Mixed Pickles Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö 7 „972" TVTAAR de meesten Uwer weten, is er een om het netjes te zeggen controverse gerezen over de vraag, k* welk etablissement wij na de cricketwedstrijden met een bezoek zouden vereren: Ons eigen clubhuis aan dè Wandelweg of „Zanzibar" aan de Amstelveenseweg, gemeenzaam bekend naar het huisnummer „972". Pijl is groot en Max de Bruin is zijn profeet en om nu te zeggen, dat Max de Bruin en de baas van „972" niet kunnen slapen voor zij elkaar hebben toegedektnéé, echt niet. Moet U horen: A.C.C.-H.C.C. II is aan de gang; honderden toeschouwers, tientallen ligstoelen rond de boun dary. En daar zie ik, dat de baas van ,,972" prinsheerlijk ligt te liggen in de ligstoel van Max de Bruin. „Hé," denk ik, „jammer, dat Max op A.F.C. is. Wat zou ik graag het ponem van Max zien, als hij dit stil leven mocht aanschouwen." Op dat moment wordt mijn schietgebedje verhoord de rechtvaardige zal het wel gaan en daar staat Max, naast zijn stoel, waarin of all persons! de baas van ,,972". Ik heb genoten. „Versteend" is een te zwakke uitdrukking voor de metamorphose, die zich aan Max de Bruin voltrok. Hij kon zijn ogen niet geloven dit moest een gezichtsbedrog zijn of een kwade droom. Straks zou hij wakker worden en Wim Staats een proces aandoen, omdat die hem kwade dromen bezorgde. Maar neen hij was wakker. Het was waarheid, goed, ongelooflijke waarheid, maar waarheid. Geen naakte waarheid „972" droeg een keurig zomerpak, niet eens confectie, om zo te zien maar desondanks waar heid. Max was groots. Hij bleef heer. Zo zijn wij wel in onze club, altijd heer, mogen wij wel zeggen. „Meneer," sprak Max, „ik vind het goed, dat U in mijn stoel zit, maar ik mag U wel verzoeken, na afloop van de wedstrijd die stoel in de loods terug te brengen." Dit was groots. „Rise to the occasion" heet dat. Uren later vele idem later zei Max tegen mij voor de zoveelste maal op het clubhuis: „Zag je het, Joop; je zag het, hè?" Ja, Max, de goden dank ik zag het. Ik had die sketch voor geen maand salaris willen missen. Je was een centimeter van directe manslag af. Maar je bleef hear. Zo zijn wij wel in A.F.C. en A.C.C., altijd heer, mogen wij wel zeggen. Logica Er is maar één ding in de wereld, dat erger is dan een Engelse Zondag en dat is vrouwelijke logica. Het uit Eastcote overgewaaide idee om door charmante dames tijdens de cricketwedstrijden te laten collecteren voor de materiaalpot, is hier best ingeslagen. A.C.C. beschikt over een stel dames, dat stuk voor stuk bij een of andere schoonheidswedstrijd „Miss Universe" zou kunnen worden en'er wordt braaf geofferd. Huisvaders, die de hele dag „gratis voor niets" met vrouw en kroost op onze terreinen vertoeven (A.C.C. is, evenals A.F.C., bij een thuiswedstrijd de meest weerzinwekkende demonstratie van de overbevolking in Nederland) voelen de waarheid van het spreekwoord „voor wat, hoort wat". „Hoeveel was het?" vroeg iemand bij A.C.C.-H.C.C. II. „Moord," zei Gerrie Stallmann. „Op zes centen na vijf en zeventig piek." „Heb jij die zes centen er bij gedaan?" vroeg een ander. „Ben je nou helemaal?" aldus Gerrie. „Ik heb er 4,94 uitgehaald. Dan is het óók een rond bedrag en het zal vanavond wel oplopen, nou we kampioen worden." „Ik protesteer als belastingbetaler," zei ik braaf, „dat hier entrée geheven wordt met ontduiking van de ste delijke belasting." „Dat is niet waar," zei Rita de Baare. „Het is een collecte en helemaal vrijwillig." „Mooi vrijwillig. Als je weigert, wordt je weggekeken." „Lekker," snoefde Loes Stallmann. „Als jullie maar bang voor ons zijn." En dat is nou vrouwenlogica. A.R.O.L. Op die gedenkwaardige 30ste Augustus toen voor het eerst in 31 jaar het A.R.O.L.-beker tournooi finaal ver regende, ons concours hippique moest worden afgelast, en tezelfdertijd in Wa-geningen ons eerste zich nu ook niet bepaald met roem stond te overladen, weigerde het Amsterdamse gevoel voor humor hardnekkig te ca pituleren voor de deprimerende omstandigheden. Gehoord op de overdekte tribune: „Lou Woudstra, sta niet zo sip te kijken. Ga onder dat bord „Keep Smiling" staan, dan zal ik je kieken." „We hebben stapels broodjes over." „Nou, dan gaan we er mee naar het Stadionplein, daar staan rijen bussen met verregende communisten. Gaan we die broodjes aanbieden als Westduitse voedselpaketten." „Leo Hom was verleden week de best geklede scheidsrechter, nu de best gepette." „Zie je wel, de Natuur neemt altijd wraak. Zit je in een club, waar ze principieel geen water drinken en da#b spoelt je hele tournooi weg." „Dat heb je er van, als je buitenlanders laat meedoen. Komt er altijd herrie." „Nou weet ik, wat we doen moeten. We houden Nieuw-Guinea in het Rijksverband en gooien Friesland er uit." „Mijn idee. Dan hebben ze een pas nodig en als ze dan naar Mokum willen komen, laten we ze veertig piek voor een visum betalen." „Zeg, ken je die al van die Chinees in Londen, die bij een apotheker komt en zegt: The rest is silence.,, Onderscheidingen Opnieuw heeft het H.M. onze Koningin behaagd, onderscheidingen te verlenen aan landgenoten, die lid van A.F.C. zijn. De heer L. J. M. Galavazi, directeur der Nieuwe Rijnvaart Maatschappij werd ter gelegenheid van het jubileum dezer maatschappij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. De heer C. W. Hoffmann werd be noemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum bij de „Corn Products Cy". De Maatschappij voor Handel en Nijverheid kende hem de Gouden eremedaille toe. Onze hartelijke gelukwensen. A.F.C. verheugt zich over de officiële waardering voor het werk dezer leden. J. W.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1953 | | pagina 7