Resultaten van de groene velden 1 2 Zilveren Kraaientournooi Bequnstiqinq van onze aöveRteepöeRS, houöt öe schakel in stanö De goede verstaander en daarbij de regelmatige eerste elftal-kijker gaan wij een teleurstelling bereiden. Wij plachten zo op onregelmatige tijden deze regelen te verluchten met een staatje van topscorers. Het is ons echter gebleken, dat deze staatjes een verderfelijke invloed hebben op het speltype van sommigen onzer. Daarom een streep onder deze staat jes. Wij zullen volstaan met vermel ding van het aantal doelpunten, dat ons elftal gemaakt heeft, benevens het aantal, dat ons elftal heeft moe ten toestaan. Richten we dan nu de blik op de ranglijst van ons eerste elftal, dan zien we, dat we tot de goede midden moot zijn gaan behoren. Wellicht is ons nog een bescheiden rolletje als reuzendoder toebedeeld. En wat zul len de A.F.C.-ers in stemming ko men, wanneer, in goede wedstrijden, nog een aantal overwinningen wor den behaald. Het tweede is volkomen uit de running en bevindt zich, in het bezit van veertien verliespunten op de vijfde of zesde plaats. Door, althans aan mij, onbekende oorzaken is dit elftal uit zijn spel geraakt en toen de eerste nederlaag een feit was volgde een heel rijtje. Rest ons de conclusie van de afgewezene: Vol gend jaar beter. In zijn Mixed Pickle „Let op Uw Saeck" roept onze oud-redacteur Jo Wijnand alle hens aan dek voor red ding van het vierde elftal. Overigens met succes, want het vierde elftal heeft de kans op het ontspringen aan het degradatiegevaar in de eigen handen gegrepen door fraaie over winningen op Haarlem 4, dat de week daarop een andere tegenstander weer met 61 aan de zegekar bond, en Schoten 2. En toch wordt ons, wanneer we de prestaties van onze lagere K.N.V.B.-elftalen gedurende de laat ste jaren de revue laten passeren, de gedachte wel eens ingegeven, dat wanneer het vierde elftal niet steeds met kunst en vliegwerk in de K.N.V.B. zou moeten worden gehou den, dit de prestaties der beide andere elftallen gunstig zou beïnvloeden. Met het blote hoofd uit onze her innering puttend, staat ons bijvoor beeld nog bij, dat het derde elftal een paar keer zeer vlot startte en deze start ook enige tijd volhield tot dat er, ter handhaving van het vier de, een aantal spelers aan onttrokken moesten worden. Het vierde werd dan voor de reserve derde klasse bewaard, maar de kampioenskansen van het derde gingen teniet. (Reacties wor den met genoegen tegemoet gezien). Het is de avond na de wedstrijd te gen O.V.V.O. dat ik dit schrijf en nog steeds zit ik me af te vragen hoe het toch mogelijk is dat wij maar één doelpunt konden maken. Onbegrijpe lijk, gezien het aantal kansen dat wij hadden in deze wedstrijd, waarin wij mijns inziens toch duidelijk de meer deren waren van onze tegenstanders. Jammer, heel jammer, want elk ver speeld winstpunt maakt onze kans op één der ereplaatsen kleiner. Dit is des te meer spijtig als men afgaat op de geruchten die momenteel de ronde doen, welke vermelden, dat niet alleen de kampioenen, maar ook de nummers twee en misschien zelfs de nummers drie van de ranglijst voor promotie in aanmerking komen. Wij hadden ons anders wel op deze wedstrijd, waarvan bekend was dat hij zwaar zou zijn, voorbereid. Ander half uur van te voren kwamen wij bijeen in het gezellige en gastvrije huis van onze trainer, de Heer Vaal, waar nog de nodige aanwijzingen werden gegeven onder het genot van een door mevrouw Vaal geschonken kop koffie. Deze aanwijzingen zijn echter niet alle opgevolgd, zoals wij gedurende de wedstrijd konden con stateren. Speciaal zullen wij nog moe ten leren dat het individu komt na het team, m.a.w. dat wij het teveel aan egoïsme nog uit ons spel zullen moeten bannen. Als ons dat gelukt, zal vermoedelijk ook de productivi teit omhoog gaan. Immers, niet de speler die een goal maakt is belang rijk (al wordt deze nu éénmaal, spe- diaal door supporters, bejubeld) maar wel de manier waarop het team als geheel aan het tot stand komen hiervan heeft medegewerkt. Feitelijk moeten wij te veel amateur zijn, d.w.z. het spel spelend om het ge noegen dat het ons geeft, om dat beetje persoonlijke roem dat het ma ken van een doelpunt oplevert, na te willen jagen. Laten wij dus trachten in de reste rende wedstijden het teamverband nog hechter te maken. Het kan niet anders of enkele overwinningen moe ten daarvan het gevolg zijn. CEES. Het spijt me, dat ik deze keer geen enkel optimistisch geluid kan laten horen, want alle ontmoetingen resp. met Amsterdam III, N.F.C. II en Nautilus II zijn in nederlagen ge ëindigd. De wedstrijd tegen Amsterdam ver loren we met 21 en verdiend. De gasten speelden een vlot partijtje en er werd door hen heel aardig ge combineerd. Bij ons speelde de Groot en Frans Kat mee. Het was jammer, dat Frans zijn afscheidswedstrijd in een nederlaag zag eindigen. In de eerste helft zagen we kans om voor open doel over te schieten. Ik geloof niet dat we verder nog iets gepres teerd hebben dat vermeldenswaard is, behalve het doelpunt van de Groot, na rust gescoord. De daarop volgende keer werd van N.F.C. met dezelfde cijfers verloren. In ons team speelden deze keer J. Steensma en A. Reddering mee. Vooral de laatste heeft een hele beste half partij gespeeld. Voor rust kwam een prachtig schot van J. Zimmer man op de lat terecht en kopte B. Jansen een voorzet van J. Link net over. Maar daarmee had de voorhoede althans haar kruit verschoten en het was nota bene B. Wildeboer, die ons met een ver schot aan een 10 voor sprong moest helpen. Na de thee was N.F.C. in de meerderheid en doel puntte twee keer. De wedstrijd tegen Nautilus werd met 10 verloren, maar hiermee kregen de gasten veel meer dan ze verdienden, want deze keer speelden wij eindelijk eens een aardig spel letje, alleen kwam er geen schot uit de voorhoede, die nu met H. Kappel en D. Perton versterkt was. Voor rust beheersten wij wel het midden veld. Er ontstonden talrijke aanval- op het Nautilus-doel en bij één van deze aanvallen schoot Perton de bal in, die door een verdediger achter de lijn werd weggeschoten. De scheids rechter had niets gezien, dus bleef het 00. Voorts hadden wij het geluk dat zij een penalty misten. Na de rust hadden wij weer het middenveld, maar gevaarlijke situaties voor hun doel deden zich niet voor doordat wij te zelfzuchtig speelden. De gasten kregen één schietkans en benutten deze prompt. Het is erg jammer, dat dit zo is gelopen, maar aan de andere kant mist ons elftal de physieke kracht om zich over een tegenslag heen te zet ten en dus ook de wil om te winnen. En zolang we dat niet kunnen op brengen zullen kampioenskansen verre van ons blijven. JAAP. Kota Radja, wel eens van gehoord Enne... BreughelKota Radja is de naam van een eethuis in Den Haag, Breughel is de man, die de mens zag als een uiterst voldaan en bevredigd iemand. Ziet U thans enig verband? Volkomen Breughliaans voelden wij ons toen de laatste trage hap Kota- radjiaans voedsel onze monden be reikte. Jammer dat het in onze hui dige gemeenschap geen pas meer geeft dat, als je je zo heerlijk hebt volgestopt, jé niet languit op de grond kan gaan liggen. Bij Breughel mocht dat. Bij Kota Radja zal men gestoord de wenkbrauwen fronsen en de djongossen zullen je gezamenlijk opkrikken en je op een gepaste ma- 3

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1956 | | pagina 3