezen kijkend met een half glas bier in de hand een afschu welijk wanhopige afweerbeweging maakte. „Nee, nee... niet doen, nee... het was eerlijk mijn bedoeling niet...". „Bier", gromde één van de kerels en tegelijkertijd werd hij met een snelle handgreep van z'n kruk gelicht en door de vier mannen omringd snel naar buiten gedrongen. Ik hoorde nog een van de kerels naar de hui lende jongen grauwen „dit wordt derdegraadswerk Bergsma, dit is de tweede keer van de week". „Verrek", zei ik, „was-dat? Is dat de Stotteraar misschien?" „Nee", antwoordde de barman mij onder het spoelen van enkele lege glazen, „dat was Bergsma van prof club die en die, hij krijgt nu een der degraadsbehandeling, zal wel voor een paar maanden niet meespelen. Neem nou Rozemans, ken je Roze- mans?" „Ja, Rozemans ken ik wel, die is toch van die zelfde club, ik heb hem een hele tijd niet zien spelen." „Klopt", gaf de barman terug, „werd geschaakt bij het roken van een si garet, kreeg drie maanden cellulair". Ik werd nieuwsgierig. „Is dat zo?". „Ja", teemde hij, „maar ze zijn nog vrij zachtzinnig daar. Ken je het ver haal van Daalmeyer?" „Daalmeyer, Daalmeyerkwam die niet verle den jaar uit? Die naam zit nog wel ergens in mijn achterhoofd. Dit jaar heeft hij nog niet gespeeld, is het wel?". „Gefusilleerd, zes maanden geleden. Werd op een Zaterdagavond in de stad aangetroffen. De ochtend daarop voor het front van de overige tien neergeschoten. Voorbeeld, begrijp je. Maar dat is dan ook wel de zwaar ste straf die ze kennen". „Dat lijkt mij ook", mompelde ik, „het is toch wel prettig als je amateur bent. Dan krijg je hoogstens drie we ken, als je de bal te lang bij je houdt." KAKTE. 11

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1957 | | pagina 11