Geslaagde A.F.C.Autorallqe Iets Twee minuten na vertrek zoeken we naar de zonnestralen op het standbeeld van Koningin Emma en zijn dus al op de verkeerde weg. Want van Heutsz heeft zonnestralen, niet Koningin Emma. Dat begint best, zeg. Maar als we ons wat later moreel gesterkt weten door een jonge dame, die zeker weet, dat de school in aan bouw een Christelijke H.B.S. is en dat daar onder een fietsenstalling in aanbouw is, stijgt de hoop. De oude Meer met Frankendael. Juist, daar woont de heer Koning van be plantingen. De anderen weten het niet en nadat er bij de Directeur van Frankendael vijf keer aangebeld is, hangt de gedienstige een groot bord met de naam buiten. Bij de brug over het Merwedekanaal krijgen wij een van onze betere inval len. We bellen bij een daar woonach tige inboorling aan en die weet te vertellen, dat de Friesche Betonbouw Mij. de brug gebouwd heeft. Langs de gevelsteen „d'Gooyse Boer" in Muiden (de wagen met een optelsom van in tellect en reiservaring aan boord om van te beven leest „de Gooische Boer" en komt dus helemaal verkeerd te recht) naar het Muiderslot voor sherry pauze. Daar blijkt, dat het antwoord van de Merwedebrug fout was. Jawel, zegt een criticus, maar wie het antwoord goed heeft, is fout ge weest, want hoe kan iemand, die goed is, zich herinneren, dat uitgerekend dié vent de' Merwedebrug gebouwd heeft Voort, gesterkt door een goede droge sherry van Piet Verhaaf. Als Catha- rina Hermana Coninck Westenberg nog eens een eerste steen legt, moe ten ze niet zo'n kinderachtig pest- steentje nemen, waar je eerst over heen kijkt. Ha, onze kansen stijgen! Luus Donk en Jan Meijer staan aan de Vecht A.F.C.-geschiedenis te over horen en dat geeft onze mederijder met vier A.F.C.-gedenkschriften op zijn naam een bijna unfaire voor sprong op de concurrentie. Wat verderop beleven wij het hoog tepunt van de reis: Wij zien (ménen te zien blijkt achteraf) dat Jantje Suurbeek verkeerd rijdt. Er is geen nobeler, meer van christelijke naastenliefde vervulde vreugde mo gelijk in een auto-rallye dan te zien (menen te zien) dat een van je vriendjes verkeerd rijdt. Nee, wij zijn veel spitser, slaan bij „bouwgrond te koop" rechts af, worden in onze me ning gesterkt als wij óók een huis tegenkomen, dat vroeger molen was en verdwalen hopeloos in Weesp. Dit nare dorp' lijkt ons driemaal zo groot als Amsterdam en wij zijn op alles achter, op het tijdschema, op het rit- schema en zo voort. Jawel, geslagen, maar niet verslagen. Nog lang niet. We bellen de consul van de A.N.W.B. op en laé.t die onvolprezen consul Hamstra nou gék zijn op sterritten en aanbieden, om met zijn wagen als loods te fungeren. Drie kwartier later staan we weer bij dat bord „bouwgrond te koop." Onze vreugde om Jantje Suurbeek is veranderd in bittere haat. Waar haalt die asphaltpletter het boeren-instinct vandaan, om in die rimboe precies de goede weg te pikken? Voor een villa aan de Zuidelijke Wandelweg denkt de juist thuis komende dochter des huizes, dat Meerenberg een avondje vrij gegeven heeft. Het is ook geen gezicht: drie équipes staan gejaagd de raampjes in lood te tellen. We zijn nu zo gaar, dat we geen vraag meer kunnen verwerken. Als iemand ons nu zou vragen, wanneer de 'slag bij Nieuwpoort was, zouden wij verstek moeten laten gaan. Dus kijken wij over weg 6 t heen nota bene onze eigen, onze bloedeigen Wandelweg! pikken de Stadion kade en staan bij een melkboer in de telefoongids gejaagd te zoeken naar het adres van Eichholtz. Terugrijden! „Voor de runs gaan, niet meer op de klok letten" zeggen we tegen elkaar. „Als we om midder nacht binnenkomen maar we hebben alle 53 vragen goed beantwoord, zit ten we toch in de prijzen." A.F.C. en oh, toppunt van sa disme het is nog niet uit. Otto v. d. Heul doet weer vlijmscherpe vragen en daar gaan we weer. Hoor toe, leergierige jeugd, dat regelmatig kerkbezoek altijd beloond wordt. Want als we de Remon- strantsche Kerk in zicht krijgen, dan weten we zonder meer, dat „het beeld" het achter de kerk staande beeld van Vossius is. Die slag is dan weer voor ons. Oef: eindelijk ons tweede thuis. De beker is voor de équipe Nijdam- Lewicki, de tweede prijs voor de Bruin-van Meijen, de derde prijs voor vader en zoon Wijnand. De optelsom van intellect en reiservaring krijgt de poedelprijs. Voor Jo Meijer en Otto v. d. Heul is er daverend applaus als appreciatie voor een knap in elkaar gezette rallye. J. W. P.S. Was het nu echt onmogelijk geweest, de veteranenwedstrijd tegen de Black Devils één week te verschui ven? Een beetje coördinatie zou voor A.F.C. geen overbodige weelde zijn. Je leest van Aafcée dat het wint met 82. En tegen „de Rest" ging het ook opperbest. Nog feestend het sloeg de All-Mokumse ploeg! En blijft het zo gaan, staan de Reds bovenaan. Maar zie je de stand in de Maandagse krant dan denk je verbaasd: Hoe nu, nummer laatst En je trekt het gezicht van: Een drukfout allicht.' Of, heb je het blad op z'n kop soms gehad? Men zegt van Aafcée, het is technisch voor twee- Het weet hoe het moet en de stemming is goed. Geen enkele man die er niet wat van kan. Alle spelers zijn bij in de voetballerij. Want ziet men ze trainen, vallen schoten als stenen. Niet zó maar wat schoppen, doch keurig eerst stoppen. Maarrr n a 't tossen met munten als het gaat om de punten en de scheidsrechter fluit dan KOMT 't ER NIET UIT. Ze moeten meer vuren! Leg ze toch in de luren! Zo klinken de kreten van hen die het weten. De een zit te trillen, de ander te rillen. Ze hebben al weken niet lekker gegeten. Ik zou 't ze zo gunnen omdat ze het kunnen, zegt een oudere dame en ze kent alle namen. Wat is het waardoor ze NIET gaan er voor? Ondefinieerbaar? Of zijn ze niet weerbaar? Of is 't net dat iets dat niet leidt tot niets? Je hebt het of niet ook op ander gebied. Doch mijn intuïtie die helpt me een pietsie: Iets meer feu sacré en je WINT, A.F.C.! 't Is nu maar te hopen dat we feller gaan lopen om die oudere dame eens goed te beschamen. B. S. LE MARCHÉ. 2

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1955 | | pagina 2