Mixed Pickles
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRÖeRS, houót öe schakel in stanö
Oude koe.
In de verschillende artikelen in de dagbladpers, in de sportpers en in de clubbladen is de ommezwaai in
de voetbalsport wel zo ongeveer van alle kanten belicht en wij dachten niet, dat er op dit gebied nog
iets nieuws verzonnen kon worden. Kennelijk omdat er werkelijk op dit gebied niets meer te verzinnen is,
heeft „Sportclub Nieuws", het officiële orgaan van „Sportclub Enschede", een ontstellend oude koe uit de
sloot gehaald, waarvan wij 'dachten, dat zij reeds jaren geleden verdronken was: namelijk het standsver
schil. Sportclub Enschedé is woedend, dat sommige sportclubs de transferbedragen van spelers, die van
hen overgaan naar de semi-prof clubs, niet zelf houden, maar deze doorgeven aan een liefdadige instelling.
Deze Twentenaren willen nu, dat de K.N.V.B. dit verbiedt en dat als een amateurclub weigert de transfer
som zelf te houden, zij door de bond verplicht wordt dit in een speciaal potje van de K.N.V.B. te storten
ten bate van het amateurvoetbal als geheel. Dit is een punt, waarover men van mening kan verschillen,
doch waarbij men eikaars standpunt principieel kan respecteren, doch de zaak wordt vertroebeld, nu sport
club Nieuws schrijft: „Laten de betreffende amateurclubs er goed om denken, dat mede om de mogelijk
heid tot beoefening van de voetbalsport in de clubs er vele verenigingen in de landen genoodzaakt waren
het semi-prof stelsel te aanvaarden, omdat uiteindelijk niet elke club over leden beschikt, die maatschap
pelijk de mogelijkheid hebben om zelf of via Pa en Ma dikke contributies neer te tellen."
Nu is het eenmaal zo, dat wanneer men hatelijk wil worden, men al te vaak het pad van logisch denken
verlaat. Hier wordt een scheidingslijn getrokken niet tussen amateurs en profs, maar tussen maatschappe
lijke standen, hetgeen er niets mee te maken heeft. Verenigingen, als „Be Quick" (Groningen) en
„Wilhelmina" (Den Bosch) komen uit in de semi-prof competities en clubs als „de Spartaan" en „Zee-
burgia" in de amateur competities. Dit wat de organisatorische kant aangaat. Wat de financiële zijde
aangaat, is de hatelijkheid in het bewuste artikel er toch wel helemaal naast: omdat; let wel, omdat!
verschillende verenigingen lage contributies heffen (dus weinig inkomsten hebben) gaan ze over tot semi-
professionalisme, dus tot hogere betaling. Wie dus minder ontvangt, moet meer uitgeven. Wij zouden het
als accountant nooit ver geschopt hebben, maar hebben toch ergens nog wel zoveeP rekenen geleerd, dat
dit een gekke redenering is.
Pitch.
Tot ons leedwezen hebben wij gelezen, dat Wim Staats de redactie neerlegt van ons zusterorgaan de
A.C.C. Pitch. Wij behoren tot de weinigen, die ons werkelijk een oordeel kunnen vormen van de hoeveel
heid werk, die Wim Staats voor dit weekblad verricht heeft. Een werk dat aller achting en waardering
verdient. En uiteraard: Wim Staats zal ook wel eens een stukje geschreven hebben of hebben doorge
laten, waarmede sommige lezers het niet eens waren. Dit is nu eenmaal onvermijdelijk. Het is alleen
jammer, dat de lezers de stukken waarmede zij het niet eens zijn zo oneindig veel zwaarder nemen, dan
de stukken waarmede zij het wel eens zijn. Maar als men de kwaliteit en de kwantiteit van het werk
overziet, dat Wim Staats als clubjournalist voor de A.C.C. Pitch gedaan heeft, dan past slechts eerbied
en waardering voor hetgeen hij deed. Het zal A.C.C. moeilijk vallen, iemand te vinden, die er zoveel voor
over heeft en ook hier in de A.F.C. Schakel, is een woord van grote erkentelijkheid en appreciatie zeker
op zijn plaats.
Jan Grijseels.
Dezer dagen heeft een groot sportsman, reeds jarenlang in Rotterdam woonachtig, zijn 65ste verjaardag
gevierd. Wij memoreren dit hier omdat het feestvarken, dat in Rotterdam uitbundig gehuldigd werd, Jan
Grijseels is, die ook aan de naam A.F.C. luister heeft bijgezet. In zijn glorietijd, toen hij de snelste man
van Nederland was, speelde hij als linksbuiten in ons eerste elftal en was door zijn enorme snelheid en zijn
harde schot de schrik van alle westelijke verdedigingen. Dat Jan Grijseels op athletiekgebied, waar hij
ook in de kleuren van A.F.C. uitkwam, geen eendagsvlieg was, moge blijken uit het feit, dat hij van 1911
tot en met 1915 nationaal kampioen was op de honderd meter; van 1910 tot en met 1915 kampioen op
de tweehonderd meter; van 1913 tot 1916 kampioen op de vierhonderd meter en van 1914 tot en met
1916 kampioen op de achthonderd meter. Zijn records hebben het jarenlang uitgehouden. Het door hem
in 1915 gevestigde record op de honderd meter van 10,8 sec. leefde tot 1924; dat op de tweehonderd meter
(22.5) tot 1924 en dat op de achthonderd meter (2.05.4) tot 1920. Hij was en is een taaie rakker. Twintig
jaar na zijn glorietijd kwam hij nog eens in een veteranenwedstrijd uit en liep toen de honderd meter in
11,7 op dezelfde dag, dat de juniorenkampioen er 11,9 over deed! Jan Grijseels heeft ook in U.D. een
prettige tijd gehad en dat hij A.F.C. niet kon vergeten, bleek wel bij ons 60-jarig bestaan, toen hij de
moeite nam om naar Amsterdam te reizen teneinde op onze receptie acte de presence te geven. Van harte
nog vele jaren Jan.
Hockey/Cricket.
Op 11 September hebben veie lieden mateloos plezier beleefd aan „doublé" tussen A.F.C. en de hockeyclub
Pinoké. De grap was, dat deze lieden tegen elkaar zouden cricketen en zouden hockeyspelen. Wederzijds dus
sportsmen, die de onverwerpelijke spelen vrijwel nooit beoefend hadden.
En wat zag men? Dat zij, die een „eye on the ball" hebben, ieder balspel direct redelijk onder de knie
hebben. Vele hockeyers stonden te fielden als scheermessen zo scherp en van de cricketers stond bijvoorbeeld
Disselkoen met die schuimspaan bij hockey te zwaaien alsof hij van zijn leven nooit anders gedaan had.
Alleen aan de kleding kon je zien, dat ze niet gewend waren. Henk van Weelde zag er uit als een onecht
kind van opa Schram en keeper Karei Prior als iets heel vreemds van het circus Strassburger. Hans Schoone-
veldt had om te tonen, van hoe hoge kaste hij is, een soort veer in zijn haar.
(Bij de buren speelde India tegen Holland en dat soort dingen plegen over te slaan).
Er was een heel ingewikkelde afrekening. Vijf en twintig runs stonden gelijk met één goal en het saldo
moest worden verrekend via een zeer oude U weet wel clearing, te vereffenen in Minerva-paviljoen.
Reis.
Dat laatste hebben we gemist, want de bij het ingaan van die clearing wel zeer harde plicht riep ons op
reis. En wat is het toch hard in het leven, dat onze geest zo gewillig is, maar dat er dan altijd weer wat
tussenkomt.
6