Mixed Pickles A.F.C. moet v/an de liefde leven... (vervolg) Nu zien wij niet goed het bezwaar, dat er in zou schuilen, als een uit pur sang amateurs bestaande ploeg van Ajax bij ons in de competitie zou spelen. In de practijk geloven wij, dat het niet heel veel zal voor komen, maar dat de mogelijkheid moet openstaan lijkt ons toch wel billijk. Spelling. Voor de tweede maal is het thans levende geslacht getroffen door een spellingsramp. Hoewel wij nog jong van harte zijn, geloven wij toch niet, dat wij toch al in de tweede helft van de levenscompetitie spelend er ooit toe zullen overgaan om ritme te schrijven, om te vermelden, dat een olifant met haar vrouw is uit gegaan; gezwegen nog van eendeëi, dat ons zo weeeeeig aandoet, dat wij van ons leven geen eendeëi zullen eten. Wij blijven maar bij de kippen. In het verleden ligt het heden en ter lering en vermaak nemen wij hier over, wat onze geliefde Schakel twintig jaar geleden publiceerde, toen de overheid ook een nieuwe spelling op ons los liet. „Gelukkig zijn wij te prijzen dat deze vinding omtrent onse Nederlandse taal op onse middelbare leeftijd overvalt. Nu kunnen wij ons nog aanpasse maar als de ouderdom zijn intrede had gedaan, zou dit voor onse geliefde sgakel de ergste gevolge hebbe gehad want de jonge lede hadde niet kunne lese wat wij oude sgreve en omgekeerd en misgien was het wel so erg geworde dat wij mekaar ook niet konde verstaan hoewel we met vergaderinge en wedstrijden hiermee ook wel voordele te boeke soude hèbbe gehad ik voor mij vin die niewe spelling wel simpatiek je sgrijft maar sooals je spreekt en hoe ordineerder je spreekt des te makke- liker sgrijf je toch ben ik bang dat de eerste voetbalverslage in de niewe spelling nog veel nodelose vijandsgap en rusi opwekke omdat op het eerste gesigt niet te sien sal sijn wat voor onvriendeliks de sgrijver fijtelik heeft be doelt maar veel hindere sal dat ijgelik ook niet want as je over een voetballer sgrijft wort hij tog so wie so op de lange duur kwaat op je het eenige beswaar wat ik nog sie is wat wij met al die oversgietende tees en enne en dees moete doen maar we sulle maar rustig afwagte waar het op uitdraait, tog sal het een gek gesigt sijn als wij de sgijtsregter van het statsjon moete hale en door de lijdsestraat langs de sijntuurbaan naar het sgeldeplijn moete brenge als de man verstandig is gaat hij niet mee" J. W. We zijn nu eenmaal geen profs, en alles wat er in A.F.C. aan club geest opgebracht wordt, geschiedt uit Louter Liefde, met een grote L. Groot of klein, een ieder voelt op zijn manier voor z'n dierbare A.F.C. Er zijn er, wier verweerde gemoe deren in de loop der tientallen jaren herhaaldelijk geteisterd zijn door voetbal- en clubberoeringen, maar er zijn er ook gelukkig wier Liefde voor A.F.C. en voor de Voet bal nog pril en grenzenloos is, en die maar één zaligheid kennen; Hün A.F.C.! Nemen we nu eens zó maar een gewoon jongetje: éérst dat gepopel, of hij wel lid mag worden, dan de trotse gang naar de Sportkeuring. (De hele klas wéét het al „Is het Bulletin d'r al?" is de hoofdconversatie op Dinsdag, terwijl dat Gloeiend Begeerde Stukje Papier pas op Woensdag in de bus ploft Elk jongetje voelt zich tot Man worden, als daar dan eindelijk te lezen staat, dat hij staat opgesteld in Welpen A, B of C voor een offi ciële wedstrijd! Tien twintig keer wordt z'n voetbalkoffer -een af legger van Pa of Grote Broer geïnspecteerd: èlles moet piekfijn in orde zijn, Het Nieuwe Shirt, dat hem nog te groot is, z'n eigen kiksen met 5 nieuwe noppen, nieuwe veters, bosjes ouwe veters, de gejatte scheenbeschermers van Pa, twee verschillende voetbalkousen zijnde familietraditie en de sliertige voetbalbroek, die om z'n mollige billetjes wappert. Zeep en handdoek worden wel gerequireerd, doch nim mer gebruikt. Eindelijk, eindelijk is het dan Zaterdagmiddag! Moe klimt als her boren uit het ziekbed en Oma, die in haar 73 jaren nog geen enkele Voetbalwedstrijd heeft gezien, wordt per luxe wagen aangevoerd. Het Publiek dromt toe Het is allemaal zo gloeiend echt, als die kleine poppesnorren zo kwasi onverschillig het veld op kruimelen, in hun hart dat ondefiniëerbare ge voel van blijdschap en popelend ver langen. Ze krijgen een schattige, gloednieuwe voetbal, een drietje! Maar nog vóór er twee jongens de bal hebben kunnen trappen, ligt hij al in de sloot te tollen Nu begint dan toch de heuse wed strijd, de 22 voetballertjes verliezen zich op dat ontzaglijk grote veld, maar wie gedacht had, een beetje stom gehuppel te zien, die vergist zich schromelijk! Och, natuurlijk, de meesten spelen nog aarzelend en een beetje verbouwereerd, als de bal in hun buurt komt. Het Jongetje geeft de bal een échte schop naar de tegenpartij en als die weer langs hem komt, kijkt hij Bal en Speler belangstellend na, onderwijl zijn vin gers ópetend van zenuwen Och, dat moet allemaal wennen, die eerste kopbal, die aan komt sui zen; „Die bal was als lóód!" hoor ik hem zeggen, later, als hij niet meer staat te duizelen. „Goal!" Ach, ziet die vreugde! en dat verdriet van de tegenpartij! Oma heeft geen moment het spel los gelaten en wil nu het veld op, om de Wanhopigen te troosten met een stukje chocola. en die jongens met die rode hoofden moeten er toch uit, die worden ziek!!" zegt ze ver ontwaardigd. Expert van Gessel poogt ridderlijk Oma gerust te stel len, maar ze gelóóft niet in hem. Als alles voorbij is, kan het jon getje nog niet uitscheiden, hij blijft pinanties nemen, goals maken, vóór- zetten geven, ballen houwen en wat al niet. Urenlang. Woensdagmiddag is er trainen. De regen stróómt af en toe, maar de knaapjes voelen het niet en regenen lekker schoon Het tenue gaat 's avonds in de tobbe en zoonlief als het kan met vuile benen naar bed „Zeg, éét jij de mouwen van je shirt op? Ze zijn van onderen hele maal vuil!" „Och, laat dat maar zo; het zijn niet de beste spelers, die de mooiste kleren dragen, en ik wil een béste speler worden Waardig wandelt Het Jongetje weg. EEN AANGETROUWDE. BecjunstiGinG van onze aöveRteeRöeRS, houót 6e schakel in stanö 8

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1955 | | pagina 8