- Mixed Pickles
mamsmsmmmm
BeQunstiqinq van onze aöventeeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
Ter overdenking.
Ik mag graag clubbladen van andere verenigingen lezen. Het is vooral een troostend werk als het weer
eens hommeles is met ons eerste, met de Elftal-commissie of met de finantiële situatie. Want die lezing
leert je, dat het in alle clubs vrijwel van hetzelfde laken een pak is. Overal een enkele club die het uit
zonderlijk goed treft met competitie-indeling buiten beschouwing gelaten een gemartel zonder weerga
om de eindjes aan elkaar te knopen. Overal een heel klein percentage, dat zich het vuur uit de sloffen loopt
voor de club en een heel groot percentage, dat alleen in beweging komt, als er kaartjes Holland-België
aan de markt komen. 6
In het V.U.C.-nieuws schrijft v. d. W.
afgewisseld door gezellig nippen aan glaasjes. En op een gegeven ogenblik willen wii er uiting aan
geven, dat wij V.U.C.-ers zijn. 6
Als één man staan de mannen en vrouwen op en zingen dan naar beste vermogen het Clublied Maar het
zal toch nooit de bedoeling zijn geweest dat wij dit lied zo maar als een versje gaan beschouwen.
Als men door een paar glaasjes jenever in een vrolijke stemming komt, ga je toch óók niet zo maar het
„Wilhelmus" zingen. En als zodanig wil ik het beschouwen.
Laten wij er bij voorkomende gelegenheden aan denken en laten wij het anderen voorhouden- Iets meer
eerbied voor "ons V.U.C.-lied s.v.p., waarmede ik iets gezegd heb, dat ik al jaren geleden wilde zeggen"
Laten wij er voor zorgen, dat óns prachtige clublied nooit degradeert tot een drinklied waartegen onze collega
uit het V.U.C.-Nieuws zo terecht waarschuwt.
Welp
Er was een welp op het clubhuis tijdens een van de sneeuw-Zondagen. Hij bestelde een flesje limonade Een
der oudere leden, die aan het bridgen was geslagen, zag het joggie zitten en gaf Willem een wenk Leuk
kereltje is dat; zet dat flesje op mijn nota." Een ander zei later: „Wil jij nog wat drinken Jantie?" Neen
dank U wel, mijnheer, ik heb al iets gehad."
Toen hij weg wilde gaan, liep hij naar de kellner toe, om af te rekenen. „Neen, ik kriig niets van ie" was
het antwoord. „Die meneer daar heeft voor je betaald."
De welp ging naar de bridgetafel, stak zijn hand uit, bedankte „die meneer daar" en stelde zich toen aan de
andere bridgers aan dat tafeltje voor.
Prettig, om een dergelijk correct en hoffelijk optreden van een jong- kereltje te memoreren. Prettig om te
weten dat ouders een jong kereltje „manieren" leren.
Maar liet is opmerkelijk, dat die vier bridgers elkaar eens aankeken en zeiden: „Nou, nou, dat maak ie tegen
woordig niet vaak meer mee."
Inderdaad, deze tijd munt vooral uit door „kafferachtigheid." Vroeger ik idealiseer het verleden niet
zou een jonge knaap er toch niet aan gedacht hebben, om in d'IJsbreker of in Suisse voor de eerste maal op
clubavond te komen en zich niet voor te stellen.
En „TfL™, f°ede gefW0?nte- Want A.F.C is - althans behoort te zijn - een Sportfamilie, een sportgezin.
En als iemand zijn intrede doet in een gezin, dan stelt hij zich voor. Het gezin mag toch weten wie het tot
zich trekt en opneemt. c L LUL
Wensen wij de club vele Jantjes als dat Jantje van die sneeuwmiddag op het clubhuis toe, en vele ouders
van tot ons komende Jantjes, die hun vertellen, hoe het hoort.
J.W.
ken, zelf geen begrip van sportiviteit
laat staan van leiding geven, te heb
ben? M. i. nog veel doeltreffender!
Zulke mensen kunnen nu eenmaal niet
op anderen uitdragen, wat ze zelf niet
bezitten. Speciale, snelle strafproce
dure voor de jeugd, welke werd ge
suggereerd, zou indien pra-ctisch
uitvoerbaar zéér nuttig zijn.
De allereerste plicht:
leer ze weer
EERLIJKHEID
Laten we ons zo lang mogelijk verzet
ten tegen een ontwikkeling, welke
van erg nare dingen iets heel ge
woons en vergeeflijks maakt. Ook ten
opzichte van dit probleem moge ik
herhalen: het klimaat, de sfeer, ver
andert. Wat wil men? De jeugd wordt
in vergelijking met vroeger door veel
meer factoren buiten gezin en school
beïnvloed b.v. door film, radio etc.
etc. Zij krijgt tal van problemen en
tegenstellingen voorgezet, waar zij
geen raad mee weet. Waartoe leidt
dit alles? De jeugd doorziet de enor
me tegenstelling tussen de fraaie
woorden en de veel minder mooie
daden. Welnu, is het niet logisch
dat dit tot verlies van vertrouwen
moet leiden? Verlies van respect ook
ten opzichte van die instanties, welke
de structuur onzer beschaving vorm
den. Is het verwonderlijk, dat het
aantal jonge mensen, die cynisch, on
verschillig, brutaal en hard worden,
blijkbaar groeiende is? En waarom
zou onze voetbalsport daarvan vrij
blijven, welke misschien juist door
de aard van het spel gemakkelijk
aanleiding tot ontsporingen geeft?
AFC slaat goed figuur.
Misschien zullen er lezers zijn die
dit geen onderwerp voor een clubblad
vinden. Dezulken zou ik willen voor
houden, dat de sport ook op dit ge
bied een andere en belangrijker plaats
is gaan innemen dan vroeger, toen
het alleen maar om de ontspanning
en het tijdverdrijf ging. En al komen
dan misschien bij AFC tot nu toe
ontsporingen in het veld sporadisch
voor, het leek mij nuttig om vooral
onze jeugdleiders eens op hun verant
woordelijkheid te wijzen. Ziet erop
toe, Heren, dat onze jeugd zich de
naam AFC-ers waardig toont. Niet
alleen in het veld, ook op de tribune!
Ik wens allerminst „zoete jongens",
maar wel flinke, correcte knapen, met
respect voor tegenstander en scheids
rechter en begrip voor ware bescha
ving. Op die wijze bij AFC gevormd,
krijgen ze een onschatbaar bezit op
hun levensweg mee, waarvoor ze hun
leiders later dankbaar zullen wezen.
Laten ze het goed beseffen, dat ze
het als een grote eer moeten beschou
wen, lid van die oude, 57-jarige AFC
te mogen zijn, welke naar sportieve
successen streeft, moet streven om
haar doelstelling getrouw te blijven,
doch daaraan niet uitsluitend ha-ar
waarde ontleent.
I. H. GALAVAZI
Onderschrift van de Redactie.
Dit probleem is zó belangrijk en het
heeft zóveel facetten, dat wij in een
volgend nummer er graag op terug
komen.
j