Heineken's
BequnstiQinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in süanö
de verenigingen, het mee doen. .Zon
der enige nadere motivering worden
hun namen in het cluborgaan van 'n
Noordelijke tweede klasser die
practisch geen contact met Weste
lijke tweede klassers zal hebben,
laat staan met de Westelijke vierde
klassers door het slijk gehaald;
wat de schrijver daarmee voor gehad
heeft, kan meA slechts gissen.
Overigens moge hij beseffen, dat
zijn opvattingen van „sportiviteit" nu
niet bepaald de onze zijn! Voor der
gelijke beschuldigingen hebben wij
slechts één woord: laf!
Wij hebben A.F.C. in de laatste sei
zoenen meermalen aan het werk ge
zien en konden daarbij constateren,
dat het sportieve gedrag van de
„Reds" geenszins ongunstig afsteekt
bij dat van andere clubs, waarvan wij
beroepshalve geregeld wedstrijden
bezoeken. Het tegendeel is veeleer 't
geval.
Over het spel van De Meer het
kranige R.K. clubje uit de Water
graafsmeer kunnen wij ons geen
persoonlijk oordeel vormen, doch uit
inlichtingen bij andere vierde klas
se verenigingen uit Amsterdam, kun
nen wij slechts concluderen,dat de
regels in het clubblad van W.V.V.
pertinente onjuistheden bevatten.
Dat de redactie van „W.V.V. 1896"
zonder nadere informaties in te win
nen een dergelijk artikel, dat de per
ken van het normale fatsoen ver te
buiten gaat, heeft kunnen opnemen,
is voor ons onbegrijpelijk. Waar
schijnlijk heeft men daar in het hoge
Noorden te veel vertrouwd op de
autoriteit van het ere-lid, de Amster
damse sportjournalist."
Ajax-Clubnieuws.
In het Novembernummer van het
„Ajax-Clubnieuws" schrijft Brown":
Tegenwoordig staan we in ons
voetbalwereldje niet zo bijster vriend
schappelijk meer tegenover elkaar. In
vroegere jaren was er ook wel eens
wat aan de knikker; dat niet zo'n
prettige lucht verspreidde en toen
werden er ook spelers door de ref
voortijdig naar de kleedkamer geflo
ten, zult U misschien tegenwerpen.
Accoord, maar na het kanongebulder
van 1940 is er toch meer dan iets
veranderd. Op het veld, achter de
groene tafel en op het papier. Er gaat
geen week voorbij, of er valt het een
en ander te lezen of te horen over
sportlieden, die zich op de kaalge
schoren sprieten eens écht hebben
uitgeleefd. Stem op Zondagmiddag zo
tegen half vijf of tegen zes uur op
Hilversum af en gij weet de nieuw
ste nieuwtjes op het gebied der on-
sportiviteit. Grijp op Maandagmorgen
een ochtendblad en tien tegen één,
dat U kond wordt gedaan van voet
balheren, die getornd hebben aan de
gezondheid van sportbroeders, die zij
misschien voor het eerst van hun le
ven zagen. Sportvrienden, met de
klemtoon óp vrienden, tegen wie
of was het misschien met wie?
ze volgens de plannen eens écht ge
zellig zouden voetballen. Ook in club
bladen lezen we zo nu en dan, dat
er reuze pret is geweest, maar... in
die bladen bleven we tot nu toe
een enkele uitzondering daargelaten
sportief. Van de week hebben we,
helaas, onze ogen toch even moeten
uitwrijven. In 't clubblad van W.V.V.
schreef de heer ZNAB, sportjourna
list van professie en erelid van drie
verenigingen, het volgende:
(Volgt het langzamerhand overbe
kende citaat.)
Brown vervolgt dan:
Over sportiviteit gesproken!
Zover zijn we dus al afgezakt. Ook
op papier wordt nagetrapt. Door een
erelid nog wel. Misselijk!
Zouden we er niet verstandiger aan
doen, de hele beweging te liquide
ren?"
Sportclub Enschedé.
In „Sportnieuws", het clubblad van
de Sportclub Enschedé schrijft voor
zitter van Dalen in zijn Maandelijkse
„Kroniek"
„In een clubblad van een Noorde
lijke club, dat me regelmatig wordt
toegezonden, las ik een artikel van
een zeer bekend sportjournalist, die
zonder blikken of blozen vermeldde,
dat hij er altijd plezier in had, wan
neer bepaalde, met name genoemde
clubs, hun wedstrijden verloren! In
eerste instantie dacht ik het verkeerd
te hebben gelezen, maar het stond
er inderdaad en ik vraag mij wel af,
waar het heen moet met de clubblad
schrijverij, wanneer we dergelijke ont
boezemingen aan het papier toever
trouwen. De ene club is je sympa
thieker dan de andere, dat is logisch.
Ik heb sympathie voor clubs, die ik
nog nooit heb zien voetballen en
waarvan ik geen mens ken en dat zal
meerderen zo gaan. En misschien zijn
er zo ook mensen, die ons niet ken
nen, maar voor ons er een soort pla
tonische genegenheid op na houden.
Er zijn ook clubs, en dat hebt gij ook,
die II niet zo goed liggen, maar om
in koelen bloede neer te schrijven, dat
je dan ook maar hoopt, dat die clubs
hun wedstrijden verliezen, dat gaat
toch wel heel erg ver. Wie zei ook
alweer, dat sport verbroedert?
Klacht.
Inmiddels hebben de besturen van
A.F.C. en de Meer een klacht inge
diend bij de Raad van Tucht van de
Federatie van Nederlandse Journa
listen. Bij het ter perse gaan van dit
nummer is over de gang van zaken
in deze aangelegenheid nog niets be
kend.
J. W.