Junioren 1
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
zien we hem gauw weer op de vel
den, want echte voetballers kunnen
we nog best gebruiken al hebben ze
de eerste prille jeugd al achter de rug.
Na het uitvallen van Cor werden er
enige heel vreemde beslissingen ge
nomen en toen bleek onze vechtlust
verdwenen. Ondanks het prima doel-
verdedigen van Robbie Molenaar, die
van vriend en vijand menig open
doekje kreeg, werd het 3-0, en we
hoopten toen maar op beter voor de
volgende wedstrijd.
De volgende week werd tegen B.F.C. 2
ten strijde getrokken; Uw penne-
knecht droeg toen 's Konings rok in
plaats van de voetbalbroek, zodat
alleen het droeve nieuws van de 2e
nederlaag in successie hier vermeld
kan worden.
Nog steeds welgemoed werd vervol
gens tegen R.K.A.V.I.C. gestart en
waarachtig, het ging goed, zo goed
zelfs, dat we na een technisch par
tijtje met 3-1 voorstonden. De opper
vlakkige toeschouwer (en menig
speler!) vond dat er geen kou meer
aan de lucht was, maar nee hoor, na
een 3-1 voorsprong werd het 4-3 voor
R.K.A.V.I.C. en ik zal U vertellen hoe.
Doordat onze achterhoede de tegen
partij ging laten „komen" ontston
den er gevaarlijke momenten en te
vens bleek duidelijk welke moeilijk
heden de nieuwe spelregel voor spe
lers en scheidsrechters inhoudt; ik
bedoel het „afhouden". Voor de rust
kregen we door dat „afhouden" al
een penalty tegen, die prompt werd
benut. De opvatting over de penalty
deelden we niet met de scheidsrech
ter en de meesten staken dit niet di
rect onder stoelen of banken. Na de
rust kregen we nog een penalty tegen
en aangezien driemaal scheepsrecht
is, nog een voor hands er bovenop.
Zelfs wij A.F.C.-ers bleken hier niet
tegen bestand te zijn en een gewoon
doelpunt (het enige van de tegen
partij) bracht hun tenslotte nog de
overwinning.
Dit was naar, maar heel naar was
het, dat kort voor tijd een A.F.C.-er
het veld uitgestuurd werd en na af
loop een van ons onprettige dingen
zei tegen de scheidsrechter. Wanneer
de betrokken speler zijn opmerkingen
een halve minuut eerder naar voren
had gebracht, hadden we beslist nog
een vierde penalty tegen ons ge
kregen.
Jongens, die nederlagen slikken we
wel, maar we moeten toch ons ge
drag in het veld eens grondig her
zien. Ook al neemt de scheidsrechter
beslissingen, waarmee we het niet
eens zijn, toch moet je je als „voet
balheer" gedragen. Iedere speler
maakt m.i. meer fouten dan de door
snee-scheidsrechter. Bovendien zijn
we allen oud genoeg om te beseffen,
dat je altijd aan het kortste eind
trekt. Enfin, als we uit deze wed
strijd onze les geleerd hebben, be
tekent de nederlaag misschien nog
een winst voor ons.
De volgende Zondag trokken we naar
Weesp om Rapiditas 2 in eigen huis
te bestrijden. Na een voorspoedige
reis van een kwaitïer arriveerden we
in de „moppenplaats". Menig A.F.C.-
er sloeg de schrik om het hart bij het
zien van de grote jongens van Rapi
ditas, maar ondanks sombere voor
spellingen van sommigen onzer werd
er in de beste verstandhouding ge
speeld. Om de lezer niet langer in
onzekerheid te laten, dit werd ook
geen overwinning om de doodeenvou
dige reden dat we het niet wilden.
Dit klinkt menig outsider, die de ver
richtingen van het derde oppervlak
kig volgt, een beetje vreemd in de
oren. Ik wilde hiermede slechts de
moeilijkheid van het doelpunten ma
ken naar voren brengen. Voor de rust
werd er met de opgelegde kansen zo
kwistig door onzj aanvallers omge
gaan, dat door ons slechts één treffer
geboekt werd en door de tegenpartij
twee. Bij informatie bij de betrokken
boosdoeners bleek de algemene over
tuiging te bestaan, dat na de rust
nog betere kanser zouden komen, die
dan wel spelenderwijs zouden worden
benut. In goed vertrouwen op deze
mededeling begonnen we aan de
tweede helft maar hoe goed ook door
Arie Eman, doer Venema, Walter
de Jonge en nog enkelen gewerkt
werd, de jonger.! vóór zagen geen
kans meer de langzamerhand inge
speelde Rapiditas-voorhoede uit het
verband te spelen en het is raar maar
waar, de wedstrijd ging uit als een
nachtkaars. Conclusie: 8 wedstrijden
gespeeld, de eerste 4 gewonnen, de
volgende 4 verloren. Nu maar weer
aan de overwinningen begonnen man
nen, want ik schaam me als er de
volgende maand weer een nederlagen-
reeks gepubliceerd wordt van het
derde elftal. Denk erom, de elftal
commissies maken ook zware tijden
door!
„HEINTJE"
4e elftal.
A.F.C. 4Zeeburgia 4. 3-2
Wilden we buiten gevaar komen, dan
dienden we deze strijd te winnen. Of
dit gewicht nu te zwaar op onze
merendeels tengere schouders drukte;
we konden de veldmeerderheid niet
verder uitdrukken dan in 3-2, door
drie prachtige goals van Kees Buij-
zen. Dit was trouwens juist genoeg.
Schinkelhaven 2A.F.C. 4. 1-2
Weer een overwinning met het kleinst
mogelijke verschil. Ondertussen zijn
we 5 punten van de onderste plaats
verwijderd. Menig elftal kan ons dit
niet nazeggen. Tot volgende maand.
De Germaan 2A.F.C. 4. 7-2
Door tal van moeilijkheden voor
welke in de loop van de week de
elftalcommissie zich geplaatst zag,
konden slechts 8 man van ons elftal
tjijdens een minuut stilte voor de
aanvang van deze wedstrijd de heer
Burgwal, tijdens zijn leven function-
naris in een aantal K.N.V.B.-com-
missies, gedenken.
In tijd van een mum stonden we 3-0
achter. Toen waren er plotseling 13
A.F.C.-ers, waarvan er twee en niet
de slechtste, weer naar huis konden
gaan.
Nu geschiedde het, dat naast onze
goalpaal een rijzige jongeman in re
genjas opdook. Op onze vraag of hij
lid van A.F.C. was, antwoordde hij
bevestigend en dus mocht Van der
Weg meedoen.
Na de rust zagen we kans de achter
stand tot 3-1 terug te brengen. Toen
echter stortte de zaak inéén. Barend
Bakker bracht met een schitterend
schot nog een kruisje achter zijn
naam.
Is het niet mogelijk de spelers met
blijkbaar misplaatste hoogmoed het
recht tot medespelen te ontzeggen,
opdat voor ons dergelijke rot dagen
tot het verleden behoren.
JAN TJALLING
Gewoonlijk pleegt men een le Junio
ren-elftal als een representante te
beschouwen van het Juniorenmate
riaal van een vereniging. Helaas zijn
we dit seizoen wat tegengevallen,
door bij de onderste acht te eindigen.
Maar als we hier ons beste beentje
voorzetten, kunnen we een behoor
lijk resultaat bereiken.
Dat we bij de onderste acht geëindigd
zijn, is helemaal niet erg. Erger is
het, dat men zo lastig z'n mond kan
houden als het niet naar wens gaat.
In het bijzonder noem ik in dit ver
band de naam van Henk H., die soms
meent, ongevraagd het ambt van
aanvoerder op zich te moeten nemen.
Maar laat hij niet vergeten: „Wat gij
niet wilt dat u geschiedt, doe dat
ook een ander niet." Het zou jam
mer zijn, als de goede geest in ons
elftal hierdoor zou lijden; het moet
zo zijn, dat -we beter spelen dan
praten!
E.H.L.
Adspiranten I.
Met Adspiranten I gaat het tot nog
toe middelmatig. Van de vijf wed
strijden van de voor-competitie is één
gelijkspel en vier nederlagen het re
sultaat. De jongens van dit jaar zijn
tengerder en „beren" zijn er bij ons
niet te vinden.
De eerste wedstrijd tegen D.W.V. was
maar matig en we verloren die met
8