rnisse/eme
Wild gevogelte
Kien!
E1
WJ. de Graaf
rt/.ï
MAATKLEERMAKERIJ
DE LAIRESSESTRAAT 133, AMSTERDAM-Z.
BeQunstiQinq van onze aöveRteecóeRS, houöt 6e schakel in stanö
13
1NIGE weken geleden vroeg een
A.F.C.-kennis mij, welke stap
pen hij moest ondernemen om sport
journalist te worden. Daarvoor be
hoeft men uiteraard niet te lopen,
maar te schrijven. Hoe dan ook, hij
voelde zich aangetrokken tot de pro
fessie, waarvan de voornaamste ver
dienste volgens velen is het gratis
aanschouwen van sportgebeurtenis
sen. Het vooruitzicht van al deze
boeiende evenementen had de vragen
steller derma-te in het nekvel, dat hij
onverwijld beroepshalve „na de rust
waren de bordjes verhangen" of „dat
werd de thuisclub te bar" of „toen
gingen de paarsbroeken uit een ander
vaatje tappen" of „weg met de K.N.
V.B.-leiders" wenste te gaan schrij
ven. Vooral dat laatste lachte hem
toe. Het leek me niet juist dit bran
dend enthousiasme te stuiten, maar
niettemin wenselijk hem enige schrif
turen ter lezing aan te bieden van
bewonderaars. Ik koos er twee uit
mijn opwindende bloemlezing. De
eerste van een (altijd) onbekende
schrijver, die in enige volzinnen be
zwaar had tegen het niet juichend
versla-ggeven van een hemeltergend
slechte voetbalwedstrijd.
In zijn epistel stond het volgende:
„Meneer de sportschrijver. U heeft
makkelijk schreeuwen van achter Uw
veilige bureau. U kraakt maar af.
Wel, ja. Hebt U zelf wel 's wat ge
presteerd? Nee natuurlijk. (Apropos,
zou die man met de helm geboren
zijn?) Onze jongens doen het voor
derlui lol. Het zijn amateurs, dat
moet U nou 's goed begrijpen. Maar
ach ja, dat moeten de sportschrijvers,
die natuurlijk profvoetbal willen heb
ben, niet."
Tot zover dit stimulerend schrij
ven. De volgende brief, die ik hem
in de bevende vingers legde, ging
over een aardige, levendige wedstrijd,
waarin een van de ploegen veel be
ter speelde dan in voorgaande ont
moetingen.
„Meneer, hoe haalt U 't in Uw
armzalige hoofd om te schrijven, dat
't een goeie wedstrijd was. 't Ueek
naar niks. Weet U wat 't was? WA
TERVERF. (Apropos, waar heb k
die uitdrukking meer gehoord Zr
kunnen geen van allen voetballen.
Dat had U moeten schrijven. Weet U
wat U bent meneer: een taptemelk-
journalist."
Tot zover. De A.F.C.-kennis heeft
sinds het lezen niet meer over de
sportjournalistiek gesproken. Tóch is
het een mooi vak. Weet ge waarom?
Ze lezen je tenminste...
SHAMATEUR
rFOCH wel een beetje erg mo-
J- dern, als onze zo op het oog
degelijke secretaris in het Bulletin
laat zetten: „A.F.C.-ers, komt met
Uw vrouwen en meisjes kennisma
ken met de Kienavond!" Het is ge
woon hollen of stilstaan, want nóg
klinkt mij de kreet der goden in de
oren: „Géén vrouwen in het Club
huis!" of daar komt de laaiende uit
nodiging: „Mannen, brengt maai) al
les mee, wat je aan vrouwen en
meisjes kunt savoureren!" Nu vind
ik de Kienavond een van de prettig
ste evenementen van A.F.C., in alle
opzichten. Buiten de pret, wordt men
nog overladen met wild, paling,
drank en gebak. Ik heb zojuist de
prijscourant van de poelier, als zijn
de overtollig, weggegooid. Er stond
o.a. in: Zuiver Gemeste Witvlezige
Brusselse Poulardes, maar ik heb
slechts gesnoven: zoiets kun je beter
Jan Snelleman horen zeggen. Het is
ongelooflijk, hoe die knaap de zaken
kan aanprijzen, en als hij wéér komt
met de benen van Emma Nee,
Kien is pas Kien bij A.F.C. Desnoods
heb je een stuk wild om je hals han
gen, wat bij thuiskomst je eigen
bontje blijkt te zijn, maar prèt heb
je zeker!
Het is een schoon gebeuren om te
zien, hoeveel A.F.C.-mannen met
weidse vervoering bij hun evenzo
stralende gades gezeten zijn, en dat
voor uren! Ik bloei er ook steeds van
op Alhoewel, ik weet niet of ik
blijf bloeien, als m'n man z'n hele
harem mee mag brengen
De A.F.C.-jeugd heeft ook een
kien-middag en m'n oudste is er vol
van; hij vindt het moortig! Verleden
jaar was hij de koning te rijk met
een heuse A.F.C.-taart, die hij boven
het zo lang begeerde Monus-boek
verkozen hadAch, die kleine
mannetjes worden al zo echt „A.F.C.-
minded"; veel gewichtige voetbal
terminologie en op het bulletin wordt
de volgorde van 7 wedstrijden aan
gestreept, die mijn zoon Zondag wil
gaan zien. Woensdags of Zaterdags,
als het een A.F.C.-dag is, is zoon
lief ongrijpbaar voor alles wat der
school of des huizes is; hij verschijnt
dan even voor het eten, bemodderd,
schor en heerlijk vermoeid en gaat
douchen... „Maaam! kom je me
even afdrogen?" gilt het heerschap
dan. „Ga- je je daarom niet bij A.F.C.
wassen?" vraag ik. Hij knort. Maar
ik weet wel, het is alleen om het
extra knuffeltje
Gelukkig voor ons, zijn ook hier
in de groten klein
EEN AANGETROUWDE
(Vervolg Impressies)
Hapering
Als dan na afloop van de wedstrijd
geen enkele der 3 E.C.-leden een
kwartier of half uur te midden der
spelers gaat zitten, dan hapert er iets
aan. En als U in de naaste toekomst
ziet dat deze Heren dit wel doen, dan
is dit het bewijs dat wij langzamer
hand leren tegenslagen te incasseren,
achterstanden te verdragen, vrienden
onderling te blijven, correct in ons
optreden te blijven,
Voor mijn tijdelijk vertrek rest mij
nog één thuiswedstrijd. Moge deze
ons E.C. die bevrediging, die vreug
de en die Zondagmiddag-ontspanning
brengen, die wij daar zo gaarne van
verwachten en die wij alle drie in
onze eigen sport-loopbaan zoveel heb
ben medegemaakt.
v. N.
TELEFOON 203IS
Ook voor de a.s. Feestdagen
van
Minervalaan 15, tel. 90405
Het, om zijn prima verzorging,
bij vele A.F.C.-ers bekende adres
Bezorging door de gehele stad