Heinekens
Van trainen tot spelen
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRs, houöt öe schakel in stanö
In mijn laatste schrijven maakte ik
gewag van „het gaat goed maar 't
kan nog beter."
Nu ben ik wat dat laatste betreft
toch wel enigszins teleurgesteld.
Begonnen wij dit seizoen goed en
speelden vele spelers beter dan vo
rig seizoen, toch hebben de laatste
wedstrijden (Helder, W.-Prisia en
Z.V.V.) niet datgene gebracht wat
verwacht werd.
Vier punten uit deze wedstrijden is
niet slecht, maar is wel bedriegelijk;
het vertoonde spel was verre van
hoera te roepen.
Waaraan is deze stilstand (achter
uitgang) nu te wijten?
Daar het mij niet mogelijk is na de
training, mijn hart eens te luchten,
door afwezigheid der spelers door
dienst of anderzins, doe ik het dan
maar per Schakel.
Training.
Opkomst: minder dan de helft van
de genodigden, (van de jeugd nog
geen kwart).
Dat er van een Bestuur dwang moet
uitgaan de training te bezoeken is
absurd, de liefde tot je sport, het
zich bekwamen om tot betere pres
taties te komen moet voldoende zijn.
Een eenmaal veroverde plaats moet
men trachten te behouden en te ver
stevigen.
Niet iedere plaats in 't elftal ver
langt evenveel van je uithoudings
vermogen, maar je moet ten alle
tijde klaar zijn een andere plaats
in te nemen.
Mijns inziens mag er van een spe
ler verlangd worden dat hij twee
maal drie kwartier het uiterste van
zijn physieke kracht vergt en vol
komen geconcentreerd blijft.
Een technisch en taktisch speler
met een te weinig aan sprintsnelheid
en uithoudingsvermogen zal nooit
datgene bereiken, waartoe hij, uit
hoofde van zijn balvaardigheid en
strategie in staat moet zijn.
Laat ik een voorbeeld geven:
Wij hebben een speler die een mees
ter met de bal is en toch maar in
A.F.C. 5 is ingedeeld. Hij is een
jongleur, maar lopen, zonder bal:
neen, uithoudingsvermogen: Neen.
Tactisch spelen: Neen en juist dit
laatste moest deze jonge man bij
uitstek kunnen.
Hij immers kan met een bal wat hij
wil, heeft hij hem te pakken dan
laat hij hem niet of veel te laat los.
Samenspel, het middel, niet het doel,
kent hij wel maar past het niet toe.
Wij hebben in onze vereniging nogal
van deze spelers en spelertjes, aan
dezen een ernstige waarschuwing.
Dribbel lustig en snel maar niet tot
in het oneindige.
Met een zeker doel passeren, hierna
direct uitvoeren wat door dat pas
seren mogelijk is geworden, plaat
sen of schieten.
Doe je dat niet dan staat vlug een
nieuwe tegenstander voor je, een ge
plaatste bal gaat sneller dan een
die gebracht is, hij sticht verwarring.
Een tegenstander kan zich niet her
stellen en er komen doelrijpe kansen
(Henk Kappel).
Dat de zaken niet naar wens gaan,
zit echter niet alleen in 't tactische
gedeelte, erger nog onze ploeg-men-
taliteit is verre van goed te noemen.
Mentaliteit
De Schakel gaat ver en moet nu
iedere „A.F.C.-er" en belangstellen
de er kennnis van nemen dat er
veel, heel veel aan onze mentaliteit
hapert? Hier bedoel ik vooral Se
nioren I, Junioren I en Adspiranten
I.
Zouden we in ons clubblad niet
schrijven dat het bij A.F.C. botert,
dat er voor ons A.F.C.-er niets te
wensen is?
Ik zeg Neen! Nogmaals Neen!
Vorig jaar lijdend aan een been-in
fectie gaf Doe Hofstee mij een paar
prikken, niet lollig hoor, maar het
resultaat een nieuw en beter been
dan ooit.
Neem dit schrijven ter harte jongens,
geef jezelf een prik of nog erger
snij wat weg, zoals het nu bij ons
1ste gaat, gaat het bergafwaarts.
Doorgaan zoals de laatste weken,
met uitlatingen als: „Met April ga
ik tennissen", ,ik zal blij zijn als
het Mei is" en „er is niets meer aan
we kunnen noch boven of onderaan
komen" (en dit alles na een slecht
gespeelde wedstrijd) sieren de sport
man niet.
De voetbalsport en club hebben jul
lie toch vrijwillig gekozen.
Jongens kom op, weest kerels, is er
een mogelijkheid kom dan trainen,
BEI.EEF die training, kom niet AL
LEEN voor eigen plezier, we heb
ben niet allen dezelfde hobby, Iaat
het niet tot botsingen komen als het
een en ander ie niet bevalt.
Vergeet niet dat het algemeen
belang No. I moet zijn (ook voor de
zogenaamde sterren).
Weten jullie niet dat wij Donder
dags na de training levensvitamine
opdoen
Hoe?
Als Coentje begint te praten en de
monstreren dan klinkt er een gulle
lach, moet je in zijn bootje mee va
ren, komaan lach dan mee.
Ja Donderdags dan heerst er de goe
de geest en een prima stemming,
waarom deze niet meegenomen en
gehouden Zondags tijdens de wed
strijd, jammer dat dat onderonsje
veel, veel te weinig leden telt.
Vraagt het Heer Elzerman, kom en
overtuigt je.
Dit zijn geen optimistische klanken
van de trainer, liever had ik ze niet
geuit, maar het KAN en MOET BE
TER, met ons aller, onze schouders
er onder en een waardig besluit, van
deze zo goed begonnen competitie is
gewaarborgd. C. G. SLUIJK
12