(Stta jVieuutenluii zeti
Middenuit
Bequnstiqinq van onze aöveRteeuöeRS, houöt öe schakel in stanö
HET doet mij buitengewoon veel
genoegen vanaf deze plaats, na
mens de Solide Middenuit Beweging,
enige aspecten van het ook voor U
zo belangrijke onderwerp „het mid
denuit nemen" te mogen toelichten.
Ongetwijfeld zal het U bekend zijn
en U zult er ook geheel van doordron
gen zijn, dat het middenuit nemen
niet 'zo maar een simpele beweging
is. De onontwikkelde leek zal bij
deze woorden waarschijnlijk grijnzen
en zichzelf wijs maken dat een lichte
voetbeweging tegen de bal het spel
kan doen aanvangen. Eén advies dan
heren, keert deze onnozele hals de
rug toe. U en ik weten beter.
De Solide Middenuit Beweging
tracht de beweging op zichzelf weten
schappelijk te benaderen en heeft in
de onderhavige materie veel en nut
tig werk gedaan. Pionier op dit ge
bied, en in 1953 ook volkomen terecht
door de Beweging als erelid be
noemd, is Wilhelm Ball, die in 1949
zijn opzienbarende boek „Orthodoxe
und Neue öffnungen heut zu Tage
im Fuszballspiel" deed uitkomen, en
waarmee, ik zou haast zeggen, het
laatste woord is gezegd. Ball, die in
1936 in Heidelberg cum laude pro
moveerde in de wiskunde, determi
neert de aanvang van het voetbal
spel dan ook volkomen wetenschap
pelijk. Enige belangrijke passages uit
zijn boek mag ik U niet onthouden.
Trogopening.
Ik lees hier dan op pagina 163, het
hoofdstuk waarin hij de centrifugale
trogopening behandelt de volgende
woorden
„Voor een juiste uitvoering van de
trogopening, de opening die geschiedt
met medewerking van de middelpunt
vliedende krachten, is het noodzake
lijk dat de midvoor, ten eerste, zich
'overtuigd heeft dat de scheidsrechter
de bal precies op de witte stip heeft
gelegd, en let wel, dit is zeer belang
rijk, of de bal zodanig ligt dat de
veter of het ventielgaatje zichtbaar
is. Ik kan hier niet geüoeg de aan
dacht op blijven vestigen, dit mag
nimmer vergeter; worden, gaatje of
vetertje duidelijk zichtbaar. Daarna
dient de man zich te vergewissen hoe
op dat moment de spil van de tegen
standers staat. Rust 's-mans linker
voet op de grcnd dan is het nood
zakelijk de trogopening voor enige
minuten uit te stellen. Bevreemding
van tegenstanders, scheidsrechter en
publiek dient met een lichte hand
beweging weggevaagd te worden.
Men moet geduld hebben. Gaat het
sein op veilig m.a.w. verandert de
spil van houding c.q. rust hij thans op
het rechterbeen, dan dient onmid
dellijk gereageerd te worden. Onze
midvoor gelieve dan een harde trap
tegen de bal te geven direct naar
het lichaam va.i de spil, wiens stabi
liteit onevenwichtig is, (Ball, die een
liefhebber van voetnoten is, geeft
ook hier een zeer heldere biologische
explicatie van 's mensens stabiliteit
onder diverse omstandigheden, waar
mede hij ook de veel voorkomende
onevenwichtige steun behandelt, die
het rechterbeen kan geven) en die,
de spil dus, en hier komt het nut van
het vetertje of gaatje boven naar
voren, schrikt van:
1. de onverwachte trap
2. de harde trap
3. het vetertje
4. of het gaatje
en laat de bal passeren. Thans dient
de trogmanoevvre in zijn geheel uit
gewerkt te worden. Rechts- of links
buiten, hier prevaleert de snelheid,
moet thans als een bliksemschicht
naar binnen snellen om van des spils
ontreddering gebruik te maken.
Noodzakelijk is het dat hij de bal te
pakken krijgt. Optroggende binnen-
spelers in nauwe samenwerking met
de midvoor komen even later steun
verlenen. Binnenspelers let op, hier
komt Uw taak. U dient thans cen
trifugaal het verdedigingsblok van
Uw tegenstanders te openen. Kant-
halves en backs moeten naar de bui
tenkant van het veld opgerold wor
den. Ter illustratie diene het voor
beeld van de bulldozer. Ter afronding
van de actie wordt het duidelijk, dat
de buitenman de midvoor gaat bedie
nen. Dit is dan ook eenvoudig. Hij
brengt de bal in het strafschopgebied
op een plaats, waar het voor de thans
op volle snelheid liggende midvoor ge
makkelijk is de bal langs de keeper
te jagen."
Gleufopening.
Dat Ball naast zijn exacte weten
schappelijke weergave ook zijn humo
ristische zijde heeft blijkt op pagina
312, waar hij vertelt over een ope
ning van het spel bij een wedstrijd in
Brazilië, n.l. Sao Paulo II tegen Rio
de Janeiro III. Ball schrijft dan:
„Toen ik op de tribune plaats nam
was mij direct al een bepaald onaan
gename sfeer opgevallen. De mensen
waren onrustig, en niet alleen door
het feit, dat er weer 385 revolvers
waren ingenomen. Men voelde het
aan. (Unheimisch... volgens B.). Het
werd mij duidelijk bij de aanvang van
het spel. Bij informatie had ik van
de coach van Sao Paulo vernomen,
dat als zij eerst middenuit mochten
nemen „de gepenetreerde gleufope
ning" toegepast zou worden. Hier had
ik mij op verheugd het is een van
mijn lievelingsopeningen, maar wie
beschrijft mijn verbazing als ik zie,
dat inderdaad S.P. opent, maar
hoe.
De midvoor, alle voorwaarden voor
de gep. g.-opening negerend, ging
daar met een blikopener het spel
openen. De scheidsrechter zond de
man direct naar de kleedkamer, vol
komen terecht. De opening was nieuw
voor mij, inderdaad, maar een derge
lijke reglementaire veronachtzaming
was toch wel lachwekkend."
Tot zover Ball. Plaatsgebrek noopt
mij Ball dicht te klappen, hoe zeer
het mij ook spijt. Deze man is een
genie op zijn gebied. Het is ons dui
delijk geworden, ook U grijnzende
leek, dat het middenuit nemen niet
zo maar een trapje is of een lel in de
ruimte. Als Wilhelm Ball het nodig
acht om over dit onderwerp een werk
te laten verschijnen van 624 bladzij
den, dan moeten wij beseffen, dat
wij zeker hier in Holland nog onnoe
melijk veel in dfc openingen van het
voetbalspel te leren hebben.
KAKTE.
Vert. J.G. DE VRIES
WETERINGSCHANS 59i - AMSTERDAM - TELEFOON 35041
Grond- en glansverf
Boot- en Autolakken
Overtoom 523, tel. 84780
Een vertrouwd adres
4