BecjunstiQinQ van onze aöveRteeRÖeRS, houöt öe schakel m stanö
Ja!
Tralalalalalalalalee
Hup, hup,
Laat je niet weerhouden,
Roep maar
Hup, hup,
Schenkt het team vertrouwen
Want die wonderkreet behekst de jongens zo,
Ja!
Tralalalalalalalalo
A.F.C.ers doe je best,
Want daar komt het toch opaan,
Door die strijdkreet, op het lest,
Zal ons elftal zeker dit seizoen heel makk'lijk
[aan, de kop gaan!
Hup, hup,
Laat die yell weerklinken
Luidjes
Hup, hup,
Toon je bij de pinken
Roep je kelen schor
En doe allen met ons mee:
Ja!
Tralalalalalalalalee
Geen wonder, dat dit luidkeels meegezongen
liedje weer nieuwe moed geeft.
T. Kijk Nel, daar knappen we van op
En krijgen we nou weer eens klop
Dan niet zo sagerijnig wezen!
P. Ik voel mij absoluut niet bang
De competitie duurt nog lang
Nee Tom i we hebben niets te vrezen!
Dan komt er een nieuwe verrassing. Jan v. d.
Pijl en zijn populaire gade Miepsie worden op het
podium geroepen en ontvangen een souvenir. Tho-
masvaer doet dat met de volgende woorden:
Richt ik graag een persoonlijk woord
Tot twee van onze goeie vrinden.
Veroorloof dus, dat 'k bij me roep
Miep en de Koning van de soep.
Die bij de tapkast zich bevinden!
Kom, duo Pijl Kom voor het front
Ik doe de hele wereld kond
Dat service is je beider streven.
We appreciëren dat toch zo!
En daarom hier is een cadeau
Dat wil ik Miep en Jan hier geven!
Weer veel applaus en dan lopen Thomasvaer en
Pieternel, na de nieuwe lampen bewonderd te
hebben, naar het voetlicht voor het uitspreken
der eigenlijk wensen:
T. We wensen ons actief bestuur
Een hele lange levensduur
En steeds maar opgewekte snuiten!
P. De ereleden, stuk voor stuk,
Wensen we voorspoed en; geluk;
Want daar kunnen ze vast niet buiten.
T. De E.C.-wijsheid en beleid
Geven en nemen op zijn tijd,
Opdat er nooit meer rellen komen!
P. De trainer Sluyk, puik mat'riaal
Eerste klas spelers, allemaal,
Die voor een traininkje niet schromen!
T. Bouwens captain „par excellence"
Wensen we, met zijn ploeg: bonne chance
'En leuke stukjes in de Schakel!
P. Dick Disselkoen wensen w' een schop
De bal op Japie Wildschut's kop
Zo'n goal is altijd een mirakel!
T. Wim Feldmann en Ben Tromp, die twee,
Wensen we: speel nog jaren mee
En Ben, voorzichtig joh, met koppen!
P. De halfs, Henk Kappel en Colijn,
Dat zij steeds zó in actie zijn,
Dat 't in het midden steeds blijft kloppen!
T. Het Backstel van den Berg en Smit,
Wensen we heel veel durf en pit
En houdt de boel maar dicht daarachter!
P. We wensen doelman Zimmerman:
Houd zoveel ballen als je kan
En toon je steeds een trouwe wachter!
T. En last not least 'k word werk'lijk stil
Wensen we onze trouwe spil:
Neem maar weer gauw je plaats in, Bijker,
Je staat daar altijd als een rots:
Je bent de glorie, onze trots,
En Luuk, een harses als een spijker!
P. Onze reserves wensen wij
Hebben de spelers averij
Geeft jullie dan je beste krachten!
T. De jeugd wensen we veel succes
Sta voor de club steeds op de bres
Je weet wat we van je verwachten!
P. We wensen 't corps diplomobile:
Wees nog maar dikwijls de schlemiel
Wees voor de club nog vaak in actie!
T. De bende van Jan Snelleman:
Maak avondjes zoveel je kan
En zorg maar vaak voor een attractie!
P. En de commissie voor de jeugd
Die wensen wij veel voetbalvreugd
Op onze modderige velden!
T. Ook onze Schakel, met haar staf,
Die zoveel te genieten gaf,
Wensen we: Altijd goeds vermelden!
P. We wensen dit, we wensen dat,
We hebben nog een wensenschat,
Voor allen die de club beminnen.
T. Maar dat wordt heus een beetje erg!
Dan wordt het zo een hoge berg
Daar kunnen we niet aan beginnen!
Samen:
We wensen U dus met elkaar:
Veel heil en zegen in het nieuwe jaar!
Gejuich.
Nog nooit hebben wij zulk een reactie beleefd in
ons clubhuis. Aan het applaus, het „bravo"-
geroep en gejuich scheen geen, einde te komen.
Welverdiend, want iedereen vond het jammer,
dat het „al" uit was, hoewel de voordracht pre
cies een uur in beslag genomen had.
Voorzitter Holtzappel bracht ons aller dank over
en overhandigde enkele souvenirs en daarna
dacht niemand er aan, om naar huis te gaan.
Een beter en gezelliger begin van 1953 hadden
wii ons niet kunnen indenken.
J. W.