Een u/oord van Trainer tot Speler Ons Clublied Het A.F.C.-lied BeGunstiQino van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Het was op 18 Januari zeventien jaar geleden, dat tijdens het reünistendiner (toevallig ook in het Apollopaviljoen) voor het eerst ons clublied ten ge hore werd gebracht. Wij vierden toen ons veertigjarig be staan en Dick Bessem had voor die gelegenheid een clublied gemaakt, terwijl Scheltus van Kampferbeke het op muziek had gezet. Een man- nenkwartet bestaande uit Fons de Vilder, Arie Waaijer, Jan Snelleman en Jan van Koperen had het in alle stilte ingestudeerd, en verrast en ont roerd l uisterden de reünisten naar die nu zo bekende woorden en klanken. In die zeventien jaren heeft ons club lied geklonken bij alle feestelijke en plechtige ogenblikken in ons vereni gingsleven. En hoe prachtig het aan zijn doel beantwoordt, blijkt wel uit de ernst en de overgave, waarmee het altijd gezongen wordt, uit de stroom van warmte, die de AFC-ers door trilt, als zij daar tezamen staan en elkaar beloven: „Wij alleen dienen onze club als plichtsgetrouwe man nen." Het blijkt uit het feit dat nooit iemand het in zijn hoofd zou krijgen, het in te zetten bij een frivole en luchthartige gelegenheid. Toevallig wijst Jo Wijnand daar nog op in zijn Mixed Pickles. Daarom is het zo jammer, dat er nog vele leden zijn, en jeugdleden vooral, die de woorden van ons Clublied nog niet uit het hoofd kennen. Zoals iede re Nederlander op de hoogtijdagen van ons land het Wilhelmus kan zingen, zo moet iedere AFC-er het AFC-lied kunnen zingen op de hoog tijdagen van zijn club. Om het ieder een gemakkelijk te maken, de woor den in te studeren, volgt hieronder de tekst, zoals die door Dick Bessem voor die gedenkwaardige veertigste verjaardag is gedicht. In onze goede Amstelstad Is lang geleên geboren Een nietig clubje, echter dat Veel vreugd en leed ons heeft beschoren. Drie letters slechts telt hare naam, Voor ons meer waard dan woorden, Want A.F.C. haar naam heeft faam Van Oost naar West, van Zuid naar Noorden. Refrein Ik heb U lief, mijn A.F.C. Gij telt in aller harten mee Uw naam is mij een schoon symbool Van goede geest, sportieve jool. Te spelen onder Uw banier Is mij een eer en een plezier. Al word ik oud, mijn geest blijft fit. Omdat ik A.F.C. bezit! bis Wij allen dienen onze club Als plichtsgetrouwe mannen. Eens worden wij weer ,,runners-up", Jan Salie wordt voor goed verbannen. Wij allen zweren eeuwig trouw En zullen niet versagen, Want wat ook ooit gebeuren zou, Wij blijven fier ons Rood-Zwart dragen. Refrein als voren. Ziezo, jongens. Haal eerst dit blad uit de „Schakel" en bewaar het goed! Neem dan je agenda voor je en no teer voor de volgende keer: Uit het hoofd leren, het AFC-clublied. Het wordt misschien wel schriftelijk over hoord. Maak dat je voldoende haalt! H. De Center-half. In aansluiting op „Techniek en Tac tiek" in ons Octobernummer nu iets over de centerhalf in het S.S.S. I. Verdediger. Zijn taak is zuiver verdedigend. Hij moet zorgen, dat de midvoor der tegenpartij volkomen uitgeschakeld wordt. Hij is dus de stopper. De midvoor uitschakelen, is een zo omvangrijke taak, dat hij hieraan zijn handen vol heeft en dus niet mee ten aanval trekt. Dat wil echter niet zeggen, dat hij geen aanval behoeft op te bouwen. Hij zal ook, als ieder ander speler, de bal moeten plaatsen. De midvoor moet zwaar gedekt wor den en geen enkele kans krijgen, de bal te spelen. Steeds zal de centerhalf de bal trach ten te spelen, vóórdat de midvoor gelegenheid krijgt het te doen. Het spelen van de bal is een eerste ver eiste. Om de midvoor het spelen van de bal te verhinderen, is een vaste dekking nodig. Overal volgen, als de midvoor in het spel betrokken kan worden! II. Het wegtrekken van het doel. Zoals ik zei, is de centerhalf steeds bij de midvoor. Blijft deze nu voor ons doel, dan moe ten de achterspelers en de center half hem dwingen zich terug te trek ken. (Hier dus, het belangrijke sa menwerken; de drie achterspelers dringen samen naar voren).- Blijft de midvoor dan toch staan, dan is hij buitenspel. Wordt onze laatste speler op circa 30-35 meter van het doel gepasseerd, dan kan hij zich nog herstellen, vóór dat zijn tegenstander gevaarlijk wordt. Gebeurt dit op plm. 20 meter, dan heeft de midvoor een goede schiet kans en kunnen wij alleen op de keeper vertrouwen. III Snelheid. De centerhalf moet snel zijn (sprint snelheid). Het vereist snelheid, de bal steeds te bereiken vóór de vijan delijke midvoor. Steeds proberen een onderdeel van een seconde sneller te zijn dan de midvoor! De centerhalf moet beseffen van welk groot belang zijn positie is voor het gehele elftal. Wanneer hij zijn taak goed begrijpt, zal het niet kun nen voorkomen, dat hij gaat „zwer ven". Het is een feit, dat het voor een groot deel afhangt van de cen terhalf, of het systeem slaagt. Om hem draait alles. Daarom heet hij ook „spil". Heeft hij de bal, dan moeten zijn kanthalfs en binnenspelers zich vrij opstellen. De drie overige voorhoedespelers kie zen hun positie in verband met hun binnenspelers, die de bal nog moeten krijgen. Zo zien we, dat de intelligente voet baller (en zijn de A.F.C.-ers dat niet allemaal zijn intelligentie het meest nodig heeft, als de bal nog niet in de buurt is. Dan taxeert hij, als een schaakmeester, de mogelijkheden, kiest zijn strategische positie, krijgt de bal in vrije positie en helpt een doelpunt scoren, 't Is toch zo simpel! Kees, onze huidige centerhalf, be schikt over vele eigenschappen die hem tot een centerhalf van formaat kunnen maken. Hij heeft de lengte en het postuur, sprintsnelheid en be sluitvaardigheid en boven alles de „brains" die hem zijn plaats in het elftal waardig doen zijn. Alleen wil hij de bal wel eens „bren gen". Kees, als het kan, veel trainen! TRAINER Langs deze weg zeg ik allen harte lijk dank, die tijdens mijn ziek-zijn, van hun belangstelling blijk gaven. JAN MEIJER Jr. 3

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1952 | | pagina 3