W/orden mannen ooit volwassen?
fl.^.G.-ers,
Café Royal
A.F.C.
ZATERDAG 17 JANUARI A.S., 's AVONDS 8 UUR
CLUBHUIS - WANDELWEG
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRÖeRS, houöt öe schakel in stanö
Bezoekt de
clubavonden en
de bijeenkomsten
na afloop van
de uitwedstrijden
in
(Eggers)
Nu word ik er door Wijnand-Jo-
pie toe gedreven, om over het
bovenstaande penibele onderwerp te
schrijven. Eigenlijk kan ik de moei
lijkheden rustig omzeilen door dom
weg een volmondig „neen" onder bo
venstaande titel te plaatsen, maar
da's natuurlijk niet de bedoeling.
Men wil geroddel. En dat gaat óók
weer niet
Ik kan toch moeilijk over m'n eigen
man gaan schrijven, dat hij het lief
ste is, als hij met de electrische trein
aan 't spelen is En dan, die keer
dat hij van een hoogst bewogen
vergadering thuis kwam, en zich
rustig in een Donald Duck-krantje
verdiepte Toen ik na 10 minuten
martelende zelfbeheersing vroeg:
„Wéét je niet anders?" sloeg hij he
vig geïnteresseerd een bladzij om en
zei hartelijk: ,»Ik ben even een leuk
verhaaltje aan 't lezen
Neen, daar kan ik het niet over heb
ben, en ga ik over andervrouws
mannen schrijven;, dan ben ik hele
maal fout. Laat ik dan maar van
achteren af beginnen: Kinderen zijn
net als grote mensen!
Het was in die donkere dagen vóór
Kerstmis, de wereld zat dicht door
een geweldig dikke sneeuwbui. Tien
voor één, en m'n jongste zoon was
nog niet thuis van school. Voor de
zoveelste maal ging ik op het balcon
en trachtte door de woeste sneeuw
storm heen te turen.
Ja, daar zag ik in de verte een een
zaam, klein zwart poppetje huppe-
len stilstaan bukken. iets
over de wereld heen gooien,ver
der huppelenenz. enz. Een mo
ment staat hij onbewegelijk in de
lucht te turen, maar dan begint zijn
vreugdedans alweer; met innig wel
behagen bewerkt hij met z'n kleine
laarsjes een nog maagdelijke sneeuw
laag
Berustend ga ik nog maar een
poosje naar binnen. Als ik wéér
het balcon betreed, zie ik hem, dich
terbij nu, koppetje-duikelen voor
een dame van een jaar of drie, vier.
„Het zit er al vroeg in!" bepeins ik;
„wat zal z'n vrouw later verschrik
kelijk vaak op hem moeten wach
ten
Een blozend sneeuwmannetje, met
een verfomfaaide jas en glinsteren
de ogen rolt wat later m'n deur
binnen.
„Waarom ben je zo laat? Het is één
uur, je kunt wel meteen weer naar
school gaan!" brom ik plichtsge
trouw.
„Oóóóóh!" begint hij z'n geldige en
geweldige redenen voor het laatko-
men af te roffelen. „Ze hadden op
gym m'n ene kous bovenop een rek
gegooid, en ik maar zoéken;, zoékén
zucht hij dramatisch. „En toen
moest ik nog sommetjes afmaken
bij juf!" besluit hij verbolgen.
„Toen ben je zeker naar huis ge-
rénd?" veronderstel ik; hetgeen met
blijmoedige instemming beaamd
wordt. „En ik zag je koppetje-dui
kelen voor dat kleine meisje!' „Ja,
maar ik vielprobeerde hij me
wijs te maken. Toen ik daar beleefd,
doch beslist niet op inging, gaf hij
zich met een zucht van opluchting
gewonnen en zei, nog gierend van de
napret: „Oh, Mam! het was zo'n
aardig Indonesisch grietje!!"
Och, ik geloof, dat commentaar over
bodig is; met het réunistendiner voor
de deur kunnen we gemakkelijk ver
gelijkingen trekken, maar dan moe
ten wij waarschijnlijk het decor van
Toe werkt mee
Donateur
Stelt teleur
Werkend lid
Deelt in sleur
Ik maar schrijf
Vingers stijf
Disponeer
Steeds maar weer
Zendt retour
Pennihgboer
En helaas
Steeds relaas
Steeds gegireerd
Was 't maar waar
Reuze naar
Zie geen spie
Wie oh wie
dikke sneeuw veranderen in dikke
mist
Maar nu eerlijk, zonder gekheid, ik
heb nog géén man ontmoet die vol
wassen: is Gelukkig maar, want
werkelijk volwassen zijn is verschrik
kelijk
EEN AANGETROUWDE
Houdt zijn woord
Ik accoord
Wees een heer
Dus gireer
Donateur
Geen gezeur
Buitenlid
Wordt eens fit
En betaal
Allemaal
Vlug uw schuld
Mijn geduld
Uitgeput
Hoort mijn kreet
Neem pen beet
Gauw op zoek
Giroboek
Dus gireer
Dank meneer.
ping-ping II
Oudejaarsavondvienng
16