BequnstiQinq van onze aöve.RteeRÓeRS, houöt öe schakel in stanö Wijnand, de afgetreden Schakelredacteur, in het zonnetje te zetten. Dan komt het Arol-tournooi weer in zicht en Pietei vervolgt P. 't Was een tournooi van amateurs, enig in de annalen We moesten voor geen enkele club. de reiskosten betalen. Van springconcours, de tweede dag, stonden we [allen paf, Wat Leo Horn ons heeft gebracht dat was gewoonweg af! De eerste dag heeft A.F.C. van Frisia gewonnen Het was een echte, leuke strijd, we zijn niet slecht [begonnen. T. De tweede dag was 't H.B.S. dat wij moesten [ontmoeten - Maar toen konden de jongens niet zö goed meer uit de voeten. Met 21 ging ons eigen team die Aroldag ten onder, Maar zie je Nel, zo'n klein verschil frappeerde ons [bijzonder. Na strafschoppen won H.B.S. tenslotte de finale En kon bij Nico Holtzappel de beker toen gaan halen. Elf September startten we de competitie niet bijzonder hoopvol met een nederlaag tegen O.S.V., maar allengskens worden er toch zoveel puntjes verzameld, dat we tot de koplopers zijn gaan behoren. Intussen hangt ons echter iets anders boven het hoofd: P. En zie, de praeses van formaat, die toch zo fijn kon [praten, Die kondigde toen plotseling aan, dat hij ons ging [verlaten Nou dat was niemand naar de zin gedaan was [het met kijven Plots was de hele club weer één en iedereen riep: blijven! T. En als ik U vraag beste lui, moet Nico weggaan? Nee! Hij is de grote kleine man in onze A.F.C. Maar niet alleen de voorzitter is onderwerp van de gesprekkenook Max de Bruin, de vice-voorzitter komt onder het mes in verband met zijn activiteiten in onze Sociëteit, welke eerst nog als volgt bezongen wordt: ONZE SOCIËTEIT. (Melodie: Down by the Riverside). 1. P. Waar is de geest altijd subliem? Allen: In onze sociëteit, in onze sociëteit, in onze sociëteit! T. Waar is het knusjes en intiem? Allen In onze sociëteit, in onze sociëteit! P. Waar staat de kachel heerlijk rood? Allen: In onze sociëteit, in onze sociëteit, in onze sociëteit! T. Waar is de gijn steeds reuze groot? Allen: In onze sociëteit, in onze sociëteit! Beiden En iedere zaterdag, dat 's vast, Wordt er geklaverjast, Of wordt gedomineerd De leden voelen zich er thuis, Gaan pas laat naar huis 'k Weet niet of moeder dat zo erg apprecieerd! P. We hebben daar een eigen home Allen: In onze sociëteit, in onze sociëteit, in onze sociëteit! T. Waar zijn we dikwijls onder stoom? Allen In onze sociëteit, in onze sociëteit! 2. T. Er lopen kinderen in het rond Allen In onze sociëteit, in onze sociëteit, in onze sociëteit! P. Die maken het soms al te bont! Allen In onze sociëteit, in onze sociëteit! T. De vrouwen voelen zich o kay Allen In onze sociëteit, in onze sociëteit, in onze sociëteit! P. En brengen ook wel breiwerk mee, Allen In onze sociëteit, in onze sociëteit! Samen Ze kijken naar hun man en kroost En vader mompelt: proost! Hij pikt vast zijn rantsoen! Een warm gevoel glijdt naar zijn maag, Want hij lust ze graag Hij doet wat andere mannen ook altijd doen! T. Waar zijn de jongens steeds patent? Allen In onze sociëteit, in onze sociëteit, in onze sociëteit! P. Loopt Max de Bruin rond als agent! Allen In onze sociëteit, in onze sociëteit! De „kinder-moeilijkheden" werden echter na een be spreking opgelost en Pieternel treft nu des Zondags het volgende tafereel aan: 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1956 | | pagina 6