DE A.F.C.-schakel Uit de kapiteinshut A.F.ZA w 1895 1953 No. 2 trWl. A.F.C. gewite prijzen, dat onze talenten zo beschei den zijn, dat wij niet in de verleiding gebracht worden om van onze sport een kunst en van die kunst een brood winning te maken. Het sociale pro bleem, waar ik hierboven over sprak, wordt' hierdoor wel is waar niet op gelost, voor ons wordt het er wel veel gemakkelijker door.. ©it is de Schakel, die komt binden, ©e oude club aan d'oude vrinden. ^L W I R t aat 522 tel 722! 19 - Pl.at.verv. Redacteur J. T). Steen.na. 2e v.d. Helststraat 50 Redacteur: J. H. Wijnand, Roer Gerrit v.d. Veenstraat 118. tel. 714194 AdministrateurTelefoon 80710. Amsterdam-W. Typografie: Drukkerij Jok. Meijer Zoon. Kanaalstraat 132. Als je in de sportwereld zo eens om je heen kijkt, moét je wel tot de conclusie komen, dat de ver houdingen daar toch wel erg scheef getrokken en krom gegroeid zijn. Voor de zeer eenvoudige sportbeoefenaar en voor „the man in the streef' lijkt de zaak erg sappel, maar wie probeert verder te zien San zijn neus lang is, wie probee^ ontwikkeling na te gaan vanaf het verre verleden tot het heden, en daar uit de verdere ontwikkeling in de toe komst, die moet wel tot de slotsom komen, dat de sport een sociaal be lang en een sociaal probleem is ge worden van de eerste orde. Het probleem zit hem voornamelijk in de dubbelslachtigheid van de sport. Het is een ontspanning voor duizen den jongelui, een ontspanning, die mede dienstbaar gemaakt is aan de opvoeding tot goed staatsburger, maar daarnaast is het gegroeid om niet te zeggen vergroeid, tot eeni kij - spel voor millioenen, tot een publieke vermakelijkheid, die onderworpen is aan de harde wetten van de nuchtere zakelijkheid. Dit laatste element wordt des te belangrijker naarmate men de sport beter beoefent: het publiek gaat na tuurlijk het liefst naar die sport manifestaties, waar de beste presta ties, dat wil zeggen het aantrekke lijkste schouwspel, worden geleverd. Dit leidde vanzelf tot het beroeps- spel. Het is immers niet meer dan bil lijk dat mensen met bijzondere aan leg' die al hun tijd en aandacht be steden aan de opvoering van hun ca paciteiten en die daardoor duizenden toeschouwers een boeiend schouwspel voorzetten, daarvoor betaling krijgen op dezelfde voet als andere opvoer- ders van openbare vermakelijkheden, die ook een dagtaak hebben in hun kunst. Daarin zit niets demgrerends. Waarom zou men iemand, die aanleg heeft voor muziek en die na inten sieve studie volle zalen weet te trek ken, wèl mogen eren, en een ander, die 'andersgerichte talenten heeft en die na intensieve training volle tri bunes weet te trekken, moeten ver- Voor ons, A.F.C voor ons, A.F.C.-ers, is de sport nog altijd gebleven bij zijn oorspron kelijke bedoeling: een ontspanning. Wel proberen we zo goed mogelijk te voetballen; we hebben daar zelfs hee wat geld en opofferingen voor over, maar dat is alleen omdat we meer voldoening en bevrediging in de sport vinden naarmate we die beter be oefenen Voor ons is voetbal een spel, een mannelijk spel van snelheid, vaar digheid en kracht. Bovendien ontwik kelt het in ons enige goede eigen schappen, die ons in het latere leven van groot nut kunnen zijn, maar deze extra-winst aanvaarden we onbewust en daardoor niet eens zo erg dank baar. Pas later, als wij allang met meer spelen, merken wij wat wij aan onze sport en onze club te danken hebben. Dan vormen wij op onze beurt de oude kern, die weer een vol gend geslacht inwijdt en die de fakkel overreikt aan een nieuwe generatie van A.F.C.-ers. Zolang die vlammende fakkel van de clubliefde maar blijit branden, zal A.F.C. nooit ten onder Die dubbelslachtige sport met haar twee facetten, de ideële en de mate riële zijde, is als een halfgod met zijn goddelijke en aardse eigenschappen. De Griekse mythologie en de Neder landse sportwereld geven ons daar, in één gestalte, een duidelijk en leer zaam voorbeeld van in de gedaante van... Heracles. Hoe kan deze halt- god zijn goddelijke afkomst zó verge ten dat hij materiële eisen stelt, die niet zijn te bevredigen! Vergeet hij, dat het zesde van zijn beroemde twaalf werken was het reinigen van de Augiasstal? Wij, A.F.C.-ers, hebben gelukkig de rotsvaste overtuiging, dat onze jon gens, die de sport beoefenen omder wille van de sport, begrip hebben voor onze materiële zorgen en alle maatregelen, die wij noodgedwongen moeten nemen, aanvaarden zonde kleingeestig gemopper. Als rasechte amateurs zoeken w«ontsPa"1"^ door inspanning en wij zijn berer voor onze sport en voor onze club ol- (vervolg pag. 2, 2e kolom)

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1953 | | pagina 1