W/at iedere A.F.C.-er behoort te u/eten
Het Laatste Nieuws
BequnstiQinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
De tijd gaat snel. Nauwelijks heb je
in de Schakel min of meer
schamper over die zuidelijke, heet-
bloedige voetbalenthousiasten ge
schreven fen naïevelijk beweerd, dat
zulke sappige kloppartijtjes als bij
hen tot de attracties behoren, in ons
nuchtere Nederland niet zo gauw
zullen voorkomen, of je wordt meteen
voor schut gezet. Eerst enige hand
tastelijkheden in het Oosten en nu
weer enige incidentjes in Den Haag,
brengen je op harde wijze aan het
verstand dat er iets aan het verande
ren is. Natuurlijk wisten we wel, dat
de betaling nieuwe elementen in onze
voetbalsport heeft gebracht waarvan
we de ingrijpende invloed nog niet
precies kunnen beoordelen. De strijd
om de punten werd in de eerste
plaats een strijd om de centen van
Jan Publiek. Een overwinning is be
langrijker vanwege de premie dan
om de sportieve voldoening. Het
chauvinisme van de aanhang wordt
misschien zelfs door het uitzicht op
een prijsje in de voetbalpool extra
aangewakkerd. Zo'n incidentje als in
Den Haag liegt er overigens niet om
en een zuidelijk voetbalslagveld be
hoeft zich er niet voor te schamen.
Alleen het schietpartijtje ontbreekt
nog, maar misschien komt dat ook
nog wel, al zijn de bepalingen op het
bezit van wapens hier gelukkig erg
streng.
Maar laten we alle scherts bijzijde.
In plaats van „It's all in the game"
kunnen we nu wel zeggen „It's all in
the business", doch deze excessen
dwingen het Bondsbestuur tot de
strengste waakzaamheid. Wij hebben
altijd hoog opgegeven van de op
voedkundige waarde van onze sport,
de jeugd leerde er discipline en
kameraadschap door, bovendien res
pect voor de tegenstander, doch
door zulke excessen komt die vormen
de waarde van ons spel toch wel heel
erg in het gedrang.
Innerlijke Beschaving.
Maar, het ergste is dat deze exces
sen niet eens het belangrijkste zijn.
De Koninklijke N.V.B. zal hierop wel
streng ingrijpen, want anders is in
deze knock-out competitie het hek
van de dam. Waar de innerlijke be
schaving verloren gaat, dreigen ver
ruwing en verdere ontsporingen.
Daarom vind ik het meest funeste
in deze ontwikkeling, dat blijkbaar
ook zij, die grote invloed op deze
ontwikkeling ten goede of ten kwade
kunnen uitoefenen, blijkbaar ziende
blind en horende doof zijn of zich zo
moeten houden. Daar had je b.v. die
radio-reporter die verslag van de
relletjes op het Houtrustterrein gaf
en die niet aarzelde om zonder meer
de scheidsrechter de schuld van het
geval te geven. Laat die man nu fou
ten hebben gemaakt, de spelers ma
ken er zovele, maar zelfs een zwak
moment van een scheidsrechter mag
nooit of te nimmer voor de spelers
een excuus zijn om eigen rechtertje
te spelen of op een dergelijke manier
uit de band te springen. Wanneer de
Bond en de clubleiders en vooral ook
de captains hun spelers nooit genoeg
kunnen voorhouden, dat dergelijke
reacties absoluut uit den boze zijn,
dan moeten Pers en Radio voor 100%
steun aan dat streven geven. Want
wat voor een invloed gaat van Pers
en Radio niet op honderdduizenden
uit. Ongemerkt kan daardoor alle
opvoedkundige werk te niet worden
gedaan en een foute mentaliteit aan
gekweekt. Toen ik verleden week het
radio-verslag BelgiëHolland beluis
terde was ik op een gegeven mo
ment met stomheid geslagen toen de
beide bekende radio-reporters tijdens
een babbeltje over de scheidsrechter
deze eenvoudig een „home-referee"
noemden. Dat men het niet met
scheidsrechterlijke beslissingen eens
is, is ieders goed recht. Maar dat
men hem van opzettelijke unfaire
partijdigheid beschuldigt dat is in
feite de betekenis van het woord
„home-referee" - is naar mijn be
scheiden mening voor verslaggevers
van naam beneden peil. Men sugge
reert de luisteraars, dat die Hollandse
spelers toch eigenlijk engeltjes zijn,
die door die partijdige scheidsrechter
ten pleiziere van de Belgische gast
heren ten onrechte gestraft worden.
Dit is een onbehoorlijke insinuatie,
des te gevaarlijker omdat bij honderd
duizenden luisteraars langzaam maar
zeker het gevoel voor wat wel en wat
niet mag wordt uitgehold. Het is
weer die vervlakking van de fatsoens
normen. Men maakt die brave luiste
raars wijs, dat de overtredingen
waarvoor die referee meent te moe
ten straffen, helemaal niet zo erg
zijn. Er wordt wel enthousiast en
potig ingegrepen, maar ja, voetbal
is geen spel voor kostschoolmeisjes
en wij moeten het nu eenmaal van
fris Hollands open spel hebben.
In werkelijkheid was waarschijnlijk
de faam van dit spel ons elftal voor
uitgesneld en had die Engelsman zich
voorgenomen ieder symptoom van
ruw spel in het begin de kop in te
drukken. Er was een zekere parallel
met Düsseldorf waar de scheidsrech
ter ook gedwongen was in de eerste
tien minuten herhaaldelijk streng in
te grijpen. Daargelaten of het ten
rechte of ten onrechte was, zeker is
dat meestal tegen Nederland gefloten
werd.
Ieders plicht.
Welnu, ik wil hiermede maar zeg
gen, dat aangezien ons tegenwoordig
voetbalbestel een stijgende kans op
excessen in zich draagt, iedereen die
hetzij zelf leiding geeft of de publieke
mening kan beïnvloeden de plicht
heeft voor ontaarding te waarschuwen.
Anders kweekt men de mentaliteit,
dat de overwinning oneindig meer
waard is, dan de wijze waarop men
zijn sport bedrijft. Men speelt in de
kaart van de sensatie-belusten en
vervreemdt de ware sportliefhebbers.
Wanneer men propageert, dat de
punten coüte que coüte met alle mid
delen moeten worden binnengehaald,
dan dient men zich toch ook af te
vragen waar het heen gaat, als de
jeugd in het leven diezelfde richt
lijnen zou gaan toepassen. Mij dunkt,
de Maatschappij zou er niet op voor
uitgaan.
En daarmede ben ik dan weer bij
de jeugd aangeland, welke ons
amateurclubs meer dan ooit na
aan het hart moet liggen. Wil men
de jeugd iets waardevols voor het
leven medegeven, dan dient men de
sportieve begrippen er als het ware
in te hameren. Dan moet men haar
tot het besef brengen, dat een wer
kelijk goede voetballer geen ruwheid
nodig heeft om tot succes te komen.
Dat ook eerbied voor scheidsrechter
en tegenpartij voor de goede sport
man primair zijn. En hoe mooi voet
bal kan worden gespeeld heeft Par-
tizan ons laten zien. Wat moet het
een sportieve voldoening zijn om zó
in een elftal te kunnen spelen.
I. H. GALAVAZI.
Zondag 22 April 1956 is voor ons,
tot dusverre, dé Zondag van het sei
zoen geworden. De K.N.V.B.-elftallen
behaalden 7 punten uit 4 wedstrijden
en de overige elftallen, met inbegrip
van onze Jeugd behaalden soortge
lijke resultaten.
Het eerste verspeelde een punt aan
nummer laatst van de ranglijst,
Vriendenschaar. Wij hadden, statis
tiek-technisch bezien, onze dag niet,
maar anders hadden we U haarfijn
kunnen voortellen hoe vaak één of
meer onzer voorhoedespelers in de
buitenspelval liepen.
Het tweede elftal kwam weer terug
op het rechte pad en versloeg in Uit
hoorn, de club van die naam met
2—0.
Uw derde speelde tegen Water-
graafmeer 3 de returnmatch van de
destijds een beetje vervelend verlopen
wedstrijd op ons eigen veld. We won
nen met 41, maar het belangrijkste
was de ontvangst, welke Uw derde
na de wedstrijd ten deel viel.
Ongetwijfeld zult U hier later meer
van horen.
En dan het vierde. Het won weer,
nu met 43 van Bloemendaal 2 en
de afstand tussen dit elftal en num
mer laatst werd hoe langer hoe gro
ter. Inmiddels hebben Chris Geluk en
Dirk Disselkoen hun plaatsen weder
om ingenomen en de resultaten zijn
ernaar. Drie overwinningen in succes
sie, waaronder één tegen één der
koplopers. J. F. S.