We gaan er voor! WIE DOET ERMEE! Kien! „A.F.C. IN DIAMANTEN GLOED" Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöe.RS, houöt öe schakel in stanö - Nog precies een jaar en dan zal onze A.F.C. zestig jaar bestaan. Dan zal een echt A.F.C.-feest vieren. Er zijn vele feestelijkheden uitgestip peld, doch het sluitstuk moet worden de grote FEEST-REVUE daar is de gehele feestcommissie het over eens. Maar om een revue op te voeren, hebben we artisten nodig. Nu is het niet zo, dat we beroepskunstenaars willen engageren! Nee, we willen het gezellig met eigen mensen doen. Maar, ja, ze moeten natuurlijk wel iets presteren. Het ligt daarom in onze bedoeling een TEST-AVOND te organiseren. Iedereen, die graag in onze revue mee wil spelen, wordt verzocht DINSDAGAVOND. 26 JANUARI A.S. 8 UUR PRECIES, aanwezig te willen zijn in de AMSTELCLUB, REMBRANDTSPLEIN 8—10, om een proeve van zijn of haar kunnen af te leggen. Gevraagd worden: danseressen, koor (dames en heren), actrices, acteurs, zangeressen en zangers. Bereidt U dus voor, dat U een stukje moet voordragen of een liedje moet zingen. Tot goed begrip diene, dat I de voordrachten en de liedjes zelf moet verzorgen en meebrengen. De danseressen worden verzocht een danspakje (turncostuum) bij zich te hebben. Wij hopen, dat vele dames en heren aan onze oproep gehoor zullen g6Ven' DE FEESTCOMMISSIE HET spijt me genoeg, maar ik ben nu eenmaal geen spelersvrouw van het eerste meer Ook niet van het tweede, derde, vierde of vijfde elf tal. Ze hebben me rustig een gene ratie opgeschoven, en inplaats v an alle wedstrijden van het eerste te mo gen meemaken, doemen er met on feilbare zekerheid plichten en om standigheden op, die verhinderen, dat Moe zich eens aan een A.F.C.-wed- strijd te buiten gaat Héél vroeger, toen ik nog „Oag Henkie!" tegen Meneer Kappel van het huidige eerste mocht zeggen, en toen ik eigenlijk nog een adspirant- aangetrouwde was, waren die toch ten met A.F.C. voor ons het summum van nlezier en spanning. De alles overheersende factor was: ZOUDEN ZE WINNEN ZONDAG? Daar stond je mee op en daar ging je mee naar bed. En onze mannen voelden zich zwaar belangrijk en verantwoordelijk voor de overwin ning, die natuurlijk, hoe kan het anders? zo dringend noodzakelijk was. Als onze zwaar vertroetelde helden dan Zondags op hun geijkte manier het veld ophuppelden, geschiedde dat met een geconcentreerde ernst, die ons nietige toeschouwsters met ont zag vervulde; we hoefden niet te re kenen op zoiets banaals als een knip- oogje of een blijk van herkenning. HET moment was aangebroken, ze hadden maar één doel: WE MOE TEN WINNEN, WE MOETEN WINNEN! Och, dat probeerden ze dan ook, samen. Ieder had immers hetzelfde doel? Natuurlijk hadden ze ook de traditionele pech, maar daar was óók nog wat aan te doen! Natuurlijk werd er ook gemopperd en het wa ren meestal de besten, die de mees te praatjes hadden. En waarom'? Omdat juist ZIJ het felste gecon centreerd waren, om de wedstrijd te winnen. En dit superchauvinisme maakte hen ongenietbaar Die alles-overheersende felheid om te winnen, is die er nog hij de spe lers? Ik hoon het. Jongens van het eerste, kijken jul lie elkaar eens aan, vóórdat je het veld opgaat, en geeft elkaar dan een flinke por in de ribben en herhaal de gelofte van Dick Disselkoen: JON GENS, WE GAAN ER VOOR!! JULLIE weten het, en WIJ zullen het zien: DAT A.F.C. NOG WINNEN KAN! Over duizenden tongen, langs tele graaf- en telefoondraden, door rollen de drukpersen, via de aether, mis schien niet per aangetekende brief, maar toch zeker ook per luchtpost, zal de mare over de gehele wereld worden verspreid, naar alle hoeken waar A.F.C.-ers om dit nieuws zit ten te popelen: DAT A.F.C. NOG WINNEN KAN! EEN AANGETROUWDE Behalve dat de jaarlijkse kién- avond velen de gelegenheid biedt, om voor, soms, geringe kosten tijdens de Kerstdagen wild te kunnen eten, geeft deze avond een welkome on derbreking van de sleur. De A.F.C.-mannen, die toch al be trekkelijk weinig hebben, plegen, naar ik van verschillende zijden heb vernomen, de huiselijke haard eerst te mogen verlaten na bij de afwas te hebben geassisteerd. Als A.F.C. kient is dit echter niet meer moge lijk, daar men minstens een half uur voor de officiële aanvangstijd zijn plaatsje moet hebben veroverd. Om ongeveer half negen werd dan begonnen met een proef ronde; ik vermoed om de aanwezigen een beetje begerig te maken naar de prij zen en ze toch vooral te doen in zien, dat het aantal te bespelen kaar ten recht evenredig zou kunnen zijn aan de te winnen prijzen. Na deze ronde begon het bieden op de over gebleven kaarten. Het moet mij van 't hart, dat die echte mooie slam-boden niet zijn ge hoord. Ik hoop, dat de kiencommissie er uit gesprongen is met hulp van de mansjes, die na aftrek van de pre mies niet eens veel zoden aan de dijk hebben gezet. Daar enkele honderden van hun recht tot aankoop van een kaart te gen spotprijs gebruik hadden ge maakt, duurde de verkoop bij opbod maar kort; de spanning was er niet minder om. Vooral de laatste vijf kaarten (en de prachtige premie op het hoogste bod) brachten bij som migen de bezitterskoorts teweeg. De benen van Emma hebben me nigeen voor de ogen gezweefd. Ik heb tussen twee haakjes de „kwak" niet horen noemen. Was de afwezig heid van Arie Mets hier debet aan? Jan Snelleman tracht blijkbaar op linke wijze een jongere opvolger te vinden, getuige het feit, dat we ach tereenvolgens Jacques Mellegers, Coen Colijn en Jan Suurbeek boven op de tafel zagen verschijnen, al wei ger ik dit, wat laatstgenoemde be treft, te geloven. Zij deden het niet gek, maar ze namen de kluit niet zo vakkundig in het ootje als Jan het pleegt te doen (gebrek aan routi ne?). Talrijke bezoekers gingen met wild naar huis en zij, die niet tot de wild- klasse behoorden, konden toch nog wel een aardig prijsje, beschikbaar gesteld door „bevriende relaties", in de wacht slepen. Tot geen van beide categorieën (maar dat zal U wel geen belang inboezemen) behoorde JAN TJALLING 16

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1954 | | pagina 16