Jeugdrealfsme
BequnstiqinQ van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakeL in stanö
5
1\/I en zegt, dat de na-oorlogse jeugd realistisch is, hard, nuehter en zakelijk.
■L'-*-Dat is zo. Men zegt, dat deze jeugd geen rust meer kent, dat zij lawaai
nodig heeft, dat zij swingen wil, dat zij zenuwachtig is en gespannen, dat
zij ongevoelig is voor mooie oude tradities, en dergelijke dingen meer. Dat
is misschien wel zo. Men zegt ook, dat de moderne jeugd geen ware liefde
meer kent. Dat is beslist niet zo. De tijd schrijdt voort, nieuwe omstandig
heden maken andere levensinstellingen noodzakelijk. Maar de jeugd zal altijd
liefde en idealen kennen. En ook clubliefde
Oudere mensen valt het vaak moei
lijk dit als waarheid te accepteren.
Toch is het onloochenbaar. Niet de
mens verandert, maar slechts zijn om
geving; dat moet ge, wanneer U dit
leest, U goed voor ogen houden.
Nu valt het gemakkelijker te be
grijpen, dat de A.F.C.-jeugd critiek
heeft op de club A.F.C., zoals zij zich
op dit moment voor'doet.
Critisch
Jongeren zijn nu eenmaal critisch.
Dat zal altijd zo blijven. Maar, vele
bezwaren zijn niet ongegrond, en daar
om leek het mij goed, enkele (jeugd) -
argumenten naar voren te brengen:
le. er bestaat in A.F.C. een duidelijke
scheiding tussen de jeugd (lees
junioren, tot 18 jaar) en de
„oudere garde", met daaruit voort
vloeiend de consequenties
a. van jeugdzijde bezwaren tegen
de ouderen;
b. een geringe belangstelling voor
de jeugd en zijn prestaties van
die oude garde.
2e. door de jeugd worden de laatste
jaren slechte resultaten geboekt.
Dit is een gevolg van:
a. onvoldoende training;
b. merkwaardige mentaliteit;
c. weinig onderling contact en
vooral weinig begrip.
Wrijvingen
Er zijn waarschijnlijk nog meerdere
(persoonlijke) wrijvingen, echter, die
komen in elke club voor. Maar toch
is het goed, nu vlak na ons zestigjarig
jubileum, terwijl wij allen met de
hoogste idealen zijn bezield, ons in dit
probleem te verdiepen, en er een op
lossing voor trachten te vinden.
De kern van de zaak is dit: A.F.C.
(dat is de huidige oudere garde) zoekt
al jaren naar een evenwicht tussen
gezelligheid en voetbal. En nu is (naar
de mening van een grote meerder
heid van de jeugd) het evenwicht ver
broken, en de balans is doorgeslagen
naar de kant van de gezelligheid.
Dit zou helemaal niet ernstig zijn,
ware het niet, dat deze gezelligheids
sfeer niet de gehele club omvat.
Slechts een kern van de oudere
generatie kent deze sfeer (en hoe!).
Punt la is hiermede verklaard.
Maar punt lb is onbegrijpelijk. Mis
schien zit dat ook in die sfeer?
Resultaten
No. 2, de slechte resultaten, dat is
veel moeilijker te verklaren. Bedenkt
echter A.F.C.-ers, dat zonder werke
lijke voetbalresultaten onze club zich
niet in deze vorm kan hantlhaven. -
Weer geloof ik, dat, juist door het
feit dat de jeugd DE WARE CLUB
(nog) niet kent, maar alleen de bui-
t l li v uicl voof een over
winning vecht. De weinigen, die wel-
etüs teil a.F.C.-junioren elftal heb
ben zien spelen, zijn de onplezierige
schok waarschijnlijk nog niet te
boven. De geest is ver te'zoeken.
Men weet wel dat men, maar beslist
niet waarvoor men speelt! Want al
staat dan de „Schakel" (overigens
boven elke lof verheven) maandelijks
vol van woorden over clubliefde, men
kan liefde niet aanpraten, liefde moet
gekweekt worden, en die woorden zijn
holle phrasen voor de jonge spelers.
Training
Punt 2b laat zich door het boven
staande. enigszins verklaren. Na
tuurlijk spelen ook hier nog andere
problemen een rol.
Wat de onvoldoende training be
treft, dat is een teer punt. Een speler
van een amateurclub kan niet tot
trainen worden gedwongen. Maar de
jeugd (vooral de welpen) willen dol
graag trainen. En is een „partijtje"
dan de geschikte methode?
Bij Ajax bijvoorbeeld zag ik nooit
de vonken „heilig vuur" rondspatten.
Toch staat datzelfde Ajax al jaren
aan de top, alleen en zuiver alleen
door zeer goede technische scholing.
Vooral aan de welpen moet grote
zorg worden besteed, omdat men in
die periode het gemakkelijkst leert.
Van een "indoortraining, zoals elke
Amsterdamse club, die zich respec
teert, bezit, schijnt A.F.C. nog nooit
gehoord te hebben. Liever gaat men
(begrijpelijk overigens) met vijf tot
tien man het verkeer (niet te ver
warren met verkering) op de Wandel
weg opzoeken. Uithoudingsvermogen
is belangrijk, maar doelpunten ma
ken door te schieten (wie lacht
daar?) is essentieel.
Tenslotte het contact onderling;
wanneer wij een A.F.C.-jeugdelftal
zien spelen, krijgen wij te weinig de
indruk, dat er elf vrienden in de weide
lopen te dartelen.
Daarom was het initiatief voor die
filmavond ter gelegenheid van het
zestigjarig bestaan zo toe te juichen.
Die avond is volledig geslaagd. Zou
er nu niet nog eensDe avonden
van de revue waren contactavonden
bij uitnemendheid. Helaaswe
misten driekwart van onze junioren,
(misschien een iets te stevige prijs?
Het gebodene was het dubbel en
dwars waard, maar
De jeugd heeft de toekomst, zeggen
wij. Maar bedenkt U ook dat de jeugd
later Uw plaats in elk opzicht zal
overnemen? Dat uitsluitend door de
jeugd A.F.C. kan bloeien en kan blij
ven bestaan? Laat het niet bij woor
den. Legt een band tussen alle
A.F.C.-ers. Iedereen (dus ook de
spelers) moet door clubliefde bezield
zijn. Pas dan zal A.F.C. groeien en
bloeien (en misschien ook pro
moveren). een jeugdlid
(Onderschrift). Gaarne publiceren
wij bovenstaand artikel van een 17-
jarige A.F.C.-er, die het kennelijk zo
goed met zijn club meent, dat hij
haar door opbouwende critiek op een
hoger plan wil brengen.
Met medeweten en instemming van
de inzender gaven wij het artikel ter
lezing aan de Jeugdcommissie, die
wij thans hierover aan het woord
laten.
TV/l et bijzonder veel genoegen heeft
-L'-*-de Jeugdcommissie bovenstaand
artikel van de hand van één harer
spelers gelezen. Niet zo zeer, omdat wij
het met de inhoud geheel eens zijn,
maar meer omdat een speler zijn me
ning niet onder vrienden, doch voor
alle leden durft weer te geven, waarbij
wij terdege beseffen, dat zijn ideeën
onder een groot aantal onzer jeugd
leden leven. Tevens juicht de Jeugd
commissie dit initiatief toe, daar dit
mogelijk tot gevolg zal hebben, dat
andere jeugdleden hierin aanleiding
zullen vinden hun mening in „De
Schakel" weer te geven. (Gaarne.
Red.).
Bij een beoordeling van mensen
moet men altijd de zaak van beide
zijden bekijken. Zo is het ook met de
mening van de jeugdleden omtrent
de sfeer in de A.F.C. Hoewel ons
jeugdlid in zijn „aanloop" verhaalt,
dat niet de mens, doch zijn omge
ving verandert, geeft hij later toch
toe, dat de tegenwoordige jeugd
realistischer is dan die van vroeger.
Idealen zullen er inderdaad altijd
blijven bestaan, want zonder idealen
zal het leven vermoedelijk zeer veel
van zijn aantrekkelijkheid verliezen.
Doch jongelui, bedenkt dat ook de
„oudere garde" idealen heeft en in
dien de ouderen (overigens meerma
len door Bestuur en Jeugdcommissie
opgewekt meer belangstelling voor
de lagere elftallen aan de dag te leg
gen, denkt b.v. aan de z.g.n. „wed
strijd van de week") een wedstrijd
van b.v. Jun. A. 1 bezoeken en be
merken, zoals deze speler zelf toe
geeft, dat de (goede) geest ver te
zoeken is, dan komt het ons voor,
dat voor vele oudere leden één wed
strijd per week en wel die van ons
eerste seniorenelftal, reeds meer dan
voldoende is.