U/aar zijn de mannen? Eetsalon gastronome Ceintuurbaan 93, tel. 712145 Specialiteit belegde broodjes en croquetten IPrima koffie J.J. Knaap Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeus, houöt öe seftakel in stanö 15 Johan Wouter van Willi gen- burg schrijft ons: „A.F.C. 60 JAAR" A.F.C. staat bijna onderaan, nu we dit groot feest vieren. Doch dat sal niet langer gaan, Van nu af, gaan we triomfen (vieren. Tot nu toe staan we onderaan Maar dit zal niet lang meer duren. Voortaan tonen we andere (kuren. Straks staan we bovenaan. We worden kampioen, en het aantal overwinningen stijgt tot een mïllioen. Dit alles op dit 60-jarig feest; enmisschien ivas het beter; als ik niet zo voorbarig was geweest. (Onderschrift, er Wel, Jo han, wees maar een beetje voorbarig hoor! De wereld heeft meer aan optimisten, dan aan pessimisten. Red.) Goedenavond, zuster", zei ik, de portiersloge van het Wilhel- minagasthuis betredend. „Zou het mo gelijk zijn, dat ik de heer Brusse be zoek?" De zuster zou het even infor meren. Ondertussen passeerden er in een langzaam tempo een zestal zie kenauto's. „Zeker een straatgevechtje ge weest!?" vroeg ik de oude, grijze por tier; doch deze schudde droef het hoofd en sprak ernstig: „Was dat maar waar, meheer, dan was het niet zo erg. Het zijn de restanten van een jubileumsfeest van een bekende Am sterdamse voetbalclub. Drie van de feestcommissie, twee beletgirls en een toneelknecht". Ondertussen kwam er bericht van de zuster voornoemd. Ik mocht naar het bekende paviljoen, doch uitslui tend voor eigen risico. Dies begon ik vermetel eindeloze gangen door te sjouwen. Zeker weten doe ik het niet, maar het was net of ik uit een van de zalen het liedje „waar zijn de man nen" hoorde brullen. Achterom kij kende zag ik, dat het een vrouwenzaal was. Het kan ook verbeelding zijn ge weest of een lichte na-werking van het feestgedruis. Bij het binnentreden van de gewat teerde cel deed ik net, of alles mij heel normaal toescheen en ik was dan ook van plan om met een luchtig: „Ha die Wil!" het gesprek aan te vangen. Doch dra had ik mijn slanke hoofd door de deuropening gestoken of ik kreeg met een woest gebrul een heel pak programma's naar mijn test ge slingerd. „Weer zo'n rot A.F.C.'er! Daar, kreng, allemaal onverkocht! Ik zal jullie wel krijgen!" In mijn be duusdheid was het mij niet eens direct opgevallen, dat in een bed naast dat van Willy Brusse Henk Esser rechtop zat met een plattegrond van Bellevue op zijn schoot, vol gekrast met rooie strepies en kruisjes. Henk had een lichtblauwe pyama aan met donker blauwe kraag en manchetten. Het stond hem voortreffelijk. Blauw staat hem toch uitstekend. „Zo, stuk deco rateur", brieste hij mij toe, „kom je weer om centen? De koorts hoor, met j.e décors!" Hoewel ik zulke taal van een nieuw lid van verdienste niet had verwacht, probeerde ik toch de vriendelijke draad weer op te vat ten. „Maar jongens toch begon ik tactisch „Niks van, maar jongens toch, je wil zeker kaarten voor de Zaterdag avond op de eerste rij, hè? En dan nog wat consumptiebonnen ook, hè? Amme-oela!" Wat moest ik beginnen? Inmiddels trokken ze zich van mij verder geen steek aan en speelden samen een nieuw soort kaartspel met de onver kochte kaarten van de allerlaatste rij op Vrijdagavond. Willy Brusse ver zaakte een paar keer en speelde bo vendien tweemaal dezelfde hoekplaats uit. Maar dat kreeg Henk Esser in de kieren en er ontstond een titanisch gevecht. Doch toen Henk's pyama on der het bloed kwam te zitten, begon Brusse erbarmelijk te grienen. „Goeie, goeie Henkie, hoe kan ik jou toch zo iets aan doen. Vertel het alsjeblieft niet aan je tafelbuur, Hans Hopster, anders krijg ik nooit meer een kaart je HollandBelgië van hem" snotter de hij. „Jij, die mij zo geweldig hebt geholpen met de kaartverdeling. Moet jou nu zoiets gebeuren? Hebben we niet bloed, zweet en tranen genoeg ge stort door de zaal op een haar na twee keer vol te stampen? En wat is onze dank? Dat ze ons de Grootste Gemene Delers noemen!" „Hèj jongens, toe nou zei ik met een brok in mijn keel. „Laten we nou niet flauw zijn. Ik heb wat fruit voor jullie meegebracht; eet het maar lekkertjes op. En met een week of wat zijn jullie weer helemaal normaal. Kom, jongens, kop op! De kaartverde ling was veel erger - Eerst dacht ik, dat deze prettige woorden hun goede uitwerking niet zouden missen. Henk en Wil kwamen langzaam en vriendelijk kijkend op me af. Doch toen ik een blik in hun pu pillen wierp, ontdekte ik iets vreemds, iets onheilspelends. En voor ik het wist, grepen ze me vast en ik kon geen kant meer op. Henk kneep alle sinaasappelen, die hij had gekregen op mijn hoofd uit. Juist toen de toe stand ongeveer rijp was om er een derde ledikant bij te zetten, snelden een aantal bewakers toe en redden mij van een A.P.C.-heldendood. Toen ik het vertrek met knikkende knieën verliet, riep Henk mij nog ach terna: „Hé, Willem, zou jij twee lek kere koude glaasjes Pils voor ons wil len bestellen, we stikken van de dorst!" „En een plattegrond van Bel levue", snikte Brusse zachtjes. „Want- we kunnen er geen wijs meer uit." Dat brengen van die twee glaasjes bier ging vlugger dan in Bellevue; ze hadden ze diezelfde avond nog!! In de tuin zag ik Jaap a Cohen en Nico Kaspers, gearmd met een verpleeg ster, langzaam op en neer wandelen. Toen ik de oude portier van het W.G. vriendelijk groette, passeerden er weer 5 ziekenauto's. In de achter ste klonk weemoedig: „Kom over de dijk!" De portier knipoogde. Ik heb er maar niet meer naar geïnformeerd. Een „gekke" club, dat A.F.C.!! JHR. VAN ROSSEM DE GAULIN. Vert.: J. G. DE VRIES WETERINGSCHANS 59 - AMSTERDAM - TELEFOON 35041

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1955 | | pagina 15