(<^=C^=ۤ=C^==C3=C;
Uit de Kapltelnshut
©it is de Schakel, die komt binden,
'De oude club aan d'oude vrinden.
Redacteur: J. H. Wijnand. Roerstraat 52 2. tel. 722119 - Plaatsverv. Redacteur: J. Tj. Steensma, 2e v.d. Helststraat 50
Administrateur: O. J. v.d. Heul, Gerrit v.d. Veenstraat 118. tel. 714194
Typ9grafie: Drukkerij Jok. Meijer Zoon. Kanaalstraat 132, Telefoon 80710.. Amsterdam-W.
32e Jaargang
Januari 1954
No. 6
7OALS al in 't
vorige num
mer van de A.F.C.
Schakel werd op
gemerkt, volgen
de hoogtijdagen in
ons verenigingsle
ven elkaar op met
de regelmaat van
kalenderblaadjes.
Na de gezellige
kienavond, die onder Jan Snellemans
voortreffelijke leiding weer het ge
wone geanimeerde verloop had,
kwam de Nieuwjaarsreünie in het
clubhuis. Deze middag gaat zich
langzamerhand ontwikkelen tot het
hoogtepunt van ons clubseizoen. Hoe
langer hoe meer A.F.C.-ers schijnen
te ontdekken, dat deze middag een
bijzonder gezellige avond is, met een
Nieuwjaarswens van Thomasvaer en
Pieternel, waarvoor ik graag alle an
dere „echte" nieuwjaarswensen van
beroepsgezelschappen in ruil geef.
Dit jaar luisterden meer dan 160 le
den van onze A.F.C.-familie naar de
geestige en gevoelige woorden van
Jaap a Cohen, op de bekende wijze
voorgedragen door Tonny a Cohen
en Willem van der Marei. Het is on
begrijpelijk, höe Jaap, zich steeds
weer vernieuwend, zich telkens weer
overtreffend, altijd de frisse ideeën
weet te vinden, die zijn nieuwjaars
wens tot een geheel apart stuk werk
maken. Het drietal oogstte natuur
lijk ook deze keer een welverdiende
hulde, waarin de uitstekende en slag
vaardige begeleider, onze donateur
Kaspers, ook werd betrokken.
Onze eigen oudejaarsavond op 17
Januari staat nu voor de deur. Dan
leiden Joop Gilkens en zijn vrouw de
bridgeparen van tafel tot tafel, tot
dat te middernacht Jan van der Pijl
met twaalf schorre slagen op zijn
dienblad onze verjaardag inluidt.
Alles overeenkomstig de traditie.
Ook overeenkomstig de traditie is
het, dat wij zo omstreeks onze ver
jaardag met ongerustheid de rang
lijst bestuderen. We zijn alweer zo
ver, dat we naar de onderste plaats
kijken inplaats van naar de boven
ste, en dat we blij zijn als onze naas
te concurrenten ons niet al te dicht
op de hielen zitten. Laat ik als al
lerbelangrijkste wens voor "1954 vra
gen om een paar overwinningen van
ons eerste elftal!
Wij willen niet meedoen aan de
nooit aflatende stroom van critiek,
die op de Bondsleiding wordt losge
laten. Wij weten, dat er grote moei
lijkheden zijn te overwinnen, veel uit
eenlopende belangen in het oog die
nen te worden gehouden, enkele
uiterst belangrijke problemen opge
lost moeten worden. Wij weten, dat
de beste stuurlui aan wal staan en
dat de critiek gemakkelijk is maar de
kunst moeilijk.
Dit neemt niet weg, dat wij in het
begin van de competitie toch wel
met klem onze bezwaren hebben ken
baar gemaakt tegen het, zacht uit
gedrukt, zonderlinge wedstrijdpro
gramma. Dat er in de stralende
herfst zoveel vrije Zondagen onge
bruikt moesten voorbij gaan, was nu
niet bepaald bevorderlijk voor een
vlotte afwerking van de competitie.
Wij hadden gehoopt, dat we vóór de
eigenlijke wintermaanden, met hun
sneeuwbuien en hun vorst, flink op
geschoten zouden zijn, zodat we in de
slechte tijd onze velden wat konden
sparen. Bovendien zouden dan de
zomersporten eens de kans krijgen
op tijd, met alle beoefenaren, te be
ginnen. Niets daarvan! Autoriteiten
op het gebied van wedstrijdprogram
ma's legden ons geduldig uit, dat het
niet anders kon. „Jullie willen toch
liever niet tegelijk met Blauw Wit op
dezelfde Zondag thuis spelen?" was
een van de argumenten. Natuurlijk
wilden wij dat niet! Dat was trou
wens ook nooit gebeurd. We berust
ten dus in de gebrekkige regeling.
Toen kwam de tweede competitie
helft. Begrijpt U dat we onze ogen
uitwreven toen we lazen dat wij op
3 Januari en op 10 Januari thuis
moesten spelen, beide keren tegelijk
met Blauw Wit Het lijkt wel of men
de clubs als een stelletje onmondige
kinderen behandelt! Misschien vindt
men nu weer nieuwe argumenten, die
deze vreemde gang van zaken moet
motiveren. In afwachting daarvan
zullen we volstaan met het feit te
signaleren. Maar we zijn benieuwd...
Ik wil dit praatje uit de Kapiteins
hut niet besluiten in een stemming
van wrevel. Laten we ons verheugen
in de mooie dagen, die komen zul
len en laten we hopen, dat de tal
rijke wensen, die straks, met gehe
ven glas, op de groei en bloei van
A.F.C. zullen worden uitgesproken,
vervuld mogen worden
HOLTZAPPEL