Aftreden Nico Holtzappel
Bekercompetiti'e
Persstem
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRÖeRS, houöt 6e schakel in stanö
XXET was al minstens een jaar
bekend, dat het zou gebeuren en
toch nu het gebeurd is, lijkt het nog
onverwacht te zijn geschied. Op 18
Juni 1956 is Nico Holtzappel afge
treden als voorzitter van de A.F.C.,
na de club sedert 1952 in deze functie
gediend te hebben.
Nu kan ik mij natuurlijk zetten tot
het releveren van alle mogelijke ups
and downs, welke hij de door hem
geleide vereniging zag meemaken.
Maar ups and downs zijn in het ver
enigingsleven in het algemeen en voor
A.F.C. in het bijzonder niet essen
tieel.
Mij lijkt de grote voldoening voor
Nico, dat hij voorzitter mocht zijn,
toen A.F.C. haar zestigjarig bestaan
vierde. De weken, rond de 18e Januari
1955 zullen hem, ongeacht de ponden,
die hij ongetwijfeld moet zijn afgeval
len, voor altijd in de herinnering ge
grift blijven.
Voor de aanwezigen bij het diner
in dat jaar was het een aangrijpend
en tegelijk vreugdig beeld, toen Nico
het gedicht van zijn echtgenote voor
las.
Zoals hierboven reeds werd ver
klaard wil ik de chronologische be
schrijving der voetbaltechnische
feiten laten rusten tot een volgende
gelegenheid en mij bepalen tot de
wijze, waarop de persoon Holtzappel
ons tegemoet trad.
Tijdens de bestuursvergaderingen,
waarheen de jarige bestuursleden zich
altijd enigszins beschroomd begaven,
in de wetenschap, dat het tweede
(onofficiële) punt van de agenda (via
de privé-agenda) de felicitatie behels
de met de daaraan verbonden con
sequenties.
Op de Nieuwjaarsdagen, wanneer
het vaak waarlijk afgestampte club
huis luisterde haar de altijd vlot, voor
de vuist weg, uitgesproken rede,
waarin het wel en wee van het afge
lopen jaar de revue passeerde. We
denken aan zijn leiding der algemene
vergaderingen. Spits en prettig. Zijn
replieken, een enkele maal gelardeerd
met een uitspraakje van een grote
Franse historische figuur, op van uit
de vergadering geplaatste opmer
kingen.
Ik ben verheugd in de gelegenheid
te zijn een door onze vriend Jan Ver
meulen in een onbewaakt ogenblik
genomen foto te kunnen publiceren.
Deze foto kan eigenlijk als sym
bool dienen voor de manier, waarop
Nico Holtzappel als voorzitter zijn
A.F.C. is voorgegaan: de idealen,
welke zijn grote voorbeeld Schaf,
heeft gesteld, op zijn wijze nastre
vend.
En dat is het grootste compliment,
dat wij de oud-voorzitter Holtzappel
kunnen maken.
Oud-voorzitter, inderdaad, maar
tevens sinds 18 Januari 1955, of eigen
lijk sinds de daaraan volgende alge
mene vergadering, ere-lid.
En hoewel andere maatschappelijke
verplichtingen, voor het merendeel
verband houdende met de dorst naar
kennis der opgroeiende jeugd, veel
van zijn tijd in beslag nemen, zijn wij
er zeker van, dat A.F.C. in de toe
komst nooit te vergeefs een beroep
op Nico Holtzappel zal doen,. Waar
van acte.
J. T. S
TN onze onnozelheid, dachten we
daar, dat de tot stand gekomen
splitsing in amateurs- en beroeps
afdelingen tegelijk een welkome aan
leiding zou zijn voor de eerste catego
rie om nu eindelijk eens „het gesloten
seizoen" een stevige basis onder het
altijd zo frêle gebleken lichaampje
te geven.
Na 15 Mei of omstreeks deze
datum niet meer voetballen en tot
15 Augustus gelegenheid om te gaan
cricketten, honkballen, tennissen, zei
len en vult U maar aan.
Maar wat geschiedt? Vele ama
teur-verenigingen, nog nauwelijks
bekomen van de emoties van het
afgelopen seizoen worden opge
schrikt door een persbericht, dat
zegt, dat de K.N.V.B. de Beker-com
petitie weer zal laten verspelen en
wel voor de amateurs tijdens het
„gesloten seizoen". Per 15 Augustus
moeten 80 clubs zijn overgebleven,
teneinde hun krachten met die der
profclubs te meten.
Even heeft het A.F.C.-Bestuur ge
speeld met de gedachte tegen dit
voornemen een ernstig protest te
laten horen. Onze stem is gebleken,
die van de roepende in de woestijn
te zijn. Het overgrote deel der ama
teurclubs, misschien aangelokt door
het vooruitzicht om bij de wedstrijden
tegen bekende profclubs zijde te spin
nen, schreef voor deze competitie in.
A.F.C. volgde dit voorbeeld niet.
Geruchten van latere datum willen,
in tegenstelling tot recente berichten
in de dagbladen, dat deze competitie
zal worden verschoven naar medio
Augustus.
Zou hierin enige waarheid schuilen,
dan spreekt het vanzelf, dat ook
A.F.C. gaarne voor deze competitie
zal inschrijven.
J. T. S.
TN de N.R.C. van 4 Juni j.l. lazen
wij een cursiefje naar aanleiding
van het artikel „Uit de Kapiteins
hut" in de Mei-Schakel.
Ingaande op de suggestie van onze
voorzitter betreffende het plaatsen
op de beroepslijst van verenigingen,
welke het met hun amateuristische
principes zo nauw niet nemen, zegt
de sportredacteur van de N.R.C.dat
hij „al luisterend links en luisterend
rechts heeft vernomen, dat er dan
heel wat te zuiveren zal vallen, want
wat men indertijd heeft kunnen voor
zien is op de bitterst mogelijke waar
heid uitgedraaid; de scheiding van de
zogenaamde bokken en de schapen
heeft de schaapsstal niet geheel van
vreemde smetten gezuiverd".
„Maar", zo gaat deze commentator
voort, „tegemoetkomend aan deze
suggestie van de heer Holtzappel, ja
juist dan, zou de K.N.V.B. zijn
technische selectie kwantitatief gaan
opvoeren op een manier welke de
kwaliteit alleen maar zou kunnen
schaden. En daarmee zou hij zijn
doel hoger spelpeil en de leeuw
wat minder in zijn hemd te laten
staan totaal voorbij schieten".
Naar onze smaak is dit standpunt
voor de K.N.V.B., als hij het al hul
digt, volkomen te billijken. Intussen
stelt het de kwestie, door de Heer
Wijnand in zijn Pickle „Discussie"
aangeroerd, in een nog veel scherper
daglicht.
J. T. S.
3